The Library
Tot nu toe hebben we gekeken naar de situatie van de mens die op zoek is naar verlichting. Maar wat is de situatie van degene die de verlichting heeft bereikt? Dat is ook de moeite waard om van nabij te bestuderen. Want verlichting is immers wat we op een dag zullen bereiken; waar het leven zelf ons naar toe leidt.
16.25.2.1Alle problemen verdwijnen uit onze geest alsof ze er nooit geweest zijn. We hoeven ons over niets of niemand meer zorgen te maken. “God is in zijn hemel en alles is goed met de wereld”. Er is geen pijnlijke kwestie die we op hoeven ruimen, geen moeilijke beslissing die we hoeven te nemen, geen zoektocht die we moeten voortzetten met alle langdurige worstelingen, persoonlijke zelfdiscipline en onvermijdelijke teleurstellingen. We kennen nu het geheim van dit alles: de gelukzalige staat van verlichting.
16.25.2.13Tot nu toe waren we slechts gedeeltelijk onszelf. Nu we deze stralende verbinding met het eeuwige hebben, zijn we volledig onszelf. Nu zijn we in staat om louter vanuit ons centrum en recht vanuit onze essentie tot anderen te spreken, ons in de wereld te begeven en verbindingen aan te gaan, zonder vervormingen, hypocrisie of onoprechtheid.
16.25.2.14Wanneer dat wat we van de ziel weten niet alleen verstandelijk is (hoe overtuigend dat ook kan zijn), niet louter op geloof gebaseerd is (hoe vast dat geloof ook moge wezen), maar zich ontwikkeld heeft tot een onveranderlijk gewaarzijn van het altijd aanwezige bestaan van de ziel, dan is dat niet alleen ware kennis en een authentieke openbaring, maar ook een gelukzalige verlossing.
16.25.2.17Glimpen van inzicht komen veel vaker voor dan de meeste mensen denken, maar een staat van permanente verlichting is een zeldzaamheid.
16.25.2.20Naarmate de menselijke geest zich verder ontwikkelt, vormt deze zich een steeds scherper beeld van het goddelijke, totdat de geest uiteindelijk boven zichzelf wordt uitgetild gedurende een geweldige ervaring. De geest lost op in het goddelijke, en wanneer deze naar de dagelijkse realiteit terugkeert, hoeft deze niet meer verder te zoeken. Ik doel hiermee niet op de ervaring die door verschillende mystici “de Glimp” genoemd wordt, maar aan iets dat een voor-eens-en-altijd karakter heeft, met als kenmerk dat het ons nooit verlaat.
16.25.2.26Het verschil tussen de tussenliggende en de uiteindelijke staat van zijn is het verschil tussen het beleven van het Overzelf als een van ons afgescheiden werkelijkheid en als ons eigen diepste wezen – het verschil tussen een tijdelijke ervaring van het Overzelf en een blijvende versmelting ermee.
16.25.2.42… volledige en blijvende verlichting kan niet het resultaat zijn van meditatie alleen… het pad naar dit verheven resultaat moet langs alle drie de gebieden van yoga, metafysica, en zelfverloochening leiden.
16.25.2.49,... Plotseling, onverwacht en als het ware in het holst van de nacht komt de onbevattelijke realisatie van de egoloze staat; een enorm gevoel van bevrijd zijn van onszelf, zoals we onszelf tot dan toe gekend hebben, en een enorm besef van de oneindigheid, alomtegenwoordigheid, en intelligentie van het leven...
16.25.2.55,Het is het voorbereiden van onszelf, onze geest en ons hart, dat zoveel tijd kost, in veel gevallen zelfs jaren. Maar de verlichting zelf is een eenmalige korte gebeurtenis, waarvan het effect blijvend is.
16.25.2.56Wanneer Verlichting komt doordat we ons er filosofisch op hebben voorbereid, is de ervaring ervan plotseling, direct, onverwacht en spontaan.
16.25.2.64Verlichting kan langzaam of plotseling komen. In het tweede geval heeft het het effect van zonlicht dat onverwacht door de wolken breekt.
16.25.2.66De kalmte die we met ons meedragen, en die in alles wat we doen naar buiten komt, ontstaat niet vanuit het niets. Het is na een lange worsteling en allerlei soorten van lijden tot ons gekomen.
16.25.2.69Niet alle mensen komen in deze begerenswaardige staat door het regelmatig beoefenen van formele meditatiemethoden. Sommigen bereiken deze staat door een hogere houding aan te nemen ten aanzien van de gebeurtenissen, situaties, indrukken en emoties die hen dagelijks worden voorgeschoteld.
16.25.2.70Lao Tzu was bibliothecaris, Janaka was koning en Broeder Laurens een keukenhulp. Toch hadden alle drie dezelfde wonderbaarlijke ervaring zich vredig met het Overzelf verbonden te voelen, en dat bewijst dat iemands verleden, werk of positie daarop niet van invloed is.
16.25.2.71Zolang je je nog niet bevrijd hebt van je dierlijke zelf en het ego, kan de heilige vreugde wel bij je op bezoek komen, maar niet voor langere tijd blijven. Zuiver jezelf van het een en maak jezelf leeg van het ander, als je de voorbijgaande glimp wilt omzetten in een permanente vereniging.
16.25.2.75Wanneer de schellen je van de ogen vallen, zal je geen mysterieus visioen hebben, geen ‘hemelse’ ervaring en geen verrukkelijke extase. Je zal de waarheid zoals die werkelijk is ervaren vanuit een staat van volledige stilte, en je zal je realiseren dat die waarheid altijd een deel van je geweest is en dat jij je altijd al temidden van die werkelijkheid bevond. De waarheid is niet iets dat dankzij jouw inspanningen tot groei en ontwikkeling is gekomen. Het is niet iets dat door een moeizame optelsom van inspanningen bereikt of verkregen is. Het is niet iets dat jaar in jaar uit geperfectioneerd hoeft te worden. En wanneer je geestelijke oog zich eenmaal voor de waarheid geopend heeft gaat het nooit meer dicht.
16.25.2.77De ontdekking van ons ware zelf is oppervlakkig beschouwd niet erg dramatisch en kan lang onopgemerkt blijven, behalve door onszelf. De wereld zal ons er niet voor eren en we sterven misschien even onbekend als dat we geleefd hebben, maar het doel van ons leven is bereikt en God’s wil is geschied.
16.25.2.78Niemand weet echt hoe we verlichting voor het eerst gewaar worden. Het ene moment was het er nog niet, het volgende moment waren we op de een of andere manier in een verlichte staat.
16.25.2.82Het wordt de wereld niet verkondigd dat hij de verlichting bereikt heeft. Er zijn geen herauten die de trompet blazen om de grootste overwinning van de mens op zichzelf aan te kondigen. Dit is feitelijk het rustigste moment van zijn hele leven.
16.25.2.83In dit stadium hoef je niet te worstelen om verdere groei te bereiken; die komt zo zacht en natuurlijk als van een bloem. Er is geen opoffering nodig van dingen waar het ego naar verlangt of waar het zich aan vastklampt, want er is een zodanig inzicht in hun waarde of de afwezigheid ervan, dat ze uit zichzelf blijven of wegvallen.
16.25.2.86De acties van iemand die een hoog niveau heeft bereikt worden direct geïnspireerd door zijn Overzelf en worden dus niet ingegeven door persoonlijke wensen, doelen, passies, of verlangens. Ze worden niet geïnitieerd door de wil van zijn ego, maar door een wil hoger dan de zijne...
16.25.2.88,Plotinus beweerde ooit dat het beter is wanneer we ons niet bewust zijn van onze deugdzaamheid, moed, wijsheid of vermogen tot fraaie overpeinzingen, vrij van mentale beelden of gedachten. Want dan, wanneer wij niet weten dat wij dat – als persoon – doen, kan egoïsme ons bewustzijn niet besmetten…
16.25.2.89,Niet alleen zijn er allerlei soorten verlichting, maar er zijn ook verschillende niveau’s van verlichting.
16.25.2.95… Geestelijke vrede is de vrucht van de eerste en laagste graad van verlichting, hoewel er nog steeds gedachten op zullen komen, zij het mild van aard, en wijdlopig redernaties zich, zij het langzaam, zullen voortzetten. Maar de concentratie zal sterk genoeg zijn om hem van het aardse los te maken en, als een gevolg daarvan, ruim baan te geven aan de daaraan gepaard gaande vreugde…
16.25.2.97,Alle mensen op deze planeet zijn onvolkomen. Perfectie is weliswaar niet volledig haalbaar, maar wanneer ons streven ons erbij in de buurt gebracht heeft, zullen we het automatisch bereiken zodra we van het lichaam bevrijd zijn.
16.25.2.110De bevrijding van verdere reïncarnaties kan worden bereikt terwijl we hier nog op aarde zijn, maar de volledige voltooiing van de daaruit voortvloeiende innerlijke vrede kan alleen komen na het definitief verlaten van het lichaam.
16.25.2.112Een verlicht mens is zich zowel bewust van de volledige eenheid van alles, als van de onmiddellijke veelvoudigheid van de wereld. Dit is een paradox. Maar in de omgang met anderen rust zijn aandacht voortdurend op het verbindingspunt tussen dualiteit en eenheid, zodat hij er steeds op voorbereid is zich in het ene dan wel het andere te verdiepen.
16.25.2.115In deze hoge staat van zijn is onze eigen geest bewust verbonden met de goddelijke Geest…
16.25.2.119,Wanneer de mannelijke en vrouwelijke aspecten zich in ons verenigen, in volmaakte balans; als mannelijke kracht en vrouwelijke ontvankelijkheid in één persoon samen komen, geïnspireerd door kennis en toewijding, dan begint wijsheid zich in de ziel te manifesteren…
16.25.2.120,Als onze geest zich volledig aan de Ene Oneindige Aanwezigheid overgeeft en zich daar voor altijd vestigt, zal het onderscheid tussen glimp en duisternis, Geest en materie, Overzelf en ego, en hemel en aarde verdwijnen. De overgang naar een bestaan in eenheid zal plaats vinden.
16.25.2.122… Verlichting is een éénmalige gebeurtenis en dat betekent dat een mens daarna nooit meer tot onwetendheid vervalt. Hij is ontwaakt tot zijn goddelijke essentie, zijn oorspronkelijke hogere bewustzijn, waarmee hij zich dag in dag uit volledig identificeert. Het gebeurt vanzelf, zonder de minste inspanning.
16.25.2.141,Wanneer de aanwezigheid van het Overzelf continu gevoeld wordt, wanneer we het blijvend inzicht hebben ontwikkeld dat onze ervaring van de wereld gebaseerd is op het verstand en wanneer daar een onverstoorbare kalmte uit voortkomt, kunnen we zeggen dat we in Waarheid en Werkelijkheid gegrondvest zijn.
16.25.2.149Hij hoeft niet diepgaand te mediteren om zijn ziel te vinden. Het is een altijd aanwezige realiteit voor hem, niet slechts een intellectuele gedachte of emotionele overtuiging.
16.25.2.150Er zijn slechts twee soorten mensen op de wereld – de onbewuste en de bewuste. De eerste groep kent alleen haar eigen kleine ego en haar eigen grote verlangens. De mensen uit de tweede groep zijn zich voortdurend bewust van hun verbinding met het Overzelf en genieten van haar immense vrede.
16.25.2.152Boeddhisten noemen de staat van blijvende verlichting Nirvana.
16.25.2.162Het bereiken van dit gevorderde stadium betekent dat we het vermogen verwerven om direct en onmiddellijk in meditatie te gaan – niet alleen op een speciaal moment of op een bepaalde plaats, maar altijd en overal.
16.25.2.164Als dit stadium eenmaal bereikt is, zal noch de kennis van de werkelijkheid, noch het gevoel van vredige helderheid ons ooit nog verlaten. Wij hebben dit niet slechts voor even gevonden, maar voor altijd.
16.25.2.165De leerling is zich soms wél bewust van het Overzelf, maar op andere momenten niet. De meester is zich daarentegen, in een onafgebroken stroom, altijd van het Overzelf bewust.
16.25.2.168Innerlijke kracht, goddelijke vreugde, diep begrip en onuitsprekelijke rust zullen hem altijd doordringen en blijven niet beperkt tot de uren waarop hij in zijn eentje mediteert, omdat het Overzelf waar deze dingen uit voortkomen altijd voor iedereen nabij is. De meeste mensen zijn hier niet van op de hoogte, terwijl de verlichte zich die continue aanwezigheid wél realiseert.
16.25.2.169Wanneer dit gewaarzijn zodanig stabiel is dat het zichzelf ten allen tijde handhaaft, of we nu wakker zijn of slapen, zijn we aan het einde van de zoektocht gekomen.
16.25.2.174De goddelijke aanwezigheid verlaat de verlichte mens niet als hij gaat slapen om pas terug te keren als hij ontwaakt, noch zal deze aanwezigheid hem verlaten gedurende zijn dromen om pas weer terug te keren wanneer deze dromen beëindigd zijn. De goddelijke aanwezigheid is er altijd en overal...
16.25.2.175,Alleen dát wat doorheen alle drie de toestanden – waken, dromen en diepe slaap – én door alle dagelijkse activiteiten heen bij ons kan blijven, is de definitieve verwezenlijking.
16.25.2.179Waar we ons tijdens het diepst van onze slaap gewoonlijk bewust van zijn is de sluier van onwetendheid die over het Werkelijk Bestaande ligt... De wijze daarentegen beschikt zelfs in zijn slaap over hetzelfde bewustzijn als in wakkere toestand. Hij kan dit bewustzijn laten vervagen tot een zwak schijnsel, maar het is er altijd.
16.25.2.180,Dragen wij na deze overgave aan de leiding van het Overzelf een vorm van identiteitsverlies met ons mee? Zijn we ons niet langer bewust van degene die we in het verleden waren? Als dat zo was, zouden we niet meer in de samenleving kunnen functioneren of onze plichten kunnen vervullen. Nee! Uiterlijk zijn we min of meer dezelfde gebleven, hoewel ons gedrag duidelijk verbeterd is ten opzichte van hoe we eerder waren. Maar aan de binnenkant heeft een complete omwenteling plaatsgevonden.
16.25.2.186Zelfs ná hun verlichting blijven er verschillen tussen mensen bestaan. De variaties maken ieder uniek in zijn soort, en het individu dat we zijn blijft voortbestaan. Maar de Eenheid áchter de mensen zorgt voor een krachtig tegenwicht.
16.25.2.189Wanneer er wordt gezegd dat we onze individualiteit verliezen bij het betreden van het Nirvana is dat een slordig en foutief woordgebruik. Zo lang een mens – of hij nu Boeddha of Hitler is – moet lopen, eten of werken, heeft hij zijn individualiteit nodig en moet hij deze gebruiken. Wat de Wijze verloren heeft, is de gehechtheid aan zijn individualiteit met zijn verlangens, haat, woede, en hartstocht.
16.25.2.190Eindelijk bevrijd van het immer draaiende wiel van geboorte en dood waaraan wij door onze begeerten vastgeketend waren, kan alles wat we meemaken ons alleen maar openstellen voor een nieuwe, betere en onbeschrijfelijke staat van zijn. We houden op te bestaan zoals we eens waren: niet volledig vernietigd en zeker niet in een soort hemelse staat met een voortgezet ego-bewustzijn, maar in een hogere vorm van leven, gehuld in mysterie.
16.25.2.194… Als het lagere zelf wordt verdrongen, wordt het niet vernietigd. Het blijft bestaan, maar is voortaan volledig ondergeschikt aan het hogere zelf, aan het Overzelf, de goddelijke ziel van de mens…
16.25.2.198,Een deel van de Wereldgeest heeft zich afgesplitst en ondergaat een lange evolutie via talrijke verschillende zijnstoestanden; niet om uiteindelijk weer zodanig met die oorsprong te versmelten dat het tot niets gereduceerd lijkt te worden, maar om – met behoud van individualiteit – bewust met die oorsprong in harmonie te komen.
16.25.2.204Wij leven elk ogenblik in het bewustzijn van ons hogere zelf. Maar dat belemmert of verhindert ons niet ons van ons lagere zelf bewust te zijn.
16.25.2.208Er is geen aanleiding om afstand te nemen van onze individualiteit zelfs wanneer we deze aan God zouden overgegeven.
16.25.2.217Het doel is bereikt wanneer het hogere zelf het ego insluit en in zich opneemt.
16.25.2.218Hoewel hij verwikkeld is geraakt in iets dat vele malen groter is dan hijzelf, blijft hij toch een individu…
16.25.2.219,Verlichte mensen hebben hetzelfde lichaam en dezelfde vijf zintuigen als zij die niet verlicht zijn. De ervaringen die zij opdoen in de wereld zijn ook hetzelfde. Maar – en dit is een groot verschil – zij ervaren al deze dingen terwijl zij op hetzelfde moment ook het Overzelf ervaren.
16.25.2.234Degene die permanent over dit hogere bewustzijn beschikt zal de uiterlijke wereld weliswaar net zo zien en ervaren als andere mensen, maar begrijpt de relatie tussen de zichtbare wereld en de Werkelijke wereld die zich daarachter bevindt…
16.25.2.242,Dit is het spirituele hoogtepunt van ons leven, het dramatische moment waarop het bewustzijn zichzelf begint te herkennen en te begrijpen.
16.25.2.247Wanneer we de verlichting hebben bereikt, zou een scherp oog dat kunnen aflezen aan ons lichaam, onze handelingen, en aan onze stiltes en uitspraken. Maar een onwetend oog ziet er misschien helemaal niets van.
16.25.2.254De gevolgen van verlichting zijn onder meer: een onverstoorbare onthechting van materiële bezittingen, status, eer en personen; een overweldigende zekerheid omtrent de waarheid; het in zorgeloze en hemelse vrede boven alle verstoringen en veranderingen verheven zijn; het als feit aanvaarden van de algemene juistheid van de universele toestand, waarbij elke entiteit en elke gebeurtenis zijn rol speelt en een onkreukbare oprechtheid die voor haar mening uitkomt en meent wat ze zegt.
16.25.2.255We zullen dan begrijpen wat het betekent om niets uit onszelf te doen, want we voelen duidelijk dat de hogere macht via ons – op de juiste wijze – doet wat er gedaan moet worden, terwijl we zelf alleen maar toekijken wat er gebeurt…
16.25.2.257Net zoals de Staat van Verlichting ons niet zal verhinderen om fysieke indrukken van de wereld om ons heen te ontvangen, zo verhindert deze Staat ons niet om psychische indrukken van de mensen om ons heen op te vangen. Maar we klampen ons aan geen van deze indrukken vast, noch laten we onze emoties erdoor beïnvloeden.
16.25.2.260In de Wereldgeest waar hij zich nu in bevindt, kan hij niemand vinden die hij een vijand zou kunnen noemen, geen mens die hij zou kunnen haten of verachten. Hij is vriendelijk voor alle mensen, niet als een bewust gecultiveerde houding, maar als een natuurlijke neiging die hij niet kan onderdrukken.
16.25.2.266Hij is niet langer in staat om zijn eigen wil te volgen om de simpele reden dat een andere entiteit begonnen is zijn wil te bepalen. Menselijk egoïsme en dierlijke sensualiteit zijn beide uit zijn hart verwijderd.
16.25.2.270Zij die verlichting bereikt hebben kijken niet langer terug op herinneringen uit het verleden en vinden het niet langer de moeite waard om ze opnieuw in ogenschouw te nemen, omdat ze deel uitmaken van het ego… De enige uitzondering zou zijn wanneer ze hun eigen herinneringen willen gebruiken om anderen te instrueren daar profijt van te trekken.
16.25.2.285,Wat er in alle voorafgaande jaren is gebeurd, is voortaan verleden tijd voor de verlichte. Wat er nú gebeurt, in het Eeuwige Nu, is wat belangrijk is. Hierdoor is zijn geest vrij van oude fouten en wat hem vroeger belastte. Gebeurtenissen uit het verleden kunnen echter, indien nodig, door intense concentratie weer tot leven worden gewekt.
16.25.2.289Op een dag zal de mysterieuze gebeurtenis plaatsvinden die Jezus het “opnieuw geboren worden” noemt. Het lagere zelf zal op kalme en vredige wijze door het hogere zelf vervangen worden. Het wordt geboren in het verborgen binnenste van het hart van de volgeling en het komt met een overweldigende kracht die het verstand, het ego en het dierlijke in hem vergeefs zullen trachten te weerstaan…
16.25.2.296,… het is zowel natuurlijk als onvermijdelijk dat iemand die het verheven leven van het Overzelf is binnengetreden sommige van die hogere krachten laat zien …
16.25.2.296,… wat eerst een toevallige glimp was, wordt nu een continue staat van zijn. Het af en toe intuïtief kunnen waarnemen van een beschermende aanwezigheid wordt nu een blijvende ervaring. De goddelijke aanwezigheid is nu iets dat we direct en persoonlijk beleven. Haar realiteit en levenskracht zijn niet langer iets dat ter discussie staat, maar iets dat steeds ervaren wordt…
16.25.2.296,Van buiten lijkt hij net zo doelgericht of doortastend als anderen, maar van binnen rust hij werkelijk in het Overzelf, dat hem –als ware hij een kind – er toe brengt om datgene te doen wat noodzakelijk is. Zijn geest is kalm, alhoewel zijn lichaam druk doende is. En omdat hij geleid wordt, is dat wat hij doet juist en zelfs inspirerend, zijn eigen wil geeft uitdrukking aan een hogere wil.
16.25.2.297Wanneer de eenwording van het zelf met het Overzelf uiteindelijk volledig voltooid is, verstilt een deel van ons bewustzijn in eindeloze eeuwigheid. Daar, in die gewijde luister, verzinken we in onze goddelijke identiteit, waar een onweerstaanbare aantrekkingskracht ons blij en liefdevol vasthoudt.
16.25.2.299Een wijze is iemand die zich continu de waarheid voor de geest haalt. Hij heeft het bestaan van het Overzelf doorgrond; hij weet dat hij deel uitmaakt van het onsterfelijke en oneindige Overzelf. Hij heeft de bedevaart naar het waarachtige Zijn gemaakt en is weer teruggekeerd onder de mensen, om hun taal te spreken en te getuigen van de waarheid.
16.25.2.300Onze relatie met het Overzelf is er een van direct bewustzijn van haar aanwezigheid – niet als een van ons afgescheiden wezen, maar als onze eigen essentie.
16.25.2.301De uil, die 's nachts scherp kan zien, is een oud en bekend symbool voor de wijze wiens geest altijd in rust is, en die verlicht wordt door de Oneindige Geest.
16.25.2.307Op dit niveau luisteren wij niet langer naar de disharmonische klanken van elkaar beconcurrerende sekten en geloofsrichtingen: wij zijn niet geïnteresseerd in de claims die ieder van de verschillende leringen denkt te kunnen maken. Wij hebben maar één belang: een directe versmelting met de God in ons als een genadegevende Aanwezigheid in ons binnenste.
16.25.2.309Ons leven wordt geruisloos een getuige van de voortdurende aanwezigheid van het Overzelf.
16.25.2.328
30 apr 2020
25 feb 2024
12 aug 2020
7 mei 2020
20 mei 2016
10 dec 2024
6 jan 2016
22 jul 2021
25 aug 2014
3 feb 2021
31 jan 2024
23 jun 2015
11 nov 2024
11 jan 2024
3 okt 2017
7 sep 2018
28 dec 2010
10 dec 2012
16 okt 2024
26 aug 2011
25 okt 2023
28 sep 2015
7 dec 2023
17 dec 2022
9 apr 2011
27 apr 2012
25 sep 2023
2 jul 2019
15 nov 2019
6 aug 2015
25 feb 2013
16 okt 2017
5 jan 2015
21 jun 2021
8 nov 2015
31 jul 2018
23 jul 2023
19 okt 2017
4 jan 2025
17 jul 2018
26 feb 2021
21 nov 2015
20 feb 2024
21 feb 2022
21 feb 2024
4 sep 2024
28 okt 2015
17 jun 2015
16 jul 2015
1 maa 2023
9 jul 2022
13 jan 2016
31 okt 2020
30 jul 2021
24 okt 2020
7 nov 2012
21 jun 2012
12 apr 2024
16 apr 2012
24 sep 2023
10 nov 2022
15 feb 2018
3 sep 2021
12 okt 2020
20 jul 2018
13 maa 2011
25 okt 2020
16 apr 2021
5 sep 2021
16 jun 2022
16 sep 2014
5 sep 2015
20 maa 2023
23 sep 2018
18 apr 2024
The notebooks are copyright © 1984-1989 The Paul Brunton Philosophic Foundation
This site is run by Paul Brunton-stiftelsen · info@paulbruntondailynote.se