The Library
Hij zou anderen niet kunnen vertellen hoe ze zich aan de diepten van het duister moeten ontworstelen als hij dat zelf niet had gedaan, hoe ze verlichting moeten bereiken als hij het zelf niet had bereikt. Maar dat is slechts zijn eerste kwalificatie. Zijn tweede is dat hij gedurende zijn hele mystieke leven zijn best heeft gedaan de bijzondere deugd te cultiveren van mededogen voor anderen...
16.25.5.10,De Meester heeft de weg naar het Overzelf gevonden en geniet dagelijks van de zegeningen van haar aanwezigheid. Zijn gewone bestaan is getransformeerd naar een betekenisvol leven en hij weet dat vrede en liefde de essentie van het universum is. Nu wil hij anderen laten delen in de vruchten van wat hij ontdekt heeft.
16.25.5.22De schrijver, onderwijzer, priester of spirituele gids die hoge idealen verspreidt, zou de eerste moeten zijn om er zelf naar te handelen.
16.25.5.35Door de rol van spiritueel raadgever voor iemand op ons te nemen accepteren we een grote verantwoordelijkheid.
16.25.5.67Een werkelijk grote leraar laat het achterwege om indruk te maken op zijn of haar leerlingen, en beïnvloedt hen zonder ze van hun vermogen te beroven om in hun eigen individuele vrijheid te blijven groeien.
16.25.5.75De meester vertelt de waarheid tegen zijn leerling wanneer hij hem telkens weer voorhoudt: ”Jij bent DIE werkelijkheid die je zoekt: geef het ego op en leer het kennen.” Deze heilige boodschap weergalmt zo vaak in de geest van de leerling dat hij uiteindelijk op zijn beurt de waarheid ervan zal realiseren.
16.25.5.83… Hoe eerder wij onze problemen aan een fout in ons eigen karakter kunnen toeschrijven, des te sneller deze problemen waarschijnlijk zullen verdwijnen.
16.25.5.86,Hij is een boodschapper die van verre gekomen is om ons te vertellen dat er een realiteit is, en dat er een waarheid is die op ons wacht. Ook wijst hij de richting waar en hoe deze realiteit en waarheid gevonden kunnen worden.
16.25.5.90Wanneer de eerste ontmoeting met de beoogde leraar plaatsvindt, krijgt de zoeker een gevoel dat hij bij geen ander ooit gehad heeft. De innerlijke aantrekkingskracht zal immens zijn, het gevoel van voorbestemdheid intens.
16.25.5.126Als we iemand ontmoeten die beschouwd wordt als een wijze, voelen we vaak al snel de stilte die deze mens omgeeft. Als we vervolgens samen met de wijze gaan zitten en we voelen dat hij niet geneigd is de stilte te verbreken, dan is het beter om dat zelf ook niet te doen, maar het als een teken op te vatten de conventies te laten voor wat ze zijn en het initiatief aan de wijze te laten.
16.25.5.142… De essentie van dit Pad is het opgeven van het ik, het ego… Wanneer de storm van gekwetste gevoelens volledig gaat liggen, komt er plaats voor diepe vrede.
16.25.5.160,Wanneer we naar de Waarheid op zoek gaan, leren we méér indien we het volgende als uitgangspunt nemen: Ik wil niets dan het allerbeste – waarom zou ik met minder tevreden zijn?
16.25.5.161Wij weten dat Plato het feit dat hij gedurende het leven van zijn meester geboren werd hoger aansloeg dan al het geluk dat hij aan zijn edele geboorte te danken had. En toch verklaarde Socrates zelf dat hij geen echte leerlingen had en dat het wie dan ook vrij stond om naar hem te luisteren.
16.25.5.170Elke omstandigheid en alles wat er om ons heen gebeurt, elke nieuwe ervaring en elk persoonlijk contact is een opdracht van de ene onzichtbare Oneindige Geest, die als de werkelijke Meester moet worden beschouwd.
16.25.5.185Uiteindelijk kan iemand van buitenaf ons niet redden, want daar is alleen onze innerlijke ziel toe in staat. De meester kan ons weliswaar op weg helpen om de ziel te ontdekken, en kan zelfs op andere manieren van nut zijn, maar hij kan niet datgene doen wat uiteindelijk een zaak is van het goddelijke dat zich in ons bevindt.
16.25.5.188… Je zou kunnen zeggen dat de Leraar, de Profeet of de Gids iemand is die ons verbindt met het Overzelf. Wanneer iemand nog geïncarneerd is en gebruik maakt van verstand en een lichaam (en dus een ego heeft), kan iemand alleen maar een medium zijn, niets meer. Diegene is weliswaar het Overzelf maar is – werkend via een menselijk individu – noodzakelijkerwijs gelimiteerd…
16.25.5.200,Het is een voorrecht om in de nabijheid van een grote ziel te zijn, maar het is nog veel belangrijker om er een intuïtieve saamhorigheid mee te voelen. Dat laatste is veel belangrijker dan ruimtelijke nabijheid, want de band zal dan niet verbroken worden door de dood, en de onzichtbare aanwezigheid van die ziel zal van essentieel belang blijven.
16.25.5.212Het is niet louter de fysieke nabijheid van leraar en leerling die hun relatie bepaalt. Tenzij de leerling door empathie wordt gegrepen en zijn best doet in zichzelf iets van het gedachtengoed en de gevoelswereld van de leraar te cultiveren, is er helemaal geen sprake van een relatie, onafhankelijk van de fysieke afstand tussen beiden. Niet de persoon van de leraar, maar de ideeën die hij uitdraagt zijn van belang.
16.25.5.221Zonder de fysieke aanwezigheid van onze meester worden wij gedwongen om de mentale aanwezigheid te zoeken en te vinden. Eerst doen we dit als vervanging voor wat we niet kunnen krijgen, maar later leren wij het te accepteren als de realiteit.
16.25.5.247De macht van het hogere Zelf is zodanig dat degene die er een kanaal voor wordt anderen met zijn gedachten kan beïnvloeden, mits hun eigen hogere Zelf de Genade toestaat hen deze gunst te verlenen. Hij hoeft niet bij hen in de buurt te zijn, hen aan te raken of tegen hen te praten.
16.25.5.268… Op het moment dat een leerling sterft is de leraar altijd op het spirituele vlak aanwezig om hem te helpen het lichaam op vredige wijze te verlaten. Als de leerling, zoals het hoort, zijn laatste gedachten en vertrouwen aan de leraar schenkt, zal dat de leraar bereiken, waar deze zich ook mag bevinden. Vervolgens zal de leraar voor het geestesoog van de stervende leerling verschijnen…
16.25.5.274,... Waar men mee omgaat, daar wordt men mee besmet: wie in het gezelschap verkeert van criminelen, loopt het risico zelf in de criminaliteit te belanden; degene die zijn vrienden zoekt onder spiritueel geïnteresseerden, zal eerder zijn eigen spiritualiteit verdiepen...
16.25.5.274,… gedurende de laatste stadia van het pad, ontdekken wij het Overzelf volledig in onszelf als de oneindige realiteit die niet van ons is afgescheiden, en daardoor begint het gevoel van dualiteit te verdwijnen. Later versmelten we met het Overzelf en het “Ik en de Vader zijn één” kan dan oprecht uitgesproken worden.
16.25.5.275,Een goede leraar is dermate vrij van zijn ego dat hij weet wanneer zijn werk er op zit. Een trouwe leerling zal dat als een feit erkennen en de leraar laten gaan. De meester weet dat zijn aanwezigheid, hoe nuttig hij voor de leerling in het verleden ook geweest mag zijn, vanaf nu enkel een belemmering zal vormen. De leerling weet dat het nu beter is op zijn eigen intuïtie te vertrouwen en zo aan zijn eigen bevrijding te werken.
16.25.5.283Dit laatste stadium – waar de aanwezigheid en het beeld van de Meester verdrongen wordt door de eigen vormloze geest van de leerling – wordt nauwkeurig beschreven in de woorden van Jezus aan zijn apostelen: ”Het is noodzakelijk dat ik wegga; want als ik niet wegga zal de Trooster niet tot u komen... Als de Geest der Waarheid gekomen is, zal hij jullie de weg wijzen naar de volledige waarheid.”
16.25.5.285,Als wij onszelf uiteindelijk hebben gevonden, wanneer we geen externe bevestiging meer nodig hebben, maar ons rechtstreeks wenden tot onze eigen innerlijke werkelijkheid, kunnen wij schouder aan schouder staan met onze leraar in de oudste, de langste, en de grootste van alle worstelingen.
16.25.5.286De wijze is vanzelfsprekend blij met elke student die de verlichting bereikt, want eenieder die dat doet heeft de natuurlijke aandrang het met anderen te delen.
16.25.5.287
26 jun 2020
14 nov 2017
3 mei 2022
9 dec 2024
7 jan 2018
15 feb 2011
31 jan 2018
10 sep 2018
19 feb 2018
4 nov 2018
10 okt 2017
13 dec 2024
7 mei 2021
19 mei 2021
12 jun 2020
10 okt 2021
22 maa 2018
14 okt 2016
30 apr 2024
28 jan 2016
15 sep 2012
19 okt 2016
13 feb 2022
3 jun 2015
17 maa 2015
28 jul 2015
11 okt 2014
The notebooks are copyright © 1984-1989 The Paul Brunton Philosophic Foundation
This site is run by Paul Brunton-stiftelsen · info@paulbruntondailynote.se