The Library
Leer om, zelfs terwijl je aan het leven, werk en geneugtes van deze wereld deelneemt, er tegelijkertijd getuige van te zijn. Leer om zowel toeschouwer als deelnemer te zijn; laat, kort gezegd, afstandelijkheid je betrokkenheid begeleiden, of – nog beter – laat het er heimelijk achter schuil gaan…
15.24.3.1,Wat de zuivering van het intellect, het geheugen en de wil genoemd wordt, gebeurt eigenlijk in een staat van diepe contemplatie. Het denkvermogen houdt tijdelijk op te functioneren, we zijn ons even niet langer bewust van onze persoonlijke identiteit en verliezen – alsof we verlamd zijn – ons vermogen om de spierbewegingen te controleren. Deze veranderingen duren enkel zolang we mediteren en bevorderen een innerlijke verschuiving van het lagere naar het hogere bewustzijn.
15.24.3.2,Er zijn twee verschillende manieren om zich te onthechten: de ascetische, die zichzelf terugtrekt uit de wereld en buiten de wereldse zaken probeert te leven, en de filosofische manier, die deze wereldse activiteiten accepteert, maar niet de afhankelijkheid die er doorgaans mee gepaard gaat.
15.24.3.3Voor een stervende lijken alle aardse successen onbeduidend! Dit is de geestelijke staat van innerlijke onthechting die elke zoeker op het spirituele pad zich eigen dient te maken.
15.24.3.5Alleen degene die zichzelf geleerd heeft de Stilte binnen te treden waar alle gedachten overstegen kunnen worden, kan zijn eigen gedachten denken, zonder door anderen beïnvloed te worden.
15.24.3.6Eenzaamheid verdwijnt volledig in de Stilte. Wij zijn dan verbonden met de kracht achter het hele universum, met de Geest achter al het menselijke bewustzijn ...
15.24.3.14,… Een deel van de filosoof blijft een onbewogen, onafhankelijke en onpartijdige waarnemer. Hij neemt de aard der dingen waar, maar laat zich niet door de afstotelijke kant van vervelende dingen in de war brengen noch zal hij zich verliezen in de aantrekkelijke kanten van plezierige zaken… Dat geldt ook voor hoe hij mensen ervaart. Hij is zich terdege bewust van hun eigenschappen‚ maar hoe ongewenst, verkeerd of kwaadaardig deze ook zijn, hij denkt er niet over om ze te beoordelen. Hij accepteert ze precies zoals ze zijn. Eigenlijk kan hij niet anders omdat hij – bewust van het feit dat hij en andere mensen dezelfde Goddelijke oorsprong delen – welwillendheid jegens anderen onophoudelijk in de praktijk brengt.
15.24.3.22,De gedachte dat voorspoed en tegenslag in het leven voor een filosoof van weinig belang zouden zijn is onjuist. Het beoefenen van kalme onthechting staat niet gelijk aan het negeren van wereldse waarden.
15.24.3.29We komen er na verloop van tijd achter dat wanner we ons in toenemende mate van onszelf onthechten, zich dat zal weerspiegelen in een toenemende onthechting van andere mensen. Bijgevolg zullen onze ergernissen over hun fouten, onenigheid over hun opvattingen en inmenging in hun leven steeds minder vaak voorkomen …
15.24.3.30,Kunnen we iets anders voor anderen voelen dan welwillendheid wanneer we dichtbij deze zuivere goedheid in ons hart komen?
15.24.3.41Door onze aandacht ogenblikkelijk op de in ons aanwezige goddelijkheid te richten wanneer we ons in disharmonieus gezelschap verkeren, brengen we kwade gedachten tot zwijgen en bannen we pijnlijke gevoelens uit. Dit zich herhaaldelijk naar binnen keren is niet alleen noodzakelijk voor onze spirituele groei, maar ook om onszelf te beschermen. Onze geest wordt door alles en iedereen om ons heen beïnvloed en dit is de beste manier om onszelf aan deze onafgebroken stroom van beïnvloeding te onttrekken.
15.24.3.53Als wij deze diepe innerlijke rust willen behouden, moeten we er voor waken geen druk van anderen te accepteren. Met andere woorden, we moeten trouw zijn aan onszelf, aan ons hogere zelf.
15.24.3.55Een oefening die ons kan helpen om deze innerlijke onthechting te bereiken is te vermijden méér te zien en te horen van al wat er om ons heen gebeurt, dan wat we voor onze directe doelen, verplichtingen of werkzaamheden nodig hebben.
15.24.3.56De nieuwsgierige behoefte om het persoonlijke leven van anderen te leren kennen en de aandrang om ons in hun zaken te mengen of met hun leven te bemoeien, moet onderdrukt worden als we tenminste ooit onze eigen innerlijke vrede willen vinden.
15.24.3.65Gezien de menselijke zwakheid zouden we ons nooit door menselijk handelen mogen laten verrassen of verbazen. Door er niet al te veel van te verwachten, besparen we onszelf onnodige verbittering of teleurstelling.
15.24.3.73Jezus antwoordde niet wanneer hij met kwaadwillendheid en laster werd bejegend. De Boeddha bleef stil terwijl hij beschimpt en beledigd werd. Deze grote zielen leefden niet in het ego en hoefden het daarom niet te verdedigen.
15.24.3.79Hij die zichzelf heeft afgestemd op een leven zonder ego en zich een altruïstisch levenswijze heeft aangemeten, zal er achter komen dat hij helemaal niets heeft verloren door de zelfzuchtige beweegredenen op te geven die anderen vaak motiveren. Want wat hij nodig heeft zal hij ontvangen, wat en wanneer hij maar wil. En dit geldt zowel voor iets voor hemzelf, als voor iets dat hij nodig heeft voor de vervulling van de vorm van dienstbaarheid waaraan hij zich gewijd heeft. Vandaar dat een Perzisch geschrift luidt: ‘Wanneer gij in deze fase bent aanbeland [het loslaten van alle aardse gehechtheden], zal al wat je het diepste wenst worden vervuld.”
15.24.3.85Door de voortdurende oefening om ons innerlijke van onze daden en hun gevolgen te onthechten, ontwikkelen we een gevoel van kracht en meesterschap, een gevoel van gelukzalige vrede en ontspannen welzijn.
15.24.3.86De Gita adviseert om ons niet druk te maken over de uitkomsten van onze activiteiten, niet alleen omdat dit, als groot algemeen voordeel, leidt tot kalme en onthechte gevoelens, maar ook omdat het, meer specifiek, leidt tot een beter vermogen om op de achtergrond voortdurend in meditatie te blijven.
15.24.3.90Zij die zichzelf ertoe kunnen bewegen om alles op te geven, zullen alles ontvangen. Zij die het aandurven zich boven hun eigen gemoedswisselingen te verheffen zullen de vrede vinden die het ”verstand te boven gaat”. Zij die inzien dat ze zelf hun eigen vooruitgang in de weg staan, zullen binnen afzienbare tijd de waarheid leren kennen.
15.24.3.92Als we begrijpen dat het leven als een droom is en in essentie mentaal, en als we als gevolg daarvan een soort van onthechting beoefenen, zal er een kalmte en sereniteit over ons karakter komen waar wij niet ons best voor hoeven te doen, vooropgeslteld dat er genoeg tijd is.
15.24.3.103Als wij onszelf kunnen overstijgen en ons los kunnen maken van de gehechtheden, verlangens en emoties van het ego, wacht ons absolute vrede.
15.24.3.104Er is materialistische en spirituele sereniteit. De eerste komt voort uit het bezit van geld, goederen, positie, of genegenheid. De andere komt niet voort uit uiterlijke bezittingen, maar uit innerlijke. De eerste kan worden verbrijzeld met een enkele klap; de andere herstelt zich zeer snel.
15.24.3.106Kunnen we ons losmaken van de persoonlijke aspecten van de situatie? Kunnen we weigeren ons door die aspecten te laten leiden of door de gevoelens van het moment te laten beïnvloeden? Dit is onze test.
15.24.3.113Hij moet zich niet alleen ontdoen van de onzuiverheden, fouten en zwakheden, die de komst en de vestiging van het goddelijke blokkeren, maar hij moet ook hoofd en hart koel houden, door zich voortdurend bij zowel voor- als tegenspoed te oefenen in onverstoorbaarheid, zodat de goddelijke gast voor altijd kan blijven.
15.24.3.135Als je er voor zorgt niet al te depressief te worden wanneer zaken fout gaan, noch al te blij wanneer ze goed gaan, zal je stapsgewijs een evenwicht bereiken dat je later zal helpen altijd in contact met de Werkelijkheid te blijven.
15.24.3.138Er zijn zowel aangename als onaangename elementen in ons leven; maar als we ooit gemoedsrust willen vinden, moeten we leren om wat afstand van onze gevoelens te houden, ze opzij te zetten en te onderzoeken, zelfs te midden van de gebeurtenissen die er de oorzaak van zijn.
15.24.3.146Een mens hoeft niet onspiritueel te zijn omdat hij volledig in de wereld leeft, opgaand in zijn werk en genietend van de voldoening die dat geeft. Hij moet zich alleen voortdurend blijven herinneren wie en wat hij werkelijk is en nooit zijn uiteindelijke doel uit het oog verliezen.
15.24.3.148Hoewel we ons best moeten doen in ons uiterlijke leven, moeten we er niet helemaal in opgaan. Ergens in ons hart moeten we een zekere terughoudendheid bewaren, een spirituele onafhankelijkheid. Het is hier, op deze geheime plek, dat de hoogste waarde van het Overzelf gekoesterd en bemind moet worden en dat we ons aan het Overzelf overgeven.
15.24.3.149We kunnen gewoon doorgaan met onze alledaagse menselijke activiteiten en hoeven ze niet op te geven, hoewel ze naar gelang de wensen van onze intuïtie wel kunnen worden aangepast of gewijzigd. Wij hoeven onze zakelijke, professionele, private en sociale belangen niet op te geven. Onze waardering voor kunstvormen of de beoefening ervan hoeft niet te worden afgeschaft. Ons intellectuele en culturele leven kan blijven. De enige eis die er aan ons gesteld wordt, is dat geen van deze zaken een doel op zichzelf mag worden, en ten koste mag gaan van het geheel en het uiteindelijke hogere doel met ons leven hier op aarde.
15.24.3.150Van binnen zal onze geest zal volmaakt kalm zijn, hoe druk we het ook met onze dagelijkse verplichtingen hebben. Deze ideale staat van zijn maakt het voor ons mogelijk om – zonder dat het opvalt – onthecht te blijven en ons emotioneel niet met de wereld te verbinden. Zonder die staat van zijn zouden we ons verliezen in verleidingen en beproevingen, en erdoor beïnvloed worden zoals dat voor het merendeel van de mensheid het geval is.
15.24.3.151Ons wordt niet gevraagd om bijvoorbeeld onze sociale ambities op te geven ten gunste van onze spirituele ambities, maar om ze op een gezonde manier met elkaar in evenwicht te brengen...
15.24.3.159,Het is niet verkeerd om in het alledaags contact met de wereld zijn plichten praktisch en effectief te vervullen en zelfs succesvol te zijn in beroep, zakenleven of ander werk, en het grootbrengen van kinderen, op voorwaarde dat dat dat alles wordt gedaan met de hogere kracht in gedachten.
15.24.3.163Wij mogen de materiële zaken wel degelijk gebruiken en hoeven ze niet op te geven; maar we moeten dat wel doen zonder ons eraan te hechten. We mogen van de goede zaken van het leven en van andere mensen genieten, maar we moeten er niet aan verslaafd raken. We moeten bereid zijn deze zaken ogenblikkelijk los te laten als dat noodzakelijk mocht zijn. Het zijn niet de dingen die ons gebonden houden, niet het huwelijk, rijkdom of een huis, maar ons verlangen naar het huwelijk, rijkdom of een huis. Uiteindelijk is zulk verlangen slechts een stroom van gedachten, een serie mentale beelden.
15.24.3.164Waar anderen in deze draaikolk worden meegezogen en zichzelf, hun energie en tijd wijden aan het verzamelen van aards bezit of het zich verliezen in aardse geneugten, is het mogelijk om tegen onze instincten te zeggen: Tot hier en niet verder. Wij vinden voldoening in het beperken van ons wereldse genot, zodat er genoeg tijd, aandacht en kracht overblijft voor de studie van de evangeliën, en het praktiseren van in stilte zijn.
15.24.3.165Toen Christus onderwees dat degeen die zijn leven wil vinden het eerst moet verliezen, bedoelde hij gewoon dat we eerst onze gehechtheden moeten opgeven.
15.24.3.183Jezus’ uitspraak “Kom tot mij, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven” betekent: “Gooi de last van gehechtheid, verlangens, en gedachten van je af; dan blijft alleen het ware ik over, en zul je waarachtige vrede kennen en kunnen uitrusten van de last van het ego.”
15.24.3.185Onze onthechting is pas compleet wanneer we ons weten te bevrijden van de allesoverheersende neiging om elke ervaring op het persoonlijk ego te betrekken. Onthechting bevrijdt ons van onszelf en helpt ons om ons niet langer gevoelsmatig te verbinden met onze omgeving.
15.24.3.189Zij die de Tao proberen te bevatten, raken haar kwijt, beweerde Loa Tzu. Waarom? Omdat zij hun eigen wilskracht gebruiken, in plaats van passief te worden en hun geest en lichaam ter beschikking van de Tao te stellen, alsof het instrumenten waren. Dit uitschakelen van de eigen wil is wat Jezus bedoelde toen hij zijn volgelingen de raad gaf hun leven op te geven om het leven te vinden.
15.24.3.199Gade te slaan wat er zich om ons heen afspeelt of wat er met onszelf gebeurt, zonder er door beïnvloed te worden en zonder dat we ons er druk om maken, maakt deel uit van de praktijk van innerlijke onthechting.
15.24.3.205Wij worden niet alleen toeschouwer van anderen, maar ook van onszelf. Het kan zijn dat deze vorm van onthechting zelden wordt waargenomen, omdat zij zelden wordt nagestreefd...
15.24.3.206Het beoefenen van het in de wereld leven zonder er in op te gaan, vraagt van ons om niet alleen ten opzichte van de wereld, maar ook ten opzichte van onszelf de rol van toeschouwer aan te nemen. In de mate waarin wij ons in de ervaring van de wereld verliezen, verliezen we dit diepere bewustzijn van onszelf.
15.24.3.207Een mens die in staat is zich naar eigen goeddunken geestelijk terug te trekken uit een situatie waarin hij met anderen verwikkeld is geraakt, om zodoende onpartijdig en kalm naar alle invalshoeken, inclusief die van hemzelf, te kijken, heeft een lange weg afgelegd.
15.24.3.212Maak jezelf los van de persoon die verder moet met het droomtoneelstuk van het leven. Deze persoon is weliswaar gedwongen tot handelen, maar het is mogelijk je er tegelijkertijd op innerlijk niveau van los te maken.
15.24.3.213Op een zeker moment zou hij zelfs geamuseerd naar de eigen verrichtingen op het toneel van het leven kunnen kijken.
15.24.3.215Wij zien hoe onze persoonlijkheid haar rol speelt op het wereldtoneel en, alhoewel we onze verbondenheid ermee herkennen, voelen we deze als iets dat buiten ons staat, als een ander.
15.24.3.216Het is elke keer een uitzonderlijke sensatie wanneer wij vanaf een hogere geestelijke positie het menselijke spel des levens beschouwen. Wij zullen de vele – het zijn er miljoenen – deelnemers aan dit spel hevig zien worstelen met onbeduidende doelen, en hen smartelijk zien streven naar het nutteloze. Wij zien hoe armzalig de totale slotsom is van elk individueel leven, hoe verstoken van geestelijke grootheid en morele grandeur. En, met het zien hiervan, zullen wij ons met onwankelbare toewijding opnieuw richten op onze geestelijke zoektocht.
15.24.3.217Of wij nu het verleden in herinnering roepen of over de toekomst dromen, wij zullen ons ego terzijde schuiven om met onpersoonlijke en onthechte wijsheid het eerstgenoemde te beoordelen of het tweede voor te bereiden.
15.24.3.218Door zich de houding van getuige aan te meten plaatst hij zijn dagelijkse beslommeringen op een afstand. Daardoor krijgt hij ze onder contrôle, voorkomt hij dat ze zijn zoektocht volledig ondermijnen, en kan hij de innerlijke vrede die hij bereikt heeft bewaren.
15.24.3.222Vergeet in het verleden begane vergissingen en maak een nieuwe start, alsof het je eerste dag in dit lichaam was; maar wees net zo vriendelijk met iedereen, alsof het je laatste was.
15.24.3.226Laat je voorafgaande persoonlijke geschiedenis volledig los en wees vrij van het verleden, dat voor minder bewuste mensen gemakkelijk een mentale gevangenis kan worden. Leer in het tijdloze te verblijven, bereid om daar weer uit te voorschijn te komen wanneer er een beroep op je wordt gedaan, maar blijf er dan in je achterhoofd toch aan vasthouden.
15.24.3.227Kijk nooit terug op het verleden met al zijn fouten, want het daaruit voortkomende lijden heeft ons de lessen geleerd die tot de kracht en wijsheid van het heden hebben geleid.
15.24.3.228Het verleden heeft ons lessen aangereikt, dus waarom ergens spijt van hebben? Drank, seks, ambitie, geld, reizen – het waren allemaal tussenstops op de weg naar begrip. Ze hebben niet alleen gestolen, maar ook gegeven. Ze stelden niet alleen teleur, maar ze hebben ons ook wijzer gemaakt. Als het verleden zwakke plekken aan het licht bracht, dan liet het ons tevens zien dat je die ook kan verhelpen.
15.24.3.229Hoe kunnen wij vrezen voor onze toekomst als we weten dat we met God verbonden zijn en dat God gisteren, vandaag en in alle eeuwigheid hetzelfde is?
15.24.3.232Zowel angst voor de toekomst als spijt over het verleden zijn onverenigbaar met een staat van kalme onthechting. Die staat is daar ver boven verheven, en zelfs vrij van de invloed en de druk van alle dagelijkse beslommeringen.
15.24.3.233Verleden, heden en toekomst verworden tegen de achtergrond van DAT tot louter dromen. Als de mens zijn aandacht op de Bron zou kunnen richten in plaats van op zichzelf, en zich er blijvend mee zou kunnen vereenzelvigen, zou zijn bewustzijn zich zeker transformeren.
15.24.3.240We voelen dat de tijd volledig is gestopt, dat de hele wereld en al wat er gebeurt niet méér is dan de schaduw van een gedachte en dat we een onuitsprekelijke en volledig ontspannen stilte zijn binnengetreden.
15.24.3.248Het leven in een beperkte tijdsruimte zoals wij dat doen, is het gevolg van het leven in een aaneenschakeling van gedachten. Maar als deze gedachten in het stille centrum van ons wezen verdwijnen, ontdekken we dat tijdloosheid de meest kenmerkende eigenschap van dat centrum is. Als dat ons al verbaast dan is dat van korte duur, want in dat nieuwe bewustzijn voelen we ons gelijk thuis.
15.24.3.252Als het zich naar binnen keren zich vervolmaakt tot de hoogste staat van contemplatie, zodat gedachten verstillen en de adem tot rust komt, verdwijnt het jachtige gevoel en maakt plaats voor een voortdurend in het nu aanwezig zijn, en een stilheid van het lichaam dat die van de geest weerspiegelt.
15.24.3.255Hier en nu, op dit moment, terwijl we het verleden en de toekomst laten voor wat het is kunnen we op zoek gaan naar het zuivere bewustzijn, niet verward over dat waar we ons mee identificiëren en waar we ons dientengevolge van dienen te bevrijden. Hier en nu, op dit moment, kunnen we ons ware wezen bevestigen en onze ware verlichting beleven zonder het naar een tijd in de toekomst te schuiven.
15.24.3.256Als we diep genoeg in de stilte doordringen, bereiken we een staat van bewustzijn dat waarlijk tijdloos is. Het is hier dat de uitspraak in het Nieuwe Testament ”… en er zal geen tijd meer zijn”, naar verwijst.
15.24.3.257… Als je vandaag op het Overzelf vertrouwt, geeft het je morgen wat je nodig hebt. Als je vertrouwen in het Overzelf stelt zal het je nooit in de steek laten en kan je veilig voorwaarts gaan. Het is inderdaad de “Vader die ons ons dagelijkse brood geeft.”
15.24.3.261,Het Overzelf kunnen we zelfs vinden wanneer we volledig opgaan in het verdienen van ons dagelijks brood. Maar we zullen onze deelname aan wereldse activiteiten en vermaak moeten beperken. Niet de mening van andere mensen, maar onze eigen innerlijke stem zal moeten zeggen hoe ver wij in wereldse bezigheden mee zullen gaan.
15.24.3.263… Het lot schotelt ons moeilijkheden voor waar we ons vaak niet aan kunnen onttrekken. Maar er zijn twee manieren waarop we ermee om kunnen gaan. We kunnen er op een andere manier over gaan denken, zodat we de lessen leren die in die ervaring schuil gaan. Of we laten het simpelweg vallen, zodat we deze last van angst niet hoeven te dragen. We dienen alleen maar aan het verhaal van de man in de treincoupé te denken die zijn rugzak zelf bleef dragen in plaats van hem neer te zetten en door de trein te laten dragen. We kunnen onze rugzak met zorgen simpelweg neerzetten en laten dragen door het Overzelf.
15.24.3.264,We hoeven ons om het heden en de toekomst van ieder die ons dierbaar is geen zorgen te maken. We moeten alleen doen wat rederlijkerwijs mogelijk is om hen te beschermen, maar hen vervolgens aan de zorg en de hoede van de hogere kracht toevertrouwen.
15.24.3.270We kunnen onze veiligheid niet alleen van uiterlijke omstandigheden laten afhangen, hoewel we nooit zullen nalaten daar gepaste aandacht aan te besteden. Wij zijn ons er van bewust dat we voor een volledige zekerheid ook – op zijn minst – de beschermende aanwezigheid van het Overzelf nodig hebben.
15.24.3.273Naarmate onze interesse in het Overzelf zich verdiept, vermindert de hartstocht waarmee wij ons aan wereldse zaken hechten. Onze belangstelling voor die zaken neemt af en wordt rustiger.
15.24.3.274Geloven in zekerheid is wat betreft het dagelijkse leven zeker tevergeefs. Maar wat het innerlijke leven betreft is het volledig gegrond.
15.24.3.276... Degene die vertrouwt op uiterlijkheden, speelt met zijn geluk. Degene die vertrouwt op zijn eigen Overzelf bereikt een niet aflatende sereniteit.
15.24.3.279,Vanaf het moment dat we ons minder met onze wisselende wereldse bezittingen bezig gaan houden en meer met het makkelijker te beheersen innerlijk, beginnen we kans te maken op echt geluk…
15.24.3.279,Verlangens sterven vanzelf en zonder strijd, karma houdt op te bestaan en de stilte van het Overzelf neem bezit van ons.
15.24.3.288Als alle handelingen overbodig zijn geworden, en lichaam en bewustzijn tot rust gekomen zijn, dan is datgene bereikt wat de Chinezen Wu Wei noemen, het niet-doen. Dit brengt een bijzonder gevoel van vrede teweeg, omdat het niet-verlangen en niet-hopen impliceert. De zoeker is dan dicht bij het doel gekomen, maar totdat deze vrede permanent en diep verankerd is, blijft de zoektocht doorgaan…
15.24.3.289,... Laat alle negatieve gedachten los, met name de gedachten die betrekking hebben op anderen. Houd op met veroordelen en bekritiseren ...
15.24.3.289,… Het ego dient zich aan de invloeden van de intuïtie over te geven, zodat al onze acties, zonder tussenkomst van het ego, door onze intuïtie geleid worden in plaats van door onze niets ontziende verlangens. Zo bevrijden we ons van ons karma …
15.24.3.290,… Het vermogen tot mentale rust kan naar een diepe innerlijke stilte worden geleid en kan door oefening temidden van uiterlijke drukte innerlijk worden gehandhaafd. Dit is waarom het kalm blijven zowel bij yoga als bij filosofie erg op waarde geschat wordt.
15.24.3.309,Wanneer alles binnenin ons – alle gedachten, emoties en verlangens – tot stilte zijn gebracht, is het onvermijdelijk dat dat ook met de persoonlijke wil gebeurt. Wat er dan gedaan moet worden, zal worden gedaan, maar dan via ons.
15.24.3.313Wij moeten nooit vergeten dat zoals de Wereld-Geest zijn eigen aard niet verliest of wijzigt, zelfs niet tijdens het scheppen van werelden, zo moeten wij ook eerbiedig en onveranderlijk aan onze eigen ware mystieke identiteit vasthouden, zelfs te midden van al onze wereldse bezigheden...
15.24.3.314,Wanneer we met deze goddelijke manier van zijn in het achterhoofd leven, en met het wereldse leven op de voorgrond, leven wij op de meest volledige manier.
15.24.3.320Het is niet genoeg om zich van de wereld te onthechten, zelfs niet genoeg om van tijd tot tijd op het Overzelf te mediteren. Een mens moet elk uur, elke dag, geworteld blijven in de fundamentele houding die uit die twee voortkomt.
15.24.3.322
5 jan 2012
8 jan 2017
10 aug 2016
3 feb 2014
2 jan 2017
22 jan 2014
3 okt 2019
26 jun 2018
17 aug 2022
15 feb 2020
5 apr 2012
24 jun 2016
11 mei 2018
13 maa 2020
9 feb 2020
6 apr 2012
14 aug 2011
19 jun 2015
16 nov 2023
1 nov 2019
14 aug 2013
17 aug 2019
22 okt 2014
15 sep 2019
15 dec 2010
26 maa 2013
28 maa 2019
15 okt 2015
25 maa 2020
17 dec 2016
3 jun 2022
16 sep 2018
10 apr 2011
15 dec 2015
15 okt 2018
14 maa 2015
5 apr 2023
3 maa 2017
10 apr 2018
11 aug 2016
18 jul 2019
12 okt 2011
4 jan 2011
11 apr 2019
6 jan 2011
3 aug 2016
24 apr 2015
21 jan 2022
5 jan 2011
31 mei 2012
5 maa 2019
24 maa 2017
1 okt 2011
22 jan 2023
19 jul 2018
21 mei 2012
9 nov 2017
12 okt 2018
5 okt 2011
18 jul 2013
9 dec 2012
1 nov 2020
18 feb 2018
7 apr 2015
14 dec 2012
8 jan 2022
7 nov 2015
26 nov 2023
4 apr 2015
1 feb 2021
24 feb 2013
12 apr 2014
18 apr 2014
2 apr 2015
6 dec 2023
14 mei 2022
28 jan 2022
11 jan 2025
18 dec 2023
The notebooks are copyright © 1984-1989 The Paul Brunton Philosophic Foundation
This site is run by Paul Brunton-stiftelsen · info@paulbruntondailynote.se