The Library
Ter ondersteuning van de eerste periode van de beoefening zelf, kunnen we een bepaald onderwerp of geluid kiezen om onze aandacht op te richten. We kunnen in een donkere kamer naar een streep licht staren of luisteren naar het tikken van een metronoom. Wát we ook van de buitenwereld afzonderen om onze concentratie op te richten, we gebruiken het louter als een springplank om de innerlijke wereld binnen te gaan.
4.4.5.6Stel je zo levensecht als mogelijk voor dat je Leraar in zijn gebruikelijke stoel of houding hier bij je in de kamer zit. Gedraag je vervolgens – en mediteer – zoals je in zijn fysieke aanwezigheid zou doen.
4.4.5.17Stel je een schitterend wit licht voor dat, schijnend vanuit het hart, zich door het hele lichaam verspreidt.
4.4.5.19Oefening: visualiseer een lieflijk glooiend landschap. Jij bevindt je in dat landschap. Voel hoe vredig het daar is. Stel je vervolgens het gezicht van een inspirerend persoon voor en denk je in dat jij je in haar of zijn nabijheid bevindt.
4.4.5.23Wanneer de mentale vorm waarop wij mediteren uit zichzelf verdwijnt en de geest plotseling compleet stil wordt, ledig en perfect in evenwicht, dan staat de ziel op het punt zich te openbaren. Dan zijn de vereiste psychologische omstandigheden aanwezig om een dergelijke openbaring mogelijk te maken.
4.4.5.25Het is voor bijna iedereen eenvoudiger in beelden te denken dan abstract, makkelijker om mentale beelden te vormen dan mentale concepten. Van dit feit kan handig gebruik worden gemaakt om het meditatievermogen te stimuleren. Het mentale beeld van een dode heilige waar de student zich in het bijzonder toe voelt aangetrokken of van een levende meester die hij hoogacht, vormen een uitstekend object waarop hij zijn aandacht kan concentreren.
4.4.5.26Richt je aandacht naar binnen en stel je voor dat zich in je hart een stralend en schijnend Wezen bevindt. Zie het als puur gouden zonlicht, en denk er aan als aan iets zuiver Geestelijks.
4.4.5.29Het spirituele embleem waarbij een cirkel en een andere vorm worden gecombineerd, staat voor verzoening van het Overzelf met het ego, voor integratie van de hogere met de lagere natuur van de mens.
4.4.5.56… Het Overzelf is onderwerp van meditatie zolang we het ervaren als iets dat van ons afgescheiden is. Dat is goed, maar niet goed genoeg, want dan aanbidden we een soort gesneden beeld, in plaats van de sublieme realiteit. Wij moeten ons nog verder oprichten en het Overzelf niet beschouwen als iets dat van ons afgescheiden en anders is, maar als ons werkelijke zelf.
4.4.5.73,Het beeld van Boedha, zittende in meditatiehouding, symboliseert de essentie van zijn boodschap. En die was in al haar simpelheid niet meer dan, ”Wees stil – maak jezelf leeg – en laat alles wat die innerlijke stilte onmogelijk maakt – zoals gedachten, verlangens en het ego – vallen.”
4.4.5.77Het zich identificeren met een leermeester is uiterst effectief en geeft snel resultaten, omdat het ons op eenvoudige wijze voor genade toegankelijk maakt… Het is een feit dat we enkel door aan haar of hem te denken al geïnspireerd kunnen worden…
4.4.5.112,
2 jun 2024
1 sep 2017
16 apr 2015
9 jan 2013
21 mei 2015
21 okt 2012
4 feb 2013
7 jun 2021
10 jun 2013
8 nov 2012
7 dec 2012
The notebooks are copyright © 1984-1989 The Paul Brunton Philosophic Foundation
This site is run by Paul Brunton-stiftelsen · info@paulbruntondailynote.se