The Library
Onze bevrijding van de narigheden van het leven hangt uitsluitend af van onze bevrijding van de gebondenheid aan het ego.
6.8.4.1Een belangrijke reden waarom grote spirituele leraren hun leerlingen altijd de overgave van het ego hebben voorgeschreven, is dat wanneer het verstand zich voortdurend met zijn eigen persoonlijke zaken bezig houdt, het zijn mogelijkheden enorm inperkt. Het kan de onpersoonlijke waarheid niet bereiken, die zo verschillend en ver verwijderd is van de onderwerpen waar we dagelijks, jaar in jaar uit, over nadenken. Alleen door deze zelfgekozen kleingeestigheid te doorbreken kan de menselijke geest het oneindige van de goddelijke ziel, dat zijn innerlijke wezen uitmaakt, betreden.
6.8.4.2Alles heeft zijn prijs. Om je van het Overzelf bewust te worden betaal je met dat wat je verhindert verder te komen. Geef je ego op!
6.8.4.4Wij identificeren onszelf met onze gedachten, gevoelens of passies, en daardoor zien we ons werkelijke wezen niet.
6.8.4.7Als iemand voortdurend contact met het Overzelf wil hebben, moet hij niet vergeten dat dat geen vrijblijvende zaak is; hij moet er een hoge prijs voor betalen, namelijk het voortdurend onderdrukken van het ego.
6.8.4.10Het egobewustzijn heeft ons afgesneden van de Bron. Maar dat hoeft niet altijd zo te blijven. Door de zoektocht kunnen we steeds dichterbij het moment komen waarop een meer ingetogen versie van ons ego zich opnieuw met zijn Bron verenigt, die van dan af aan door ons werkzaam zal zijn.
6.8.4.17Zo lang we gehecht zijn aan de overtuiging dat ons ego echt en blijvend is, of zo lang we denken en handelen alsof dat zo is, zo lang zullen we gehecht blijven aan materiële bezittingen en wereldse verlangens. Want het één komt voort uit het andere.
6.8.4.19Zolang we door het ego worden geregeerd is het voor ons mensen onmogelijk om in harmonie samen te leven. Totdat we in staat zijn deze bron van onvrede te beheersen, is het achterwege laten van datgene wat het ego zou kunnen provoceren alles wat we kunnen doen om wrijving tot een minimum te beperken.
6.8.4.25Zolang ons kleine zelf zich wijs genoeg acht om alle beslissingen te nemen en al zijn problemen op te lossen, zolang zal er een barrière blijven bestaan tussen het kleine zelf en de Hogere Macht.
6.8.4.28Een mens kan maar aan één ding tegelijk denken… Hieruit volgt dat alleen al het vasthouden aan de gedachte van een persoonlijk en afgescheiden ego genoeg is om ons te verhinderen ons met het Overzelf te vereenzelvigen…
6.8.4.31,Onze handicap is dat we zo'n krachtig ego hebben, het ‘ik’, dat in de weg zit en moet worden opgegeven door het gevoelsmatig, in het diepst van ons wezen, op te offeren. Maar wanneer het ego eenmaal uit de weg is, zullen we een enorme opluchting voelen en vrede vinden.
6.8.4.33Totdat wij begrijpen dat ons eigen ego onze grootste vijand is – met alle mentale en emotionele houdingen die daarbij horen – cirkelen onze pogingen om onszelf geestelijk te bevrijden slechts doelloos in de rondte.
6.8.4.34Alléén in de mate dat we ontdekken dat het een vergissing is te geloven dat we het ego zijn en niets meer dan dat, gaan we de waarheid ontdekken over wat we werkelijk zijn. Deze ontdekking zal resultaat hebben en ons naar realisatie en bevrijding leiden, maar alléén in de mate waarin we er naar leven, want filosofie is pas filosofie wanneer het in de praktijk gebracht wordt.
6.8.4.40Men begint zijn zoektocht naar de hoogste Waarheid samen met zijn ego dat naar steeds hogere niveaus opstijgt, maar dat hij uiteindelijk achter zal moeten laten als hij de Waarheid wil vinden. Het vinden van waarheid geschiedt door de begrenzingen van het ego achter zich te laten en naar haar oorsprong te kijken, haar universele bron.
6.8.4.41De tegenwoordigheid van de ziel moet worden ingezien, het bewustzijn ervan moet worden bereikt. Maar de hoogmoed van het ego overschaduwt het eerste, en de onstuimigheid ervan belemmert het andere.
6.8.4.45Het ego is de oorzaak van onze conflicten die tot verdriet leiden. We kunnen ons niet bevrijden van verdriet als we ons niet eerst van het ego bevrijden.
6.8.4.46Hoe waar is de figuurlijke uitspraak in de Bijbel dat de mens het aangezicht van God niet zal kunnen zien en door kan gaan met leven. Ja, hij, het ego, zal moeten sterven om de aanwezigheid van God te kunnen ervaren.
6.8.4.52Het persoonlijke ego laat ons valselijk geloven dat het ons ware zelf is, altijd graaiend en verlangend, altijd nieuwe illusies en valse overtuigingen scheppend. Het is dit ego met zijn sluwe manieren dat ons ervan weerhoudt om de werkelijkheid te ontdekken.
6.8.4.66Zolang we ons niet bewust zijn van ons eigen echte Zelf, kunnen we niet in vrede leven. Maar wanneer we in staat zijn om volledig in dat Zelf te rusten, zal niets die vrede voor ons kunnen verstoren.
6.8.4.69Wanneer we beginnen in te zien dat onze gedachten en gevoelens voortkomen uit ons ‘ik’, is dit een gunstig teken en betekent dit dat wij niet meer zo gebonden zijn aan ons ego als voorheen.
6.8.4.72De grip die het scheidende ego – het scheidt ons zowel van anderen als van het goddelijke – op ons mensen heeft is zo krachtig dat, hoewel we de goddelijke schat met ons meedragen, we deze geen enkele aandacht geven.
6.8.4.73Wanneer de geest is volgepropt met herinneringen die het ego van vroegere ervaringen heeft verzameld, kan de geest zichzelf niet van het ego bevrijden en ”thuiskomen”.
6.8.4.74De ingesleten patronen van denken en handelen worden na verloop van tijd zo rigide dat de introductie van een nieuwe levensstijl – hoe graag we dat ook willen – het begin is van een lange strijd.
6.8.4.76We zijn de gevangenen van ons ego omdat we de gevangenen van ons verleden zijn.
6.8.4.77De constante beweging van gedachten en de fascinatie van het ego voor zichzelf houdt het goddelijke Overzelf voor ons verborgen, waar zowel de gedachten als het ego uit zijn voortgekomen.
6.8.4.82Zelfs als de hoogste waarheid zich in al zijn glorieuze volheid aan ons kenbaar zou maken, zouden we niet in staat zijn om haar te herkennen voor wat zij is – laat staan te begrijpen – indien er geen voorbereiding en zuivering aan vooraf is gegaan ...
6.8.4.87,Het ego zit zichzelf in de weg en sluit de waarheid buiten. Het ego gaat zodanig in zichzelf op dat het niets anders ziet dan zijn eigen opvattingen, zijn eigen meningen…
6.8.4.90,De weg naar ons doel wordt geblokkeerd door ons ego…
6.8.4.95,Ons geheugen schept patronen, tradities, waarden en gewoonten in ons leven. Het geheugen is de overheersende autoriteit, maar tevens de tiran die ons gevangen houdt en ons onze vrijheid ontzegt – een beperking die ons ervan weerhoudt de waarheid te vinden en een grote barrière vormt tussen ons en de werkelijkheid. Iedereen kan zich het door het ego gekleurde verleden herinneren, maar alleen de wijze kan het ego vergeten en al deze patronen laten verdwijnen.
6.8.4.101Elke discussie die vanuit een egoïstisch standpunt gevoerd wordt is van begin af aan gecorrumpeerd en kan niet tot een betrouwbare uitkomst leiden. Het ego stelt het eigen belang voorop en verdraait elk argument, elk woord en zelfs feiten om dat belang te dienen.
6.8.4.102Wanneer we het ego als ‘klein’ en de peroonlijkheid als ‘kleingeestig’ beschrijven, kijken we er naar van de buitenkant, waar het ego verloren gaat tussen zoveel anderen; maar wanneer we het van binnenuit bekijken, vinden we het enorm belangrijk, het overheerst ons bewustzijn, als een reus die ons terneerdrukt…
6.8.4.104,Eén deel van onszelf is oprecht op zoek naar de waarheid, maar een ander deel probeert diezelfde waarheid te ontwijken.
6.8.4.106We proberen te vermijden om te erkennen dat ons eigen ego ons in onwetendheid en lijden gevangen houdt, dat dat ego ongezond en onevenwichtig is, en dat we een manier moeten zien te vinden om ons uit de slavernij ervan te bevrijden.
6.8.4.114Het ego, met zijn kleingeestige zelfgenoegzaamheid en op de eigen persoon gerichte verlangens, sluit ons op in onszelf en sluit ons af van het universele leven met zijn waarheid, werkelijkheid en kracht.
6.8.4.119Het is een oud, bekend feit dat de waarheid zeer verontrustend kan zijn en daarom vaker gehuldigd dan beoefend wordt. Wanneer we ons zouden afvragen: ‘Voor wie is de waarheid verontrustend?’ zullen we ontdekken dat het antwoord het persoonlijke ego is.
6.8.4.123Mensen zijn opgesloten in hun kleine ego’s. Zij zitten in een gevangenis, maar zijn zich daar niet bewust van. Daardoor talen ze niet naar vrijheid, laat staan dat ze er naar op zoek gaan.
6.8.4.128We moeten accepteren dat de meeste mensen zich binnen de grenzen van hun ego heel prettig voelen, en niet de wens hebben om zich aan het ego te ontworstelen om een hoger niveau te bereiken.
6.8.4.130De meeste mensen zijn waarschijnlijk niet kwaadwillend, ook al zijn ze ondergedompeld in werken voor hun dagelijks brood, opvoeden van hun gezin, en zoeken van allerlei geneugten. Het kleine ego is hun enige bestaansreden. Wat missen ze als ze zich alléén maar met dit soort zaken bezighouden, en nooit toekomen aan de allerhoogste vraag: waarom zijn wij hier?
6.8.4.145Als we er in slagen onszelf te bevrijden van de last van het verleden en de verwachtingen voor de toekomst, kunnen we ook ons ego bevrijden…
6.8.4.150,We kunnen het ego opgeven door de gedachte eraan te stoppen. Dit kunnen we doen door de geest stil te maken telkens wanneer we ons in ons dagelijks leven bewust worden van onszelf. Wanneer het op deze manier tot stilte wordt gebracht, verdwijnt het ego… De kunst van het uitvlakken van het ego door het verstillen van de geest – door plotseling de wervelstorm van gedachten te stoppen – kunnen we alleen dán bewust en op elk willekeurig moment ten uitvoer brengen, indien we het eerder frequent, welbewust en op vaste tijden hebben geoefend…
6.8.4.151,Totdat hij erop attent gemaakt wordt, realiseert hij zich niet dat het afgodsbeeld waar hij zich in voortdurende aanbidding voor buigt het ego is. Als hij in staat zou zijn God dezelfde toewijding te geven als aan hij aan het ego geeft, zou hij vrij snel die verlichting kunnen bereiken en handhaven waar andere mensen hun hele leven hartstochtelijke naar streven.
6.8.4.153Alles wat hem helpt om zich uit de tirannie van het ego te bevrijden, hetzij een idee of een omstandigheid, een stemming die men teweeg brengt of een bijzondere dienst die men verleent, is de moeite van het proberen waard. Maar of dat gemakkelijk zal gaan en succesvol zal zijn is afhankelijk van de mate waarin men zich heeft bevrijd van het voorbije verleden.
6.8.4.155Als wij konden stoppen met het verliefd zijn op ons ego en verliefd zouden worden op ons Overzelf, dan zou onze vooruitgang een zeer snelle zijn.
6.8.4.157Er is een bruikbare techniek om dit doel te bereiken. En dat is om te weigeren zichzelf – zijn ‘ik’ – te identificeren met het persoonlijk ego. Hiervoor is het nodig om regelmatig, zij het kortstondig, onze gedachten, gevoelens en lichaam waar te nemen. Dit kan op elk moment en op elke plaats gedaan worden en dient niet als een meditatie-oefening te worden beschouwd.
6.8.4.159Des te meer hij het ego probeert te bevechten, des te meer denkt hij er over en concentreert hij zich erop. Daardoor blijft hij haar gevangene. Het is beter je rug naar het ego te wenden en je aandacht en concentratie aan het hoger zelf te wijden.
6.8.4.161Op de dag dat hij zijn ego verwerpt begint een mens tot zichzelf te komen. Omdat het valse zelf sterk genoeg is om het slachtoffer weer op te eisen, duurt dit vaak niet langer dan een minuut of twee. Maar het is een begin…
6.8.4.162,Het is verstandig de gewoonte te hebben ons eigen ego en zijn motieven te wantrouwen.
6.8.4.164De hoeveelheid energie die we gebruiken om ons ego in stand te houden en vast te houden aan illusies – hetgeen ons alleen maar nadeel oplevert – zouden we net zo goed kunnen aanwenden voor het doorgaan met zoeken naar het Overzelf – dat ons enkel voordeel zal opleveren.
6.8.4.165Als wij bereid zijn er naar te zoeken, zullen wij gaan inzien dat het ego zijn heimelijke werk op de meest onverwachte plaatsen verricht, zelfs te midden van ons meest verheven spirituele streven. Het ego is niet bereid om te sterven, en zal zelfs al onze pogingen om aan zijn grip te ontkomen verwelkomen als dat de enige manier mocht zijn om aan de dood te ontsnappen…
6.8.4.167,Het ego zit op een troon en laat zijn superioriteitgevoel overal gelden. Deze situatie mag dan misschien aanvaardbaar zijn voor gewone mensen in het leven van alledag, maar is onaanvaardbaar voor waarheidszoekers inzake de ernstigere aangelegenheden van de zoektocht. De zoeker moet zich de gewoonte aanleren om zijn ego als vijand te beschouwen, en om zijn ego te weerstaan in plaats van het te vleien.
6.8.4.169Het is veel gemakkelijker om ons te identificeren met ons eigen ego dan met het Overzelf. Daarom is het noodzakelijk deze ideeën en oefeningen voortdurend in herinnering te roepen.
6.8.4.175Mijn lieve Ego: ”Het is duidelijk dat ik in deze wereld niet zonder jou kan leven. Jouw aanwezigheid is overweldigend en domineert elk instinct, elke gedachte, elk gevoel en elke actie. Maar het is ook duidelijk dat ik niet mét jou kan leven. De tijd is gekomen om onze relatie aan te passen. Dus heb ik een verzoek aan je: Laat me met rust!
6.8.4.176We kunnen er niets aan doen dat we in een menselijk ego leven en de wensen en verlangens ervan voelen, want de meesten van ons zijn er verliefd op. Maar het ego kan tot de orde worden geroepen en onder toezicht worden gesteld door het allereerst zo volledig mogelijk te begrijpen, door vervolgens een oprecht verlangen te ontwikkelen het te overstijgen en tenslotte door de geestelijke zoektocht tot het eind toe te vervolgen.
6.8.4.177Door onszelf te analyseren helpen we het ego te vernietigen. Maar dat gaat alleen op als deze analyse onbevooroordeeld is en in lijn met de opvattingen van het Korte Pad. Anders wordt het een buitensporige en ziekelijke bezorgdheid over onszelf, die het ego erg goed uitkomt!
6.8.4.178In elke situatie moeten wij proberen de leiding van de Ziel te vinden en te volgen, waarbij we de onrust van het ego dienen te bedwingen. Het eerste leidt ons naar geestelijk welzijn, en het tweede maakt slechte situaties alleen maar erger.
6.8.4.179Waar is ons hart vol van? Ramakrishna was vol van de Goddelijke Moeder, zoals hij God noemde. Het duurde niet lang of hij vond haar. Sint Franciscus van Assisi gaf nederigheid de hoogste plaats in zijn hart. Hij werd de nederigste man van zijn tijd. Een ideaal in je hart verankeren is de eerste stap om dat ideaal te realiseren.
6.8.4.180Het werk begint met het uit de weg ruimen van alles dat ons verhindert om de waarheid te zien, de hoedanigheden en omstandigheden die het ons onmogelijk maken de werkelijkheid waar te nemen zoals hij is.
6.8.4.186Wanneer we gefrustreerd raken door het uitblijven van mystieke ervaringen, laten we onszelf nodeloos terneerdrukken. Want de vooruitgang die we op de weg naar hogere waarden boeken, het in beginsel uitstijgen boven het ego en het verkiezen van waarachtig welbevinden boven puur plezier, laat beter zien hoe we op het Overzelf reageren en hoe we vooruitgaan dan welke vluchtige gevoelservaring dan ook.
6.8.4.189We moeten leren om het individuele zelf – de persoon, het ego – te herkennen als een door onze geest gemaakte entiteit en ons er daarom van proberen af te wenden en er bij uit de buurt te blijven, om ruimte te creëren tussen onszelf en het ego, zodat we er meer en meer los van komen. Hoe meer dit proces zich voortzet, des te dichter komen we bij de Waarheid en de verlichting.
6.8.4.190Hoe meer we proberen om dat wat zich in ons leven en onze gedachtenwereld voordoet als onpersoonlijk te zien, des te minder lopen we de kans ons met ons ego te identificieren. Dit geeft dat wat zich achter het ego bevindt de ruimte zich te manifesteren.
6.8.4.191Het Bewustzijn dat wij op zoveel verschillende manieren in extase of wanhoop proberen te zoeken, is er al, maar wordt verdoezeld door ons eigen kleine zelfbewustzijn…
6.8.4.193,De krampachtigheid waarmee we ons vasthouden aan het ego – waardoor we ons van het leven van het Overzelf afscheiden – en de gespannenheid waarmee we ons opsluiten in ons oude, ellendige en beperkte bestaan, komen voort uit gewoonte. Als we daaraan willen ontsnappen om de weg naar de creativiteit van een grootser leven in te slaan, zullen wij de vicieuze cirkel ervan moeten doorbreken. Dit kan bij ons worden afgedwongen door de schok van ingrijpende gebeurtenissen, worden mogelijk gemaakt door de genade van een wijze, of het kan worden bereikt door onze eigen vastberadenheid. Hoe het ook gebeurt, het zal het begin van het einde voor het ego betekenen en het begin van het beste voor onszelf.
6.8.4.194“Zalig zijn de armen van geest”, zei Jezus. Wat bedoelde hij? Om arm te zijn in mystieke zin moeten we het bezit van het ego afzweren, ofwel ego-vrij worden.
6.8.4.196Een wijze leraar zei me eens: “Eis van mensen geen onbaatzuchtigheid die zij niet kunnen opbrengen; eis alleen dat zij begrijpen dat dit de richting is waar het goddelijke Wereldidee hen heen voert. Uiteindelijk zal hun ego compleet uitgeput raken, totdat het tenslotte volledig ondergeschikt aan het Overzelf is.”
6.8.4.197Degene die zich het meest van zijn ego af weet te scheiden zal op zijn geestelijke zoektocht het meest vooruitgang boeken. Het zal een lang, traag en hard gevecht zijn, omdat het valse geloof dat het ego ons ware zelf is ons met hypnotische felheid in haar greep houdt. We moeten alle kracht van ons hele wezen aanwenden om in dit gevecht de foutieve opvattingen te verwijderen en de waarheid te doen zegevieren, want het is niet alleen een dwaling van ons verstand, maar ook van onze emoties en onze wil.
6.8.4.198Het geheel van al onze gedachten tezamen vormen ons ego. Door ze over te geven aan de Stilte, geven wij ons ego op; dan verloochenen wij onszelf, in de woorden van Jezus.
6.8.4.200… Stop met het jezelf identificeren met je persoonlijkheid, en je zult het Overzelf vinden.
6.8.4.203,… Het ego zal altijd streven naar zelfbehoud, indien nodig door middel van de meest heimelijke tactieken, vol sluwheid en pretentie, camouflage en bedrog. Het gebruikt authentieke spirituele methoden om deze ten eigen gunste te verdraaien of te misbruiken.
6.8.4.207,… Hoewel onze eigen inspanningen op zichzelf niet genoeg zijn om de komst van Genade te garanderen, zijn het wel noodzakelijke voorwaarden. Onze intellectuele, emotionele en morele discipline is net zo noodzakelijk om die Genade aan te trekken als onze aspiraties, verlangens en gebeden ervoor…
6.8.4.210,Niemand kan voor iemand anders doen wat de Natuur hem maant voor zichzelf te doen, en dat is om het ego over te geven aan het hoger zelf. Zonder die overgave kan niemand enig bewustzijn van dat hogere zelf bereiken. Het is zinloos van een meester te verwachten dat hij deze geweldige innerlijke transformatie voor je zal bewerkstelligen. Geen enkele meester zou dat kunnen. De geëigende weg, en de enige, is het opgeven van dit pathetische vasthouden aan eigen kracht, eigen kleinheid en eigen beperkingen.
6.8.4.211,“De waarheid maakt je vrij,” beloofde Jezus. Over wat voor vrijheid had hij het? Er is maar één antwoord mogelijk: vrij van het ego! En dit wordt bevestigd door zijn eigen uitspraken, gedaan op andere momenten, omtrent de noodzaak het zelf te laten sterven.
6.8.4.212Wanneer we ons door de intuïtieve krachten in onszelf willen laten leiden, zullen we onze wil moeten inzetten tegen onze egoïstische krachten.
6.8.4.215Zij die niet in staat zijn of geen zin hebben om zelf de macht van het ego van binnenuit te breken moeten lijdzaam de vernietiging van het ego van buitenaf ondergaan. Maar terwijl de eerste manier gevoelsmatig lijden en mentale verstoringen met zich meebrengt, gaat de tweede daarenboven gepaard met zorgen, teleurstellingen, ziektes en tegenslagen.
6.8.4.216Voordat we het beste in onszelf kunnen cultiveren, moeten we het slechtste in onszelf opofferen. Het ego moet in dezelfde mate gekruisigd worden als dat het Overzelf in ons bewustzijn dient te herrijzen. Daarom is het zo belangrijk onze emoties te zuiveren en onze gedachten te corrigeren. We dienen onze verlangens en negatieve gedachten te overwinnen om ruimte te scheppen voor waarheid, schoonheid en goedheid.
6.8.4.220Het ego laten sterven betekent dat we ons weten te bevrijden van de gedachtepatronen die gewoonlijk ons leven overheersen.
6.8.4.222We moeten het ego met zijn trots, hebzucht en hartstocht opgeven, en onze afhankelijkheid van het Overzelf beter leren begrijpen.
6.8.4.223Als we ons eigen ego steeds minder goed kunnen verdragen, is dat een teken dat we op de goede weg zijn.
6.8.4.229De verklaring van Jezus dat wie zijn leven wil redden, het zal verliezen is slechts voor één uitleg vatbaar. Het is zowel een eeuwige als een universele waarheid… Het betekent dat het Overzelf ons op onverbiddelijke wijze oplegt om de overdreven belangstelling voor de lagere activiteiten van deze wereld waarin we zo volledig opgaan, volledig dienen op te geven, voordat het zichzelf in al zijn schoonheid, grootsheid, vreedzaamheid en kracht zal laten zien…
6.8.4.230,Als er slechts één geheim voor onze ontwikkeling is dat een erkend mysticus ons kan geven, dan is het dat het ego ons moet verlaten en dat wij het ego moeten verlaten!
6.8.4.232Zelfs wanneer wij niet langer bang zijn voor anderen, moeten we nog wel beducht zijn voor onszelf – dat was de raad van een van de denkers van het oude Rome. Totdat het ego volledig is overwonnen, is waakzaamheid altijd geboden.
6.8.4.235De wijsheid van Psalm 46 – Wees stil en weet dat ik God ben – kan in de praktijk getest worden. Want wanneer het ego stil wordt, kunnen we de openbaring horen waar we naar verlangd hebben.
6.8.4.236… hoezeer wij het ego ook bijschaven en perfectioneren, uiteindelijk zal het zich aan het Overzelf moeten overgeven.
6.8.4.237,Geef de uiterlijke illusies op en kom in contact met je innerlijke werkelijkheid. Houd er mee op het lichaam als het zelf te beschouwen, en word je bewust van het Overzelf.
6.8.4.238Als we ons voldoende gezuiverd hebben, moeten we beginnen ons van ons ego te ontdoen. Dat bereiken we evenzeer door te denken als door te handelen, door meditatie als door oplettendheid.
6.8.4.239Elke keer als wij ons verzetten tegen de neiging tot boosheid of de drang tot bittere scheldpartijen, verzetten wij ons tegen het ego. Het eindresultaat van deze vorm van zelfbeheersing is dat het ego wordt verzwakt en het uur van de uiteindelijke vernietiging ervan dichterbij komt.
6.8.4.241Wat anders kan de betekenis zijn van de parabel van de verloren zoon dan dat de mens van zichzelf vervreemd is en zich voedt met het kaf van het aardse leven, terwijl het koren van het Overzelf hem wordt aangeboden?
6.8.4.247De dwingende agressieve wil van het persoonlijk ego moet worden vervangen door de passieve wil van het ego dat zich heeft overgegeven.
6.8.4.251Elke poging onszelf van het ego los te maken, door de gedachten en handelingen ervan te observeren en het van verlangen en begeertes te bevrijden, zal alleen slagen wanneer we genadeloos in ons streven zijn.
6.8.4.260Tijdens dit leven of het volgende dient er een tijd te komen waarop het ego de strijd op moet geven, die het gelijktijdig zowel met zichzelf als met de Hogere Macht voert.
6.8.4.261Alleen de diepste vorm van reflecteren, de meest opwindende soort mystieke ervaring, of de meest overrompelende kracht van een profetische openbaring, kan ons tot de grootse ontdekking brengen dat ons persoonlijke ego niet het echte centrum van ons wezen is.
6.8.4.265... Wij hebben de focus van onze aandacht verplaatst van de aardse naar de geestelijke sferen, maar het ego is nog steeds actief. Wanneer onze meditatie de drempel van de Waarheid nadert, stoppen wij, doodsbang voor het gevoel dat wij ons hele zelf dreigen te verliezen. Onze kleine persoonlijke wereld is hetgene wat ons echt interesseert.
6.8.4.271,Het ego biedt gedurende het hele traject hevig verzet, betwist iedere geestelijke vooruitgang, en kan niet worden overwonnen zonder dat we voortdurend strijden tegen het verraad en de misleidingen ervan.
6.8.4.284Het ego is sluw, subtiel en verraderlijk. Zelfs wanneer we de tijd dat we nog volledig onbewust waren reeds lang achter ons hebben gelaten, mengt het ego zich zowel in onze gebeden als in onze meditaties, en dringt het binnen in bijna al ons innerlijk werk.
6.8.4.288Als het ego ons niet langer in de ban kan houden via onze dierlijke instincten, zal het zich voordoen als ons hogere zelf, ons complimenteren met onze gestelde hoge doelen, zich in onze intuïtie nestelen, en proberen ons te misleiden als we aan het bidden of mediteren zijn.
6.8.4.293Het ego kan zich verschuilen achter vele leugens, illusies of voorwendselen, zowel van geestelijke als van wereldlijke aard.
6.8.4.295Hoe gemakkelijk is het niet voor het ego om zich valse onzelfzuchtigheid aan te meten of zich achter hoogdravende praatjes te verschuilen! Hoe snel kan het ego anderen niet ten eigen nutte uitbaten! Hoe soepel kan het ego een oprecht streven niet op een zijspoor leiden, of, erger nog, in de val lokken!
6.8.4.304Het ego zit naast ons en wacht op een mogelijkheid om ons subtiel te misleiden tot het nemen van verkeerde beslissingen en het doen van verkeerde interpretaties die onze geestelijke ontwikkeling belemmeren – zo houdt het ego zichzelf in leven.
6.8.4.307We zouden er beter bedacht op moeten zijn dat ons ego zelfs in onze meest spirituele ambities, overpeinzingen en ervaringen aanwezig kan zijn.
6.8.4.308Het is te verwachten dat het ego zichzelf zal beschermen, zelfs als het zich daarvoor op een zoektocht moet begeven die overduidelijk in zijn eigen totale vernedering zal eindigen.
6.8.4.309We ontsnappen niet gemakkelijk aan het ego. Als we onze belangstelling verleggen naar het spirituele domein, volgt onze verbeelding mee en legt ons in de luren met psychische ervaringen of visioenen.
6.8.4.312Het ego nestelt zich zelfs in ons spirituele werk of ambitie, zodat we alleen dát van de leer opnemen wat bij onze eigen persoonlijke doelen past en de rest veronachtzamen, of enkel dát opnemen wat onze eigen persoonlijke gemak dient en de rest afwijzen.
6.8.4.315Hoewel het ego er aanspraak op maakt dat het met zichzelf in oorlog is, kunnen we er zeker van zijn dat het niet de bedoeling heeft een echte overwinning toe te staan, hoogstens een pseudo-overwinning…
6.8.4.316,Het ego bedenkt voortdurend manieren en middelen om het streven van de zoektocht te frustreren. En het ego is onvermoeibaarder en slimmer dan ooit wanneer het net doet alsof het meewerkt aan de zoektocht en haar ervaringen deelt.
6.8.4.317Het ego – die sluwe ouwe vos – is erg goed in staat zich met allerlei spirituele praktijken bezig te houden en daarbij elke schakering van spirituele ambitie aan de dag te leggen.
6.8.4.319We moeten op onze hoede zijn voor ons eigen ego dat onze ijdelheid en hoogmoed kan voeden met het valse idee dat we veel verder zijn dan in werkelijkheid het geval is.
6.8.4.328Gedurende de hele reis op het Lange Pad zit het ego steeds stevig in het zadel.
6.8.4.335… Het ego zal er alles aan doen om zijn bestaan te behouden en alle mogelijke middelen bedenken om zijn toekomst zeker te stellen…
6.8.4.342,Wanneer je God kan vergeven voor alle angst en ellende die je in het verleden hebt doorstaan en wanneer je anderen kan vergeven voor het onrecht dat ze je hebben aangedaan, kom je tot innerlijke vrede – iets wat het ego niet kan volbrengen.
6.8.4.349Levensmoeheid die zich uit in het verlangen om nooit meer herboren te hoeven worden, in het verlangen naar de vrede van het Nirvana, kan ontstaan wanneer we te veel hebben moeten lijden. Maar het kan ook komen omdat we gedurende een reeks reïncarnaties volledig verzadigd zijn geraakt van allerlei ervaringen die veel langer doorklinken dan gemiddeld. Er is dan een waarachtig verlangen om het vermoeide ego uit te doven.
6.8.4.353Het is zowel de ironie als de tragedie van het leven dat we het beperkte aantal jaren die ons toegemeten zijn, opsouperen door het najagen van zaken, die we later als volledig waardeloos herkennen, en van verlangens, waarvan de vervulling enkel pijn met zich brengt. De stervende die de film van het leven aan zijn ogen voorbij ziet flitsen ontdekt die ironie en voelt de tragedie.
6.8.4.355Wanneer we erachter komen dat we onze eigen wil gevolgd hebben, zélfs wanneer we dachten dat we de wil van het Hogere Zelf aan het volgen waren, beginnen we in te zien hoe groot de kracht van het ego is, hoeveel tijd er nodig is om dat ego te onderwerpen en hoeveel we moeten lijden voordat dit bereikt is.
6.8.4.356Op een dag hebben we het helemaal gehad met het ego, zien we hoe uitgekookt en arglistig het al onze activiteiten doordringt, hoe we zelfs gedurende zogenaamd spirituele of altruïstische activiteiten enkel voor het ego aan het werk waren. In de afschuw van dit aardse zelf zullen we bidden om van het ego verlost te worden…
6.8.4.357,Heel ons verlangen om uit de gevangenis van het ego te ontsnappen en het ik ben-bewustzijn in onszelf te bereiken wordt weerspiegeld in onze experimenten met alcohol, drugs, sex, avontuur of ambitie.
6.8.4.360De impuls die mensen er toe aanzet op zoek te gaan naar de waarheid of naar God, komt van iets dat hoger is dan het ego.
6.8.4.361Onze zoektocht komt tot een eind wanneer het ego, bij de gratie van het Overzelf, er uiteindelijk niet langer – zoals vroeger – naar verlangt om zichzelf te verheerlijken, maar volledig naar zijn eigen uitdoving begint te verlangen, en daarin slaagt.
6.8.4.362We kunnen niet verwachten dat we ons van de valse identificatie met ons ego los kunnen maken vóórdat we volledig doordrongen zijn van het niet werkelijk bestaan ervan.
6.8.4.366“Geef jezelf op” is het voortdurende gebod van alle grote profeten. Voordat we kunnen begrijpen waarom deze uitspraak steeds maar weer terugkeert, moeten we eerst de aard van het zelf begrijpen waarover zij spraken. In ieder mens bevindt zich een vals zelf – het ego – en een waarachtig zelf: het Overzelf.
6.8.4.368Het ego staat ons in de weg: zijn aanwezigheid verhindert het bewustzijn van de aanwezigheid van het Overzelf. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Een juist en dieper begrip van wat het zelf is, tezamen met een verandering in de relatie tussen het individuele en het universele bewustzijn leidt tot de verlichting.
6.8.4.369Te weten wat ons echte ”ik” niet is, is de eerste en belangrijkste stap naar het zich bewustworden van wat het wél is. En dat heeft inderdaad een bevrijdende uitwerking heeft.
6.8.4.372De starheid van het ego moet eerst overwonnen worden: het ego sluit het bewustzijn in zichzelf op. Als wij ons bewust kunnen worden van onze gevangenschap, zal dat het begin zijn van de bevrijding van de neigingen en impulsen waaruit het ego grotendeels is opgebouwd.
6.8.4.373We moeten beginnen te leren dat het ego absoluut het minder belangrijke deel van onszelf is, dat als een gehoorzame dienaar op zijn plaats gezet moet worden. De verlangens van het ego dienen onderzocht en beteugeld of zelfs genegeerd te worden, en de illusies ervan moeten aan het licht worden gebracht en verwijderd.
6.8.4.378We beginnen met het begrijpen van het ego, een taak die geduld vereist omdat veel van het ego zich anders voordoet, verborgen of vermomd is. We eindigen door er vrij van te worden.
6.8.4.379Sommige van de gehechtheden waarvan wij onszelf moeten bevrijden zijn gemakkelijk te herkennen - hebzucht, begeerte en gulzigheid - maar het is niet zo gemakkelijk onze subtielere gehechtheden te herkennen. Om te beginnen de gehechtheid aan onze eigen ideeën, aan onze eigen overtuigingen; en tenslotte de gehechtheid aan ons eigen ego.
6.8.4.380Ons zelfbeeld kan doorgaan met ons gevangen te houden of helpen om ons te bevrijden.
6.8.4.382Zowel Shankara als Ramana Maharshi zeggen dat identificatie met het lichaam aan onwetendheid te wijten is. Dat biedt “geen hoop op bevrijding” volgens eerstgenoemde en is “de oorzaak van alle problemen” volgens de ander. Wat ze zeggen is ongetwijfeld waar. Maar waar kunnen wij anders van uit gaan? Het is de eerste vorm van identiteit die we leren kennen. Onze fout is dat wij op dit punt blijven hangen en niet proberen het verder te onderzoeken. Als wij dat wel zouden doen en ons langdurig en aanhoudend zouden blijven inspannen, dan zouden we uiteindelijk de waarheid vinden. Inzicht neemt dan de plaats van onwetendheid in.
6.8.4.384Liefdadigheid, dienstwilligheid, behulpzaamheid, het verbeteren van het karakter – al dit soort activiteiten zijn goed, maar zij accepteren het ego als een voldongen feit. Zij willen het ego dwingen, disciplineren, corrigeren, hervormen, polijsten of zuiveren, maar het permanente en werkelijke bestaan ervan wordt niet alleen voor wáár gehouden, maar als iets dat van nature zo is.
6.8.4.385Zolang we ermee doorgaan het ego als ons échte Zelf te zien, zijn we niet in staat om de waarheid over de geest te ontdekken of om door te dringen tot de mysterieuze diepten ervan…
6.8.4.386,We kunnen de oorsprong van het ego opsporen door de openlijke en verborgen uitingsvormen ervan te observeren en door de steeds veranderende vluchtigheid van die uitingsvormen te analyseren, te begrijpen en op te merken. Uiteindelijk blijkt ook het ego niet meer dan een gedachtestructuur te zijn – leeg, en met het vermogen te desintegreren zoals alle gedachten.
6.8.4.387Het ego verstopt zich altijd en vermomt zich vaak. Het is een listig schepsel dat nooit zijn ware gezicht laat zien, zodat zelfs degene die de heerschappij ervan wil vernietigen zich gemakkelijk laat verleiden om alles aan te vallen, behalve het ego! Daarom is het herkennen en identificeren van het ego het eerste (en tevens het laatste) wat je moet weten om het in zijn geheime schuilplaats op te kunnen sporen.
6.8.4.391Wanneer de grote strijd voorbij is, zal het Overzelf het ego aan ons teruggeven, maar zonder de neiging tot overheersing.
6.8.4.392… er is geen effectievere of snellere manier om het doel te bereiken dan op zoek te gaan naar de oorsprong van het ego om dat vervolgens aan diezelfde Oorsprong aan te bieden, waar we ons uiteindelijk via het pad van affirmaties en herinneringen mee zullen verenigen.
6.8.4.393,Het leven van ieder mens wordt gekleurd door zijn of haar persoonlijke levenshouding. Deze wordt door het ego gevormd en begrenst zowel wat we van het leven ervaren als wat we ervan begrijpen …
6.8.4.396,Omdat het ego is zoals het is – een mengeling van hogere en lagere eigenschappen die voortdurend met elkaar in conflict zijn – heeft het geen ander vooruitzicht dan de totale ineenstorting. De bijbelse zin “Een Koninkrijk waarin verdeeldheid heerst gaat ten onder” is hierop volledig van toepassing: dit is de reden waarom de leerling zich ter harte moet nemen dat zijn doel op een dag bereikt zal worden, zelfs als er geen evolutiewet was die dat bevestigde (die er overigens wél is).
6.8.4.397Tijdens deze merkwaardige ervaring, waarbij ons leven als een schouwspel aan ons geestesoog voorbijtrekt, maar wij niet het gevoel hebben dat we werkelijk zélf de persoon zijn waar we naar kijken, gaan we begrijpen dat ook het persoonlijke ego zélf een veranderende en voorbijgaande verschijning is – of beter gezegd: wij krijgen de mogelijkheid daartoe.
6.8.4.398… de kosmische wet veroordeelt alle ego's uiteindelijk tot een versmelting met hun hogere oorsprong, een samensmelting waaraan hun verdwijning moet voorafgaan…
6.8.4.406,Alle gedachten en herinneringen die tezamen het patroon van ons leven uitmaken moeten terzijde worden geschoven, indien we in staat willen zijn onszelf te ontkennen.
6.8.4.408Zolang deze verschillende gedachten een samenhangend geheel vormen, wordt er in onze geest een gevoel van afgescheiden identiteit geschapen. Dat dat zo is wordt duidelijk tijdens een mystieke ervaring waarbij deze gedachten – en dientengevolge het ego – verdwijnen, terwijl het werkelijk bestaande wezen daarachter doorgaat met leven.
6.8.4.410De onderwerping van het ego is een Genade die ons kan toevallen, niet iets dat we zelf kunnen bewerkstelligen.
6.8.4.413Tijdens dit laatste gevecht waarbij hij zijn ego recht in het gezicht kijkt en het ego wordt gedwongen haar beschermende vermommingen te laten vallen en zichzelf te tonen in al haar kwetsbaarheid, moet hij de hulp van de goddelijke Genade inroepen. Dit gevecht kan hij onmogelijk op eigen kracht winnen.
6.8.4.414We zitten allemaal gevangen in ons eigen ego totdat het idee van bevrijding bij ons begint te dagen en we aan onszelf beginnen te werken. Uiteindelijk laat genade zich gelden en zet ons op het Korte Pad.
6.8.4.415Er zou geen hoop zijn om ooit deze op het ego gefixeerde positie te verlaten als we de volgende drie zaken niet zouden weten. Ten eerste dat het ego enkel bestaat uit een opeenstapeling van herinneringen en een reeks begeerten, dat wil zeggen, gedachten. Het ego is een gefingeerd wezen. Ten tweede dat de activiteit van het denken in stilheid zijn einde kan vinden. Ten derde dat Genade, de straling van de Kracht achter de mens, altijd straalt en altijd aanwezig is. Als we de geest intens stil laten zijn en haar met volle aandacht het instinct tot zelfbehoud van het ego laten gadeslaan, openen we de deur naar Genade, dat ons vervolgens liefdevol zal opslokken.
6.8.4.417De zintuigen die ons verleiden om van het door ons gewenste gedrag af te wijken, kunnen op den duur worden onderworpen door de juiste gedachten. De gedachten die ons afleiden van het door ons gekozen meditatieve pad kunnen worden onderworpen door voortdurende inspanning. Maar het ego - dat ons de toegang tot het Koninkrijk der Hemelen blokkeert – weigert, en doet alleen maar net alsof het zichzelf onderwerpt.
6.8.4.418Dat wat er voor zorgt dat we ons – zowel mentaal als fysiek – met de ene na de andere activiteit blijven bezighouden tot we uitgeput in slaap vallen, is niets anders dan het ego. Op die manier leidt ons ego de aandacht af van de noodzaak om ons aan een uiterst belangrijke zaak te wijden, namelijk de worsteling met datzelfde ego en de vernietiging ervan.
6.8.4.421Het wegkwijnen van het ego kan een heel leven in beslag nemen en zelfs dan lijkt het nog niet erg goed geslaagd, maar toch is het van de hoogste waarde als voorbereiding op het volledig afstand doen van het ego wanneer de mogelijkheid daartoe – door Genade – plotseling oprijst in ons hart.
6.8.4.422... het enige waar we als leerling op kunnen hopen is dat we in staat zijn de luidruchtige aanwezigheid van het ego te verminderen en de kracht van het ego te verzwakken, maar zich geheel van het ego ontdoen is iets wat ons vermogen te boven gaat. Daartoe moet een macht van buitenaf worden ingeroepen. Er is slechts één zo'n macht voor ons beschikbaar... en dat is de macht van Genade...
6.8.4.424,Het ego moet, als dat nodig is, worden vernietigd om de Genade binnen te laten en – middels de vervanging van arrogantie door overgave – een nieuwe weg te openen.
6.8.4.425Deugdzaamheid en mededogen verkleinen het ego, maar leiden niet tot verlichting.
6.8.4.426De vernietiging van ons egoïsme moet van buitenaf komen als we dat niet vrijwillig van binnenuit willen bewerkstelligen. In het eerste geval echter zal het op ongenadige en verpletterende wijze gebeuren.
6.8.4.427Wanneer het ego op de knieën is gebracht, in het stof bijt en voor zijn eigen ogen vernederd is – hoe gewaardeerd of gevreesd, benijd of gerespecteerd het in de ogen van andere mensen ook moge wezen – opent dat de weg voor de instroom van Genade. Wees er van verzekerd dat deze complete vernedering van ons innerlijk net zo vaak zal plaatsvinden als nodig is om ons van alle trots te zuiveren.
6.8.4.430Wat of wie is er eigenlijk naar verlichting op zoek? Het kan niet ons hogere Zelf zijn, want dat bestaat zelf uit Licht. Dan blijft er dus enkel nog het ego over! Dit ego, zo vaak verguisd en veracht, is het wezen dat – getransformeerd – de waarheid zal achterhalen en de Werkelijkheid zal vinden, zelfs als het zichzelf daartoe uiteindelijk moet overgeven als de prijs die voor Verlichting betaald moet worden.
6.8.4.435De voortdurende strijd tegen het ego veroorzaakt veel geworstel, maar wanneer we het ego laten verschrompelen gebeurt dat niet. Want wie worstelt er eigenlijk? Dat is het ego zelf. Vrijwillig zal het ego geen zelfmoord plegen, maar vreemd genoeg zal het wél toestaan dat de scherpe kantjes ervan afgevijld worden.
6.8.4.437Het diepe inzicht in het feit dat het ego niet werkelijk bestaat leidt ogenblikkelijk tot plotselinge verlichting. Maar enkel als dit inzicht gehandhaafd blijft kan die verlichting langer duren dan een glimp.
6.8.4.442Hoewel de prijs voor het bereiken van de verlichting – het stap voor stap opgeven van het lagere zelf – uiterst pijnlijk is, omdat het lagere zelf gewoonlijk het enige zelf is dat we kennen, staat er tegenover elk zo een overgave een compensatie die op zijn minst gelijkwaardig is aan dat wat men zojuist heeft verloren, en daar ver bovenuit stijgt. Deze compensatie is niet enkel theoretisch, maar iets dat je echt kan ervaren; op het laatst, wanneer het hele lagere zelf is overgegeven, is de enige passende omschrijving die je met woorden kan geven, die van van gezegende vrede. Omdat doodsangst en vrede niet naast elkaar kunnen bestaan, verdwijnt de doodsangst en blijft enkel de vrede over. Men zij echter gewaarschuwd dat het Hogere Zelf nooit compensaties uitdeelt voordat de vereiste overgave bereikt is. Als dit – zoals te doen gebruikelijk – stap voor stap gedaan wordt, wordt ook die heerlijk compensatie stap voor stap uitgedeeld.
6.8.4.443,Wanneer het ego tot niets is afgenomen, neemt het Overzelf het over.
6.8.4.446Pas wanneer het ego volledig is uitgewist en wegvalt in de Leegte, zullen we de gelukzaligheid van verlossing kennen, voelen en volledig verwezenlijken.
6.8.4.447Wanneer een louter persoonlijk “ik” wedijvert met andere “ikken” kan daar alleen eindeloze wrijving en steeds terugkerende angst uit voortkomen. Het onpersoonlijke ik, dat in het eeuwige Nu verblijft, heeft daarentegen niemand om mee, en niets om vóór, te wedijveren.
6.8.4.448De zelfzuchtige belangen die ons tot actie aanzetten of onze gedachten sturen, worden met wortel en al uitgeroeid door de grootse transformatie die ons te wachten staat wanneer we het leven van het Overzelf betreden.
6.8.4.449De mate van gehechtheid aan het ego in het centrum van ons bewustzijn is een vrij betrouwbare maatstaf voor de mate van onze spirituele ontwikkeling.
6.8.4.452De zelfzuchtige kijk op het leven is benauwend. Het ontzegt de mens het beste, houdt hem laag bij de grond, en verhindert hem om met de wonderbaarlijke krachten van het Overzelf te werken. Hoe verder hij zich er van verwijdert en hoe dichter hij bij het onpersoonlijke komt, des te eerder zal hij de zegening van een grotere wijsheid, een betere gezondheid, vredigere relaties en een voornamer karakter smaken.
6.8.4.454Wanneer we onze levenservaringen kunnen beschouwen alsof deze een ander overkomen, is dat een duidelijk teken van onthechtheid.
6.8.4.456Als hij zich van de tirannie van zijn ego weet te bevrijden en zich aan de leiding van het Overzelf durft toe te vertrouwen, zal zich een volledig nieuw leven voor hem ontvouwen.
6.8.4.457Het lijkt erop dat degene die zijn persoonlijke wil met heel zijn hart overgeeft aan het hogere zelf, alles verliest wanneer hij op haar verzoek afziet van zijn persoonlijke doelen en wensen. De waarheid is echter dat juist dán alles gewonnen wordt.
6.8.4.458Pas wanneer je probeert het ego ongedaan te maken, krijg je het ego in de gaten en kan je het identificeren.
6.8.4.461Het niet-ontwaakte ego geeft zich passief over aan de lagere invloeden die uit de schaduwen van haar eigen lange verleden tot haar komen en aan de zintuigen strelende invloeden die haar vanuit de omgeving bereiken waarin ze zich voortbeweegt. Maar wanneer het ego het Overzelf heeft gevonden en er zich met hart en ziel aan heeft overgegeven, houdt deze blinde en mechanische manier van reageren op en wordt vervangen door een vlammend, verlicht en volledig bewust innerlijk leiderschap.
6.8.4.463Verwijder bij iemand het concept van het ego en je trekt de vaste grond onder zijn voeten weg. Een gigantische ruimte lijkt zich onder hem te openen. Het geeft hem de grootste schrik van zijn leven, vergezeld van gevoelens van volledige isolatie en verschrikkelijke onzekerheid. Hij zal dan op hoge toon de terugkeer van zijn geliefde ego eisen om zo weer terug in veiligheid te komen – tenzij zijn vastbeslotenheid om de waarheid te leren kennen zo sterk en zo dominant is dat hij de beproeving kan doorstaan, de test kan overleven, en vol kan houden totdat de straling van het Overzelf de afgrond doet oplichten.
6.8.4.465De illusie van het ego is de basis van alle andere illusies. Als de ego-illusie wordt weggenomen, verdwijnen ook alle andere.
6.8.4.466Pas als wij van ons ego ontdaan zijn en van het Overzelf vervuld, kunnen wij werkelijk die goedheid bereiken waarover wij misschien vaak hebben gedroomd, maar waar we zelden over hebben nagedacht.
6.8.4.468Het niveau van iemands spiritualiteit is niet af te leiden uit hoe lang hij stil kan zitten in meditatie, maar in hoe goed hij zijn ego weet te beheersen.
6.8.4.469Wanneer het ego van ons wegvalt, voelt het alsof er een zware last van ons afglijdt, alsof we van iets bevrijd worden dat we als ongewenst zijn gaan ervaren. Gewoonlijk wordt dit gevolgd door een gevoel van kalme en vreedzame vreugde.
6.8.4.471In de mate waarin wij ons losmaken uit de greep van het ego, maken wij ons los van de ermee gepaard gaande mentale angsten en emotionele onrust. Naarmate de macht van het ego afneemt, groeit onze zorgeloze vrede.
6.8.4.475Wanneer we helemaal opgaan in het kijken naar een film, in die mate dat we onszelf en onze beslommeringen vergeten, verdwijnt het ego tijdelijk en bestaat niet langer voor ons. Dit betekent ook dat het ego – áls het al iets betekent – enkel bestaat bij gratie van het bestaan ervan in ons bewustzijn. Wanneer we onszelf oefenen in het terugtrekken van onze aandacht van het ego, niet door die aandacht aan een film te geven, maar door ons op ons eigen innerlijke wezen te focussen, zouden we erin kunnen slagen voorbij het ego te komen en zo het Zelf ontdekken dat van zichzelf Getuige is.
6.8.4.476Als we de moed hebben de illusie van het ego te laten sterven, wordt er in ons wezen een nieuw en waarachtig leven geboren.
6.8.4.478… De persoonlijkheid is immers slechts een continue stroom van gedachten, vastgehouden en gecentreerd rond één bepaald lichaam. Degene die de kracht vindt om zich van alle gedachten te bevrijden, heeft ook de kracht om zich van de persoonlijke ik-gedachten te ontdoen. Zo iemand heeft werkelijk gevolg gegeven aan de aansporing van Jezus om zijn leven te verliezen…
6.8.4.483,… wanneer de gedachten ophouden en de tijdgebonden persoonlijkheid verdwijnt, worden we dan beroofd van alle bewustzijn? Nee, we zullen nog steeds in het bezit zijn van het zuivere bewustzijn, het diepere leven dat het tijdgebonden zelf en de gedachten ervan ondersteunt.
6.8.4.483,
20 mei 2021
10 feb 2016
21 nov 2012
21 maa 2015
29 jul 2012
22 dec 2019
26 sep 2016
6 jul 2022
23 dec 2017
11 aug 2017
8 jul 2018
18 jul 2018
15 apr 2023
14 jun 2011
19 nov 2021
28 feb 2018
26 aug 2017
25 nov 2014
29 nov 2018
28 jul 2018
1 nov 2018
6 maa 2021
2 feb 2021
26 jan 2013
9 okt 2013
17 jul 2016
19 nov 2022
8 jun 2017
23 jul 2016
4 sep 2021
15 jun 2024
1 mei 2018
9 maa 2023
17 maa 2018
30 maa 2018
10 jun 2014
23 apr 2022
22 sep 2013
28 jun 2013
6 dec 2017
10 nov 2010
2 feb 2011
25 sep 2013
11 jun 2022
13 jul 2011
23 nov 2018
14 jun 2017
10 jun 2021
30 nov 2019
30 maa 2022
22 nov 2020
31 okt 2014
7 okt 2014
26 apr 2020
21 aug 2020
18 maa 2017
1 aug 2020
5 jul 2021
24 apr 2017
3 mei 2013
20 apr 2020
18 maa 2022
21 okt 2016
31 jul 2021
19 maa 2012
27 maa 2022
23 sep 2023
31 mei 2020
18 sep 2023
22 maa 2011
30 jan 2011
13 mei 2022
2 feb 2016
10 aug 2019
23 dec 2012
21 mei 2020
16 feb 2015
12 jul 2016
16 sep 2022
30 aug 2020
9 nov 2016
30 dec 2022
29 nov 2016
8 feb 2013
20 okt 2019
28 okt 2016
14 dec 2021
5 nov 2022
10 feb 2023
14 jul 2022
21 apr 2018
25 okt 2022
23 okt 2022
18 sep 2022
28 jun 2022
13 jan 2023
25 okt 2017
4 jan 2023
6 jan 2018
29 dec 2022
7 jun 2023
15 aug 2016
19 jun 2018
7 sep 2021
20 aug 2021
24 mei 2015
8 maa 2018
30 okt 2012
31 aug 2021
10 jul 2012
8 dec 2024
6 okt 2015
7 maa 2016
12 maa 2019
6 apr 2019
22 mei 2016
26 jan 2019
26 jul 2016
11 jun 2013
19 nov 2024
13 nov 2023
25 feb 2019
26 apr 2019
14 dec 2024
22 apr 2017
13 aug 2023
24 maa 2024
26 feb 2019
13 sep 2020
28 feb 2023
5 nov 2021
2 sep 2020
16 feb 2019
29 nov 2024
31 okt 2021
8 mei 2021
4 maa 2020
11 apr 2018
15 aug 2012
12 nov 2014
14 jan 2011
27 mei 2019
6 jan 2020
19 mei 2019
26 maa 2021
12 maa 2018
30 okt 2023
25 sep 2024
31 aug 2016
30 maa 2013
1 apr 2021
3 aug 2011
5 maa 2013
24 apr 2018
30 dec 2023
4 apr 2023
30 maa 2020
6 feb 2023
21 dec 2010
15 jan 2016
19 jul 2011
27 maa 2016
18 feb 2023
9 dec 2011
15 dec 2018
19 apr 2021
16 okt 2018
29 okt 2018
1 dec 2015
28 aug 2021
8 maa 2024
5 jan 2018
16 apr 2018
13 aug 2020
The notebooks are copyright © 1984-1989 The Paul Brunton Philosophic Foundation
This site is run by Paul Brunton-stiftelsen · info@paulbruntondailynote.se