Op het hoogste niveau van innerlijke ervaring, tijdens de diepste fase van contemplatie, verdwijnt degene die ervaart, degene die mediteert, en is er voor degene die weet geen object meer – zelfs niet het Overzelf – om te kennen, omdat de dualiteit ophoudt te bestaan. Omdat dit niveau de hoogst mogelijke lichtervaring overstijgt, waarbij het Overzelf zijn aanwezigheid openbaart als een verblindende massa, schacht, bal of straling – die niet van deze aarde is en zowel met open als met gesloten ogen waarneembaar – wordt het de goddelijke duisternis genoemd.
Source: The Notebooks of Paul Brunton | | | |