The Library
Het ego ontleent, hoewel het zelf een projectie is, genoeg kracht aan de bron waaruit het is voortgekomen, om op zijn beurt z’n eigen begrensde wereld te projecteren.
6.8.3.4De natuur van het ego heeft twee kanten: een donkere en een lichte, een dierlijke en een menselijke.
6.8.3.6Het ego is het schaduwzelf dat het lichtzelf – of Overzelf – vergezelt. Het ego bevat al het donkere van ons karakter.
6.8.3.15De persona, het masker dat we aan de wereld laten zien, is slechts een deel van het ego. Ons bewustzijn, bestaande uit gedachten en gevoelens, is het tweede deel. De verborgen voorraad aan neigingen, impulsen, herinneringen en ideeën – ooit tot uitdrukking gebracht, maar later weer vergeten, of van vroeger levens meegebracht – vormen het latente derde deel.
6.8.3.17Binnenin ons is er niet één ego, maar zijn er meerdere. We leven in een situatie van steeds weer terugkerende gevoelens, die elkaar vervolgens tegenspreken, ontkennen of in verlegenheid brengen. Het ‘ik’ is echt in stukken gescheurd, waarbij elk van de genoemde gevoelens de macht opeist, maar geen van allen permanent de overhand heeft. Het dier, de mens en de engel verdringen zich in ons hart. Vandaag zijn we minderwaardig, morgen zijn we verheven. De zoektocht probeert al deze verschillende ego's te integreren.
6.8.3.18Een mens is opgebouwd uit verschillende elementen: wat we hebben geërfd van onze ouders, wat we hebben opgepikt uit onze omgeving, wat we hebben meegebracht uit eerdere reïncarnaties, wat we denken, voelen en doen en wat onze reacties zijn op andere mensen. Het is de combinatie van al deze elementen die een mens vormt.
6.8.3.21Alle daden en gedachten uit ons verleden – in het bijzonder onze neigingen – bepalen tezamen ons karakter en wie we vandaag de dag zijn.
6.8.3.23Het ego beweegt zich van kindertijd naar ouderdom, van wakker zijn naar droom, maar het beweegt zich in een cirkel. Het beweegt zich niet naar vrijheid, werkelijkheid of vrede.
6.8.3.24… Wat heeft het voor zin om enkele kleine episodes uit het verleden te lichten, zoals de puber- of de kindertijd, om te proberen speciaal met die zaken in het reine te komen, wanneer het eigenlijke verleden van het ego ontelbare onbewuste herinneringen aan vorige levens op aarde bevat en talrijke neigingen die opduiken uit episodes die tot die verdwenen geschiedenis behoren…?
6.8.3.34,… in elke geest sluimert een conflict waar we ons niet bewust van zijn en dat we gewoonlijk niet in staat zijn om te hanteren, namelijk het conflict tussen de ontwikkelingsweg die het Overzelf voor ons heeft uitgestippeld, en de weg van blinde begeerte die het ego probeert te bewandelen…
6.8.3.34,Bij elke mogelijkheid om een stap vooruit te zetten, zullen we door het ego voor de gek gehouden worden, misleid, bedrogen of zelfs teruggedreven, indien we niet alert genoeg zijn om dat risico te onderkennen.
6.8.3.37Het 'ik' wordt boos als het uitgedaagd wordt, herinnert zich vervolgens dat het zichzelf moet beheersen en schept op die manier een hogere en kalmere staat van zijn voor zichzelf, maar die bevindt zich nog altijd in de persoonlijke ego-sfeer. Het 'ik' heeft zich niet van zichzelf bevrijd, maar enkel een negatieve emotie door een positief gevoel vervangen.
6.8.3.40Het is heel gewoon voor het ego om negatief te reageren op ervaringen die met verlies of tegenwerking te maken hebben. Maar dat is alleen zo wanneer wij – zoals de meesten van ons – nog niet ontwaakt zijn, ongeoefend en zonder zelfbeheersing, en niet in staat om een hogere staat van zijn binnen te gaan.
6.8.3.42Het ego weet maar al te goed hoe het zichzelf moet beschermen, en hoe het kan voorkomen dat wij ons onttrekken aan zijn macht over ons.
6.8.3.54Het ego heeft dezelfde macht over ons, of we het ego nu accepteren of veroordelen, want in beide gevallen zorgt het ervoor dat we ons met onze egocentrische zoektocht bezig blijven houden.
6.8.3.55Aan elke handeling van het ego ligt het verlangen naar overleving en bestendiging van het ego zelf ten grondslag.
6.8.3.56Het ego is perfect in staat tot het sluiten van allerlei compromissen of concessies met zichzelf – morele met zijn geweten, logische met zijn intellect, geestelijke met zijn ambities – en is daarmee perfect in staat tot allerlei zijsprongen, spitsvondigheden, uitvluchten, en vermommingen, of het nu om zaken op het hoogste of laagste niveau gaat.
6.8.3.57Het ego doet zich voor als het enige zelf, het echte zelf, het hele zelf.
6.8.3.60Het ego kan veel uitvluchten vinden en veel voorwendsels bedenken die ons verhinderen om een eerste vernederend gebaar van mentale overgave te hoeven maken. Zij zijn bedoeld om het eigen leven of gezag van het ego te beschermen, en ons hoogmoedig af te sluiten voor het Overzelf.
6.8.3.65Het ego gebruikt alle spitsvondigheid van zijn logische denkvermogen en alle verleidingskunst van zijn genotzoekende natuur om zich verre van de spirituele zoektocht te houden.
6.8.3.71Het ego is van nature een bedrieger en handelt als een leugenaar. Want wanneer het zou onthullen hoe dingen werkelijk zijn, of diepe waarheden zou verkondigen, zou het zichzelf verraden als aartsbedrieger die pretendeert de mens zélf te zijn en die doet alsof hij gelukkig is.
6.8.3.79Het ego liegt tegen zichzelf, tegen degene die zich ermee identificeert en tegen andere mensen.
6.8.3.83Zolang het ego heerst, zullen de daaruit voortkomende karmische neigingen blijven bestaan. Maar wanneer de heerschappij van het ego afneemt, worden automatisch ook deze neigingen minder. Om dit proces te starten, moeten we proberen een onpersoonlijk en onthecht standpunt in te nemen.
6.8.3.84Het Overzelf is dichtbij, maar het ego verstoort de communicatie ermee.
6.8.3.92Zo gemakkelijk als het ego wordt gerustgesteld door vleierij, zo gemakkelijk wordt het gekwetst door kritiek. Maar degene die deze dwingelandij weet te overwinnen is in staat beide op de juiste waarde te schatten.
6.8.3.96Het ego dat zo gemakkelijk over de slechte behandeling door anderen klaagt en zo traag is met het erkennen van eigen slecht gedrag, is onze ergste vijand.
6.8.3.104Het ego zoekt altijd naar wegen om zich te verontschuldigen en vindt die ook altijd. Het wil alles doen om maar niet de eigen laaghartigheid, zwakte of domheid te hoeven bekennen. Tegen beter weten in zal het hieraan vast blijven houden, in plaats van toe te geven dat een diepgaande verandering noodzakelijk is.
6.8.3.106Wanneer het ego zijn eigen voortbestaan bij een bepaalde stap of beslissing in gevaar ziet komen, creëert het angst, bedenkt het valse hoop en overdrijft het moeilijkheden om deze stap of beslissing niet te hoeven nemen.
6.8.3.108Als het ego net zo goed in staat zou zijn om zichzelf te veroordelen als om zichzelf te rechtvaardigen, of om anderen te rechtvaardigen als om hen te veroordelen, hoeveel sneller en gemakkelijker zou de zoektocht dan wel niet gaan.
6.8.3.112Het ego weet heel goed hoe het zijn slechtste kanten kan verhullen met de nobelste zelfrechtvaardigingen.
6.8.3.116Hoe meer vorderingen we maken door onze intuïtie te volgen, hoe meer de spitsvondigheden van het ego ons op een dwaalspoor zullen proberen te brengen.
6.8.3.118Het ego voelt het gevaar waarin het zich bevindt en neemt zijn toevlucht tot trucjes, bedrog en listigheden om zichzelf te redden.
6.8.3.130De trots over ons vermogen om de waarheid te vinden, verlichting te bereiken en zuiverheid te vinden ontneemt ons de nederigheid die nodig is om het ego op te geven en het Overzelf toe te laten.
6.8.3.148Egoïsme, zijnde de beperking van het bewustzijn tot het individuele leven dat van het oneindige leven is afgescheiden, is de laatste hindernis op weg naar het bereiken van eenheid met dat oneindige leven.
6.8.3.149Wij mensen hebben op verschillende momenten in ons leven vele lasten te dragen, maar de zwaarste van allemaal is de last van ons eigen ego.
6.8.3.155Als ons egoïsme te sterk is, zal zelfs het meest verlichte deel van het Overzelf niet in staat zijn om door te dringen tot ons bewustzijn, hoe vurig ons verlangen er ook naar moge zijn.
6.8.3.161Het is niet verkeerd om van onszelf te houden en onszelf te dienen – want wie anders is er zo dichtbij ons? – maar alléén wanneer we dat doen door ons hogere levensdoel buiten te sluiten.
6.8.3.163Vanaf het moment dat het lagere ego zichzelf begon te manifesteren, scheidde het zich steeds meer af van de andere ego’s, terwijl de goddelijke oorsprong steeds meer buiten het zelf gezocht werd.
6.8.3.172Gedurende het grootste deel van de Zoektocht komt dezelfde mengeling van egoïsme en idealisme in ons karakter tot uiting. Alleen in de meer gevorderde stadia wordt ons egoïsme steeds minder totdat er uiteindelijk niets meer van over is.
6.8.3.176
31 jan 2013
21 sep 2016
15 mei 2021
15 nov 2012
26 jun 2024
26 jan 2017
1 maa 2021
15 nov 2013
20 okt 2011
6 jan 2021
28 jan 2021
5 jun 2015
21 jul 2024
29 jan 2022
29 apr 2017
4 nov 2022
25 jan 2016
22 nov 2017
13 jul 2023
8 feb 2018
13 sep 2024
31 mei 2018
29 maa 2017
18 nov 2017
10 aug 2018
9 mei 2019
12 okt 2014
18 dec 2017
13 sep 2021
26 sep 2021
9 jan 2022
23 feb 2024
16 dec 2015
9 maa 2011
18 apr 2022
23 mei 2019
8 nov 2021
5 nov 2017
23 jan 2021
The notebooks are copyright © 1984-1989 The Paul Brunton Philosophic Foundation
This site is run by Paul Brunton-stiftelsen · info@paulbruntondailynote.se