The Library
Wanneer we er achter kunnen komen wat de ware waarde van de mens is en wat ons werkelijk kan verlossen, leren we de meest praktische les van allemaal. Want dit laat ons meer dan al het andere zien hoe we op aarde vredig, voorspoedig, gezond en zinvol kunnen leven.
16.26.4.3Tegen deze immense kosmische achtergrond kunnen we de armzaligheid zien van de menselijke trots en de belachelijkheid van de menselijke hoogmoed.
16.26.4.12Hoewel het niet mogelijk is om enig onweerlegbaar wetenschappelijk bewijs van het leerstuk van de spirituele evolutie te overleggen, is het aantoonbaar net zo redelijk als elke andere doctrine. En voor hen die een mystieke ervaring van goddelijke aanwezigheid voorbij het egobewustzijn hebben gehad, van goddelijke wijsheid voorbij de kosmos, is het de enig aanvaardbare.
16.26.4.13Geen enkel levend wezen in het dierenrijk kent meer dan zijn onmiddellijke omgeving of is in meer geïnteresseerd dan zijn eigen onmiddellijke voortbestaan. Het leeft in een enorme en gevarieerde wereld maar dat feit ontgaat hem en valt buiten zijn belangstelling. Enkel wanneer de zich ontwikkelende entiteit het stadium van de ontwikkelde mens bereikt verdwijnt dit gebrek aan bewustzijn. Dan krijgt het leven een wijdere betekenis en wordt de levenskracht zich bewust van zichzelf en krijgt een eigen persoonlijkheid. Alleen dan wordt een hoger doel mogelijk en duidelijk.
16.26.4.26Geen enkel dier heeft het vermogen zich buiten zichzelf te begeven en zichzelf op onpersoonlijke wijze gade te slaan. Sommige mensen hebben dat vermogen, en meer mensen zullen dat vermogen krijgen als ze hun innerlijke mogelijkheden ontwikkelen.
16.26.4.31Ja, we moeten weliswaar toegeven dat de mens beweegt en handelt met een dierlijk lichaam, maar laten we niet vergeten dat we denken met een menselijk brein, en voelen met een hart dat in staat is tot liefdadigheid. Bovendien is er iets in ons dat streeft naar spiritualiteit.
16.26.4.36Het mineraal, de plant en het dier dragen ook de oneindige Levenskracht in zich, maar zij zijn zich daar niet bewust van. Alleen de mens kan zijn goddelijkheid kennen…
16.26.4.38,... Het hoogste vermogen dat de mens van het beest scheidt is het vermogen om inzicht in de waarheid te verwerven en zijn goddelijke afkomst te ervaren.
16.26.4.40,Alle dieren moeten reïncarneren, maar wanneer wij mensen de Zoektocht aanvaarden kunnen we de cirkel van wedergeboorten uiteindelijk doorbreken.
16.26.4.41... Alles verdwijnt uiteindelijk, maar alleen de mens is in staat bewust in een hoger Bewustzijn op te gaan.
16.26.4.42,We zijn niet enkel alleen maar een hoger soort dieren, maar hebben iets dat de andere dieren niet hebben – een zelfbewustijn dat ontwikkeld kan worden tot het rijpt tot een denkkracht en een totaal superieure vorm van bewustzijn – dat van het Overzelf.
16.26.4.43Alleen door een leven als mens is het mogelijk de realisatie van het Overzelf te bereiken. Daarom mag dat leven nooit van iemand afgenomen worden als straf voor zijn misdaden, hoe slecht diegene ook geweest mag zijn en hoe ver deze ook van het Overzelf afgedwaald is.
16.26.4.44… wij zouden onze menselijke eigenschappen kunnen gebruiken om ons huidige niveau te overstijgen…
16.26.4.46,De mens heeft de keuze om zich al dan niet aan zijn dierlijke genen en hormonen over te geven, maar de neiging om ze te volgen stamt uit een eerder stadium, is heel erg oud en is slechts langzaam onder controle te krijgen. Wij worden pas dán volledig mens wanneer we deze erfenis van ons voorgeslacht volledig kunnen overstijgen.
16.26.4.47Dat wij mensen rechtop lopen en de meeste dieren niet, is omdat onze rechtopstaande houding symbolisch is voor onze geleidelijke overgang naar het onder controle krijgen van ons dierlijk lichaam en onze dierlijke natuur.
16.26.4.48… In één deel van ons wezen zijn we dieren, in een ander deel mensen en in een derde deel zijn we soms als engelen. Al deze delen vormen samen één schepsel. We leren middels onze zintuigen ons lichaam kennen. We leren een deel van onze geest kennen middels onze gedachten. We leren nog meer over de diepere lagen van onze geest, niet door te denken, maar door onze intuïtieve ingevingen.
16.26.4.54,Zo ziet de drievoudige natuur van de mens eruit: een lager zelf gedomineerd door dierlijke instincten, een tussen zelf dat overheerst wordt door menselijke gedachten en een hoger zelf met een goddelijke natuur.
16.26.4.55We kunnen ons afvragen hoe dierlijke lust, menselijk vernuft en engelachtige edelheid in één enkele entiteit vermengd kunnen worden. Dat is dan ook het mysterie dat mens heet.
16.26.4.56… De kosmos kan volledig desintegreren of vernietigd worden, maar het creatieve idee ervan zal in de Wereldgeest voortleven. Op dezelfde manier zal, hoewel het lichaam van een mens sterft en desintegreert, het creatieve idee van die mens als zijn Ziel voortleven in de Wereldgeest. Het idee zal niet sterven. Het is zijn echte Zelf, zijn perfecte Zelf. Het is het werkelijke Idee van hem dat voor altijd roept om verwezenlijkt te worden. Het is het nooit vertoonde beeld van God waarnaar de mens geschapen is en dat hij in zijn alledaagse bewustzijn tot leven moet zien te brengen.
16.26.4.63,De mens is wie hij is. Niets kan dat veranderen. Uit de onsterfelijke, welwillende, eeuwige Geest kwam hij voort, en daarnaar zal hij wederkeren. Ondertussen vormt die Geest al die tijd zijn essentie…
16.26.4.68,De mens die volgens de bijbel naar het evenbeeld van God gemaakt is, is niet de aardse mens, voor iedereen zichtbaar en sprekend met een stem die door fysieke oren gehoord kan worden. Die mens bevindt zich in het diepste centrum van ons bewustzijn, daar waar zich enkel een Leegte bevindt en waar die mens in stilte tot de oplettende geest spreekt, maar niet tegen anderen.
16.26.4.73De mens die naar het evenbeeld van God geschapen is, is niet de fysieke, door verlangens gedreven, gedachten producerende mens, maar degene die – stil, sereen en onopgemerkt – daarachter schuilgaat.
16.26.4.74Ook al kunnen we het “waarom” van het bestaan in het algemeen niet bevatten, we kennen wel het “waarom” van het menselijk bestaan. Het verschaft ons de ervaringsruimte waarbinnen we onze goddelijke ziel kunnen ontdekken. De hele zoektocht die deze ontdekking tot doel heeft is dientengevolge het grootste en belangrijkste wat een mens ooit kan ondernemen.
16.26.4.82… er is iets dat we kunnen en moeten weten om onszelf te kunnen verwezenlijken, maar het is geen logische aaneenschakeling van opeenvolgende feiten; het is niets anders dan onze relatie met de bron van de kosmos.
16.26.4.83,De ervaring van de mens is zo beperkt en zijn geestelijke uitrusting is zo gering dat zijn poging om het universum te begrijpen onbeschaamd zou lijken, ware het niet dat grote profeten en zieners ons verzekerd hebben dat waar het intellect en de zintuigen falen, de intuïtie kan slagen.
16.26.4.84Als het menselijk leven een hoger doel heeft, is dat gelegen in de weg die het menselijk ego terug moet zien te vinden naar harmonie met het Overzelf, die weliswaar verstoord is geraakt maar nooit verbroken.
16.26.4.86… Allemaal moeten we het leven geven wat het van ons mensen verlangt, namelijk dat we onze huidige staat van zijn overstijgen…
16.26.4.87,… het hoogste waarvoor we onze intellectuele kracht kunnen inzetten is voor het zoeken naar de reden van het menselijk bestaan…
16.26.4.88,Het doel van het leven is om zich bewust met het Leven te verbinden.
16.26.4.90De mens heeft twee behoeftes: het herinneren van zijn goddelijke afkomst en de verlossing van zijn aardse natuur.
16.26.4.91Wanneer je gevraagd wordt of het leven een doel heeft, moet het antwoord zijn: ”Ja! Om onszelf te perfectioneren en te leren kennen, en om – wanneer we daarin geslaagd zijn – het geluk te vinden dat daaruit voortkomt”.
16.26.4.92Het bereiken van volwassenheid is vooral daarom zo goed, omdat het ons jaar na jaar de kans geeft ons hogere zelf te bereiken.
16.26.4.93Het hogere doel van ons bestaan is de mensheid te verheffen tot dat zij in het besef van haar eigen goddelijkheid kan leven.
16.26.4.94Er is een ordelijke structuur in het universum, en een ordelijk patroon in het leven van alle wezens in dat universum. Als alles wordt beheerst door wetten, waarom zou dat dan niet gelden voor de spirituele ontwikkeling van de mens?
16.26.4.98We maken deel uit van het Plan dat de Wereldgeest voor de wereld heeft, en dus zijn we óók een deel van het doel daarvan. Probeer er achter te komen wat dat doel is, en hoe je het kan verwezenlijken, in plaats van je te verliezen in misère, frustratie of angst. Kijk naar je persoonlijke situatie – thuis en op het werk, op verstandelijk, emotioneel en spiritueel niveau – en welke betekenis het binnen dezelfde doelstelling zou kunnen hebben. Kijk of het je iets specifieks te leren heeft, of het je wil vertellen wat je al dan niet te doen staat.
16.26.4.101Het is onzin te beweren dat ieder mens er alleen voor staat. Wij bevinden ons in de grote Wereldgedachte, waar we deel van uitmaken, mee verbonden zijn en door ondersteund worden.
16.26.4.102Iedereen probeert onbewust het hogere doel na te streven dat het Overzelf voor ons in petto heeft…
16.26.4.105,Hoe oud is de reeks ervaringen die ons onbewust naar onze huidige evolutionaire positie hebben gebracht! Hoe verheven is het niveau waar we nog naar op weg zijn...
16.26.4.109,Elk mens wordt de kans geboden opnieuw te leven, niet één keer, maar zo vaak als nodig is om hem naar zijn goddelijke essentie te brengen en hem daarmee te verbinden…
16.26.4.112,Het einde van de Wereld-Idee is vanaf het begin af aan voorbeschikt geweest, en biedt geen ruimte voor persoonlijke keuzes. Maar er is wél een zekere mate van vrije wil in één richting – hoe snel of hoe laat het goddelijke einde wordt bereikt. Het tijdselement is daarbij niet vastgelegd, maar de richting wel.
16.26.4.115Als ons een glimp van het Wereldidee gegund wordt, begrijpen we eindelijk waarom we hier zijn gekomen, wat we te doen hebben en wat onze plaats is. Het is als een immense uitvergroting van de geest, een ontsnapping aan de kleinheid van het ego en het ontdekken van een oud geheim.
16.26.4.121… Dit is hoe wij van ons leven op aarde gebruik moeten maken: ons persoonlijke leven, onze familie en relaties, onze professionele carrière – alles moet deel uit maken van ons streven naar het hogere doel. Als dat besluit eenmaal genomen is, is de mate waarin we slagen of falen niet langer van belang, want elke volgende incarnatie zal in dezelfde richting wijzen. Filosofie heeft ons het niet-bestaan van de tijd getoond en onze onverbrekelijke band met het Overzelf laten zien…
16.26.4.123,Hij heeft inzicht gekregen in wat de Wereldgedachte voor hem betekent, namelijk dat hij het menselijke zelf moet gebruiken om zich boven zijn dierlijke natuur te verheffen, en dat hij zichzelf in dienst moet stellen van zijn hemelse, zijn beste zelf om zich te verheffen boven de natuur van de gewone mens. Op deze wijze werkt hij samen met de Wereldgedachte.
16.26.4.123,Alleen in de mate waarin wij onze eigen kleine doelen met het universele doel weten te verenigen kunnen we harmonie en geluk ervaren. De kracht van het universele doel helpt ons bij ongeluk en tegenspoed en leidt ons triomfantelijk langs alle ellende en vijandigheden.
16.26.4.140Hoe meer je over de Wereld-Idee leert, hoe meer je je erover verwondert. Als je een stap verder gaat en ermee samenwerkt, vind je vrede.
16.26.4.142We kunnen alleen met de Wereldgeest samenwerken in de mate waarin we in staat zijn ons aan de greep van ons ego te ontworstelen. Alleen dan kunnen we de schitterende openbaring van de betekenis van de wereld en haar wetten zo duidelijk te verstaan, dat we op een intelligente en liefdevolle wijze aan het leven deel kunnen nemen.
16.26.4.146We moeten niet vergeten dat deze hogere wetten voor de hele kosmos gelden, niet alleen voor een deel ervan…
16.26.4.164,Leren wat deze kosmische wetten zijn en proberen daaraan te gehoorzamen is de enige manier waarop de mensheid kan doen wat het beste voor zichzelf is. De mensheid dient tot gehoorzaamheid te komen door van zijn ervaringen te leren; daar valt niet aan te ontsnappen.
16.26.4.167… Dit is de ware boodschap: “Zoek naar het goddelijke in jezelf, keer er elke dag naar terug, leer jezelf om er zolang als mogelijk in te verblijven om het, uiteindelijk, te zijn.””
16.26.4.170,… Wij zijn nog steeds menselijke wezens, geen goden. Toch is er iets goddelijks in ons en dat dienen we te vinden en daar moeten we ons aan vastklampen, want het is echt onze redding, onze enige verlossing. Wanneer we dat doen vervullen we ons doel hier op aarde en alleen dán leren we waarachtige innerlijke vrede kennen en komt er een einde aan die rusteloze, opgewonden en onzekere mentale toestand …
16.26.4.170,De krachten die mensen beroeren en gebeurtenissen teweeg brengen, kunnen niet altijd door rationele analyse ontdekt worden. Er is een andere factor aanwezig die zich aan een dergelijke analyse onttrekt. Het kan de evolutionaire intentie van de Wereldgeest genoemd worden.
16.26.4.171Alle dingen en alle wezens vloeien voort uit de grenzeloze Macht, waar ieder zijn bewustzijn aan ontleent. En dat is niet het enige. Want al wat ze aan intelligentie bezitten stamt ook af van deze Macht. Is het niet een grandioze gedachte, vol belofte en hoop, dat gedurende de geleidelijke ontwikkeling van minuscule cellen tot hemelse wezens, deze intelligentie zich via de mens omhoog werkt, zodat deze in staat is om zijn eigen Goddelijkheid te bereiken en te leren kennen?
16.26.4.172… De ontwikkeling van alle wezens, van primitieve amoebe tot perfect spiritueel bewustzijn, is gegarandeerd.
16.26.4.174,We zouden het evolutie kunnen noemen als we dat zouden willen, maar dat klopt eigenlijk niet helemaal. Het universum wordt ertoe aangezet om de Wereld-Idee te volgen, dat is de essentie van wat er gaande is.
16.26.4.175,We kunnen het evolutie noemen als we dat willen, maar dat is niet helemaal wat er in werkelijkheid aan de hand is. Het universum wordt geleid om de Wereld-Idee te volgen – dát is de essentie van wat er gebeurt.
16.26.4.175Omdat de geest de fundamentele werkelijkheid is, is deze hele plechtstatige vooruitgang niets anders dan een evolutie van lagere naar hogere vormen van intelligentie en bewustzijn.
16.26.4.177We moeten beginnen te begrijpen dat deze planeet een specifiek doel heeft en dat de evolutie van alle levende wezens op aarde daar deel van uitmaakt.
16.26.4.180Deze aarde, met de afwisselende ervaringen van goed en kwaad, vreugde en pijn, en vrede en gevaar, is een school die de primitieve beestmens inwijdt in de ontwikkeling van het bewustzijn, totdat hij het punt bereikt waarop hij voor het eerst zijn Overzelf ontdekt.
16.26.4.181De wereld is er om een oefenmogelijkheid te bieden aan de zich immer ontwikkelende levende wezens – vanaf hun eerste begin als protoplasma-cel tot hun latere ontwikkeling als menselijke wezens.
16.26.4.182… De wereld bestaat niet alleen ten behoeve van de menselijke soort. Het is een middel tot ontwikkeling en expressie voor alle soorten schepselen, een ontwikkeling waarin de mens in hoge mate deelt.
16.26.4.183,De verschillen in bewustzijn tussen een amoebe, een insect, een dier en een mens laten een groeilijn zien.
16.26.4.185Alles wat gevoel of bewustzijn heeft – al is het in nog zo geringe mate – is in staat zich tot een hogere vorm van bestaan te ontwikkelen. Maar alleen wanneer het zich tot individu ontwikkelt en de menselijke staat bereikt kan het zijn mogelijkheden verwerkelijken.
16.26.4.188De aard en functies van de mens worden in het klein weerspiegeld in de cellen waaruit ons lichaam is opgebouwd, terwijl wij die van de Universele Geest weerspiegelen, waarbinnen wijzelf een soort cellen zijn.
16.26.4.191In het hele organisme van de mens is er geen enkele cel die niet op heel kleine schaal het patroon, de verhoudingen en de functies van de immense kosmos weerspiegelt.
16.26.4.192De ontwikkeling van de mens kent verschillende stadia. Sommigen bevinden zich op een lager niveau, anderen op een hoger en weer anderen bevinden zich ergens daartussenin. Mensen zijn nu eenmaal niet gelijk als het gaat om karakter, gedragspatronen, intelligentie of intuïtieve vermogens…
16.26.4.201,Dat dieren in kudden leven heeft een betekenis. Naarmate de mens volwassen wordt, bereikt hij een steeds hogere vorm van individualiteit.
16.26.4.205Door de eeuwen heen bouwt de menselijke entiteit langzaam haar bewustzijn en vermogens op, een proces dat soms prettig is en soms pijn doet.
16.26.4.206In deze zaak is er uiteindelijk geen keus, hoewel die er in het begin wel lijkt te zijn. Het hele menselijke ras zal de loop der dingen moeten volgen die voor haar ligt uitgestippeld, en zal de subtielere gevoelens, het concrete en het abstracte verstand en de balans tussen de verschillende kanten moeten ontwikkelen. Als men het nu niet probeert te doen, dan is het enkel een kwestie van tijd tot ze gedwongen zullen worden om het later alsnog te doen.
16.26.4.214Wij mensen zullen behouden en gered worden. Dit is niet enkel vroom wensdenken, maar onze onvermijdelijk bestemming. De goddelijke Wereldgedachte zou nooit gerealiseerd kunnen worden als genade en redding uiteindelijk niet alleen mogelijk, maar ook onontkoombaar zouden zijn.
16.26.4.215Het is gemakkelijker om een woestenij om te vormen tot een bloeiende tuin met planten en bloemen, dan om de mensheid om te vormen tot een spiritueel ras. Maar tijd, leven, evolutie en ervaring zullen samenwerken om dit voor elkaar te krijgen. De beweging naar hogere niveaus zal langzaam en pijnlijk zijn, en de rijping van de menselijk aard zal traag gaan en soms tot stilstand komen, maar de opwaartse beweging is onstuitbaar omdat deze besloten ligt in het lot van de mens.
16.26.4.216Het Wereld-idee is op alle niveaus actief. Het nodigt de wilde mens uit om zijn mededieren te slim af te zijn door zijn hersens te gaan gebruiken voor het vervaardigen van pijlen, slingers en primitieve vallen; een niveau hoger wordt dezelfde kracht gebruikt voor competitie met de medemens om economisch gewin en sociale status; nog een niveau hoger gaat het om het verminderen van lijden en zelf gecreëerde ellende door het beoefenen van zelfcontrole en mededogen; tenslotte gaat het, nog een niveau hoger, om het ontdekken en voeden van zijn spirituele natuur.
16.26.4.218Wanneer het levensdoel en de Wereldgeest een dialoog aangaan ontwikkelt de mens langzaamaan zijn intelligentie – een mix van verstand en intuïtie – die zijn hoogtepunt bereikt in de Verlichting, het hoogst bereikbare en alles openbarende Inzicht.
16.26.4.220De opwaartse beweging van het ‘ik’ van het ego naar het echte ‘ik’-bewustzijn is net zo zeker als de beweging van de planeten zelf.
16.26.4.221De mensheid zal zich binnen afzienbare tijd (maar niet in het huidige tijdsgewricht) zoals ooit eerder in prehistorische tijden, nederig schikken naar door waarachtige wijzen geleide heersers, en – door de echte werkelijkheid van het leven geïnspireerd – een hogere regeringsvorm accepteren. Filosofen zijn dan niet langer alleen maar getuigen van hun tijd, maar ook initiatiefnemers. Pas dán zal de mensheid er in slagen oorlogen te vermijden, hoewel haar eigen moraal nog steeds dóór zal moeten groeien. Wanneer dat wordt ingezien zal de Natuur zelf vriendelijker worden en zullen andere vormen van menselijk lijden aanmerkelijk minder vaak voorkomen.
16.26.4.231Ook al bereiken we op een dag een hoger soort beschaving, menselijke verschillen zullen tot uitdrukking blijven komen.
16.26.4.232Er zal een edeler en wijzer soort mensen, met een hoger bewustzijnsniveau, uit de grote massa boven komen drijven. Al zijn ze vandaag nog niet zo talrijk, morgen zijn er zeker meer.
16.26.4.233De bewoners van elke planeet bevinden zich in verschillende ontwikkelingsstadia, sommige hoger en sommige lager. Dat geldt niet alleen voor mensen, maar ook voor dieren en zelfs planten. In bepaalde stadia van hun evolutie bewegen ze zich in grote golven van de ene planeet naar de andere. Ze gaan daarheen waar ze de voor hen meest geschikte condities kunnen vinden, hetzij om zich op hun huidige niveau te manifesteren, dan wel om zich voor te bereiden op een volgend hoger niveau. De achterblijvers gaan naar een planeet waar de omstandigheden van een lagere orde zijn, want daar voelen ze zich meer thuis. Aan de andere kant zullen de voorlopers, die de massa achter zich gelaten hebben en zich op aarde niet verder meer kunnen ontwikkelen, naar een planeet van een hogere orde gaan.
16.26.4.236… Wij mensen dragen het goddelijke in ons binnenste.
16.26.4.237,… de idee dat het leven pas in de mens zijn eerste individuele zelfbewustzijn bereikt, wordt gestaafd door de filosofie en bewezen in het leven van alledag. Waar is alléén de mens zich bewust van? De mens is zich bewust van zichzelf, van wie hij is, van zijn ego. Gedurende alle eerdere stadia van evolutie werd het bewustzijn volledig versluierd in de vormen waarin het zich manifesteerde en werd het zich nooit van zichzelf bewust…
16.26.4.237,De mens heeft zich altijd te druk gemaakt om zichzelf en zijn eigen belangrijkheid binnen de kosmische verhoudingen. Waarom zouden er geen andere, aan hem superieure vormen van leven kunnen bestaan, bewuste intelligente wezens met een sterker ontwikkeld mentaal vermogen, karakter en spirituele kennis, en toegerust met hogere vermogens en techniek?
16.26.4.238Er zijn bestaansvormen op andere niveaus en in andere tijden en ruimtes dan de onze. Het niveau dat wij kennen en de mensen die wij zien is slechts een deel van wat de Wereldidee tot uitdrukking brengt.
16.26.4.240Er zijn wezens die niet onderworpen zijn aan de wetten die het fysieke bestaan van de mensheid beheersen. Deze wezens zijn gewoonlijk niet zichtbaar voor mensen. Het zijn goden.
16.26.4.242De menselijke entiteit heeft vreugde en lijden meegemaakt, geboorte en dood ervaren, en geëxperimenteerd met goed en slecht, met als enige doel om een volledig bewuste entiteit te worden. Hoe zou dan vernietiging – volgens de Veda’s of anderszins – het uiteindelijke lot van die entiteit kunnen zijn?
16.26.4.245Wij komen niet uit de vergetelheid. Heel ons verleden is in onze karakters, vermogens en neigingen vertegenwoordigd; daarom zullen we niet in vergetelheid verdwijnen. De dood bestaat niet – er is enkel een verandering in staat van zijn.
16.26.4.247Zijn bestemming is dus waar hij vandaan komt. Maar als we beweren dat hij in de eeuwige Geest is geboren roept dat de vraag op: “Hoe kan de tijd, die zich buiten de eeuwigheid bevindt, hem naar de eeuwigheid toebrengen?” Het antwoord daarop is dat het hem er niet naartoe brengt; het leert hem enkel er naar op zoek te gaan en bereidt hem voor om door de opening te gaan waardoor hij kan ontsnappen. Is het nodig daaraan toe te voegen dat deze opening daar te vinden is waar het ego zich volledig aan het Overzelf overgeeft?
16.26.4.249Het doel waar wij stap voor stap naar op weg zijn is drieledig: een volledig ontwikkelde omgeving, een volledig ontwikkelde intelligentie en een gerealiseerde ziel. De eerste twee zijn slechts ondersteunend aan de laatste die het belangrijkste is, want pas bij de laatste komen wij tot begrip en vervolgens tot volledige realisatie van onszelf. Ja, wij zijn werkelijk op weg naar het grote ontwaken in volledig zelfbewustzijn.
16.26.4.250Het proces van de menselijke evolutie dient een tweevoudig doel. Het eerste is het ontwikkelen van fysieke, emotionele en intellectuele eigenschappen. Het tweede is het individu er toe te bewegen zich in zijn goddelijke oorsprong te verdiepen en er zich volledig bewust van te worden.
16.26.4.253De levensreis is zowel een avontuur als een pelgrimstocht. Wij reizen van lichaam naar lichaam om ervaring op te doen. De vrucht van die ervaring heet Verlichting: de kennis van het Overzelf, het gerealiseerde bewustzijn van haar aanwezigheid; en kennis van de Onzichtbare Kracht achter het universum, de verbinding die daarmee tot stand gebracht is.
16.26.4.254We zijn hier op aarde voor een hoger doel dan het voor de hand liggende fysieke doel van zelfbehoud, want ook het zelfbehoud draagt bij aan het hogere doel. We zijn hier om ons in het bewustzijn van het Overzelf te ontwikkelen. Elke fysieke ervaring is enkel een middel tot spirituele ontwikkeling.
16.26.4.255… Het ego ontwikkelt zich langzaam vanuit een volledig onbewustzijn tot een beperkt bewustzijn en zal pas later zijn oneindige oorsprong herkennen en er zich mee verenigen. De bron waar het ego oorspronkelijk vandaan komt blijft een serene getuige, onaangedaan en alwetend. Het doel van deze evolutie is de ontwikkeling van het ego. Als de Spirituele Zoektocht is volbracht, onthult het Overzelf haar aanwezigheid eerst op wispelturige en gebrekkige wijze, maar vervolgens verandert het verstoppertje spelen in een liefdevolle vereniging.
16.26.4.256,… Het echte leerstuk van reïncarnatie is niet dat de goddelijke ziel steeds weer opnieuw in de gevangenschap van de onwetendheid van het vlees afdaalt, maar dat iets dat uit de ziel voortgekomen is, een levensvatbaar deeltje dat op een gegeven moment tot een persoonlijk ego uit kan groeien, dat wèl doet…
16.26.4.257,… Het is niet het Overzelf dat lijdt en strijdt gedurende deze lange ontwikkeling, maar haar kind, het ego. Het is niet het Overzelf dat langzaam haar intelligentie en bewustzijn uitbreidt, maar het ego. Het is niet het Overzelf dat door onwetendheid, hartstocht, zelfzuchtigheid en naar buiten gerichtheid wordt misleid, maar het ego…
16.26.4.257,… Het Overzelf verandert niet en verliest nooit haar sublieme bewustzijn. Dat wat wel verandert en zich ontwikkelt is iets anders, iets dat voortkomt uit het Overzelf en dientengevolge in het latente bezit is van haar intelligentie en kracht. Dat iets, dat zijn oorsprong in de grenzeloosheid van het Overzelf heeft, manifesteert zichzelf eerst als een ééncellig wezen en later als het gecompliceerde menselijke ego…
16.26.4.257,… Het Overzelf draagt het steeds weer reïncarnerende ego in zich, maar wordt zelf nooit wedergeboren. Het Overzelf is de ouder en het ego is enkel haar kind…
16.26.4.257,… Het kan met stelligheid worden bevestigd: de individualiteit van de mens overleeft ook de meest goddelijke toestand die voor ons toegankelijk is…
16.26.4.257,… de hoogste vorm is verborgen in de laagste. Er is een ontwikkeling van het blinde instinctieve leven van dieren naar het bewust denkende leven van de mens. De blinde instinctieve strijd van de plant om zichzelf in stand te houden wordt in het evolutionaire proces vervangen door de intelligente zelfbewuste inspanningen van de mens …
16.26.4.257,… De levenseenheid die uit het Overzelf voortkomt, begint als een klein sprankje bewustzijn dat op aarde verschijnt als een eenvoudige cel in de oertijd. Het ontwikkelt zich uiteindelijk tot het complete menselijke bewustzijn, met alle intellectuele en spirituele eigenschappen. Het eindigt echter niet zoals het begon – integendeel; achter al die inspanningen gaat een grootse bedoeling schuil. Er gaapt dus een enorme kloof tussen de oorspronkelijke staat van het bewustzijn en de uiteindelijke staat ervan…
16.26.4.257,… Het “ik” scheidde zich af uit de oneindige oceaan van de Geest tot een duidelijke identiteit, na een lange ontwikkeling via de verschillende koninkrijken van de Natuur. Door op deze wijze de groeispiraal van microbe tot mens af te leggen is het ik zich bewust geworden van zichzelf. Het resultaat van al die inspanningen is ongetwijfeld niet bereikt om vervolgens zomaar weggegooid te worden…
16.26.4.257,… Het zelfbewustzijn dat op deze manier is ontwikkeld zal niet worden ontbonden, vernietigd, of opnieuw in het Geheel worden opgenomen zonder een spoor achter te laten. Het zal veeleer aan een nieuwe ontwikkelingsspiraal beginnen, naar de hogere lagen van bewustzijn en goddelijkere niveaus van zijn…
16.26.4.257,... Het Oneindige Wezen, wiens Bewustzijn en Kracht achter de geschiedenis van het universum zit, kan zelf geen geschiedenis hebben, omdat het voorbij gaat aan tijd, evolutie, verandering en ontwikkeling. Het kan geen doel hebben waar het zelf voordeel van heeft, en kan – op een wijze die haar recht doet – geen object van menselijke gedachte zijn omdat het de beperkingen van dergelijke gedachten volledig overstijgt…
16.26.4.258,Alhoewel het altijd voor ieder mens mogelijk is geweest om het Overzelf te ontdekken, gewaar te worden en tot zijn thuis te maken, was het nooit erg waarschijnlijk dat dat zou gebeuren. Want we moeten eerst het vermogen ontwikkelen om vanaf het dierlijke niveau middels de opgedane menselijke ervaring zodanig te rijpen dat we in staat zijn een volledige eenheid met ons allerhoogste wezen aan te gaan …
16.26.4.258,Wij klagen dat de wereld onze dromen tegenwerkt: het lichaam is onze struikelsteen. Als we echter altijd als geesten zonder lichaam zouden leven, zou de vervolmaking van onze spirituele ontwikkeling oneindig veel langer duren. De scherpere focus van het fysieke bewustzijn versnelt ons tempo.
16.26.4.263De mens was in de vroegere fases van zijn bestaan verbonden met het Overzelf en was er zich bewust van. Maar hij had geen controle over die verbinding. Om het doel van de evolutie te helpen vervullen verloor hij na verloop van tijd deze verbinding en daarmee zijn bewustzijn ervan. Nu moet hij op eigen kracht, door eigen innerlijke activiteit, verlangen en vanuit individuele vrijheid, de verbinding ermee en het bewustzijn ervan opnieuw tot stand brengen. Heeft de mens iets gewonnen dat hem voor het eerdere verlies compenseert? Ja, zijn bewustzijn is scherper gefocust en daardoor helderder gewaar.
16.26.4.264Onze oorsprong ligt in het Overzelf en onze groei is enkel een terugkeer daarnaar, maar nu – in tegenstelling tot vroeger – in volledig bewustzijn.
16.26.4.265Het directe doel van het incarneren van de mens en van de hele evolutie is het ontwikkelen van een waarachtig en volledig zelfbewustzijn op elk niveau. De mens die zich zelf slechts kent als het fysieke intellectuele ego is nog maar halfbewust.
16.26.4.266
25 mei 2023
29 jan 2019
29 jan 2012
4 jun 2011
13 dec 2013
24 dec 2017
11 jul 2011
24 jun 2018
20 mei 2017
20 jun 2018
21 maa 2013
4 jul 2019
2 apr 2021
6 mei 2017
22 jun 2021
7 jun 2017
8 maa 2013
12 maa 2013
6 feb 2012
9 nov 2021
27 apr 2013
8 apr 2012
2 jan 2012
10 maa 2022
13 apr 2018
29 nov 2019
18 sep 2021
19 jan 2021
28 nov 2017
25 mei 2012
2 okt 2021
29 jun 2021
7 aug 2012
28 jun 2017
10 dec 2020
1 okt 2021
4 nov 2017
24 jul 2019
29 mei 2012
31 jul 2019
8 apr 2013
13 jun 2012
15 okt 2017
18 nov 2012
25 mei 2022
5 okt 2012
2 mei 2022
28 nov 2022
14 jul 2012
12 feb 2023
20 aug 2024
5 maa 2024
31 okt 2017
4 mei 2020
25 feb 2021
30 okt 2024
24 jun 2012
30 dec 2010
10 maa 2018
29 dec 2024
20 jul 2019
3 dec 2016
19 maa 2024
6 mei 2021
15 aug 2017
6 apr 2023
1 okt 2020
23 mei 2011
10 okt 2013
26 feb 2020
5 mei 2015
9 aug 2012
23 jan 2018
1 okt 2024
28 sep 2023
1 nov 2013
17 apr 2017
25 okt 2016
5 maa 2021
12 jan 2012
23 sep 2024
26 jul 2018
6 nov 2023
25 nov 2011
27 dec 2011
19 sep 2018
14 dec 2011
24 maa 2011
24 aug 2011
7 jul 2012
18 aug 2011
21 dec 2011
21 jan 2012
4 nov 2012
2 okt 2016
18 sep 2020
1 jan 2023
1 feb 2023
3 dec 2023
23 aug 2016
11 mei 2021
16 jan 2013
17 jan 2012
5 dec 2017
3 dec 2011
The notebooks are copyright © 1984-1989 The Paul Brunton Philosophic Foundation
This site is run by Paul Brunton-stiftelsen · info@paulbruntondailynote.se