The Library
Wanneer godin Athena, in de Griekse mythologie, beweert dat ”er zaken zijn die we zelf bedenken, en andere zaken die een god in je hart zal plaatsen”, is het haar manier datgene te beschrijven wat wij eenvoudigweg inspiratie noemen.
14.22.2.2Er is een verborgen licht in de mens zelf. Soms verschijnt de glans hiervan in onze mooiste kunstuitingen, onze meest verheven religieuze openbaringen, onze meest onberispelijke morele beslissingen.
14.22.2.9… wanneer we geduldig genoeg zijn en weten vol te houden, zullen we ontdekken dat er zich in ons binnenste een Bron bevindt, die verbazingwekkende mogelijkheden voor de mensheid in petto heeft. Die Bron wordt in spreektaal de ziel genoemd.
14.22.2.11,Het gebeurt ergens boven onze hoofden, maar de meesten van ons zijn zich er op dit moment niet erg duidelijk van bewust. Toch leveren wij een wezenlijke bijdrage door ons als kanalen te laten gebruiken.
14.22.2.14In de mate waarin we het besef van dit goddelijke bewustzijn vast kunnen houden, kunnen we ook iets van de kennis en macht ervan uitdrukken.
14.22.2.19Eens afgestemd geldt, dat hoe langer je in aanwezigheid kunt blijven van het Overzelf, hoe groter de diepte is die je hiermee bereikt en hoe meer baat je er bij hebt. En hoe groter de creativiteit wat betreft ideeën, kunst en intuïtie.
14.22.2.20In de mate waarin we ons bewust zijn van de aanwezigheid van het Overzelf, zijn we geïnspireerd. In de mate waarin wij talent hebben voor een vorm van kunst, wordt ons werk ook geïnspireerd.
14.22.2.25Als we door het hogere geïnspireerd worden, komt daar altijd iets goeds uit voort. Dat zal zowel tot uiting komen in het welslagen van het ego in de buitenwereld, als in onzelfzuchtige dienstbaarheid aan, en verlichting en verheffing van de gemeenschap waar we deel van uitmaken.
14.22.2.31Hij vindt in zichzelf niet alleen een ontspannen rust, maar ook een ware fontein van wijsheid, kracht, inspiratie en gelukzaligheid.
14.22.2.34Als spiritualiteit ons doorstraalt maakt dat ons groot, ook al missen we verder elk ander talent.
14.22.2.35De priester, de goeroe, de kunstenaar en de schrijver moeten door middel van hun werk een kleine kudde of een miljoen geesten met zich mee voeren. Hun talent is van henzelf, maar de inspiratie komt van een hoger plan.
14.22.2.39Een belangrijk deel van wat we bereiken ontwikkelt zich in de stille eenzaamheid van ons eigen hart, onopgemerkt en ongezien door anderen. Op een dag mondt dit uit in onbedwingbare actie, en dan vraagt de hele wereld zich af waarom.
14.22.2.43Wij vervullen het leven wanneer we ons permanent in goddelijke aanwezigheid bevinden, ons hier bewust van zijn en dit overal uitdragen.
14.22.2.45Een van de verborgen eigenschappen die een geïnspireerd mens kentekent is dat hij zichzelf laat leiden – hij gebruikt zijn ego niet voor dat wat zijn intuïtie het best kan doen. Maar dat vraagt wel van hem dat hij bijtijds stopt en wacht tot de innerlijke leiding tot hem komt.
14.22.2.48Geef het ego terug aan het Overzelf, zodat het Overzelf het kan gebruiken op de manier waarop het gebruikt zou moeten worden – in harmonie met de kosmische wetten van het bestaan. Dit betekent dat het welzijn van degenen waar het ego mee in contact komt net zo zwaar wordt gewogen als dat van het ego zelf.
14.22.2.49Zijn gedrag is spontaan, maar dit komt niet omdat hij louter zijn impulsen volgt of vergeet na te denken. Het is de spontaniteit, de openheid van een geïnspireerd mens die weet waar hij naartoe gaat en wat hij doet, die in zijn relaties met andere mensen direct door een hogere wil geleid wordt dan die van zijn eigen ego.
14.22.2.51Wanneer de wil van het Overzelf de drijvende kracht in ons leven is, worden alle moeite en inspanning om correct te handelen overbodig.
14.22.2.52Als we het ego uit de weg geruimd hebben en het Overzelf de beschikking over ons heeft, hoeft en kan er niet gekozen worden tussen twee mogelijke handelingen. Slechts één enkele weg zal zich ogenblikkelijk en zonder aarzelen als de juiste voor ons openen.
14.22.2.53Het wordt pas mogelijk vanuit inspiratie te handelen wanneer we – om met een ruimtelijke metafoor te spreken – alles wat we doen lang genoeg de nodige aandacht op de voorgrond van onze geest geven, terwijl we het Overzelf permanent aandacht op de achtergrond van onze geest geven.
14.22.2.57Als het bewustzijn van het Overzelf tot ons doordringt, begint de kracht van het Overzelf zich via ons uit te drukken.
14.22.2.58Hij heeft in elke situatie en onder elke omstandigheid toegang tot oneindige wijsheid en ondersteuning. Maar dat is afhankelijk van de mate waarin hij het ego aan het hogere zelf overgeeft.
14.22.2.60Als we wijs zijn laten we de aanwezigheid van het Overzelf door ons leven stromen, blokkeren het nooit met ons ego noch laten we het door onze hartstochten terzijde schuiven.
14.22.2.63Het ego kan niet langer vooraf zien wat er met haar persoonlijke leven in de uiterlijke wereld zal gebeuren wanneer het Overzelf de leiding neemt, noch kan het beslissen hoe het het verloop ervan zou moeten zijn.
14.22.2.64Met onze nederigheid ten overstaan van het Overzelf, zullen wij ons met kalme zelfverzekerdheid tussen onze medemensen begeven, en met een rotsvaste overtuiging praten over wat we weten.
14.22.2.65Wat het ego denkt, voelt en doet is dat het nadenkt over de soevereiniteit van het Overzelf. Het ego zelf moet daaraan ondergeschikt zijn. Elke gedachte, gevoel of handeling dient aan het Overzelf opgedragen te worden en elke plaats waar het ego zich bevindt wordt een gewijde plaats.
14.22.2.68Het Overzelf is niet enkel een voorbijgaande intellectuele abstractie maar een eeuwige aanwezigheid. Voor diegenen die zich van de aanwezigheid van het Overzelf bewust zijn geworden is haar mysterieuze kracht en sublieme inspiratie altijd beschikbaar.
14.22.2.69Dat het intuïtief handelen, denken en voelen meer en meer de overhand neemt, laat zien dat het Overzelf en de persoonlijkheid in overeenstemming met elkaar zijn en samenwerken…
14.22.2.72,Hij moet reikhalzend uitkijken naar de dag dat hij zich tijdens alles wat hij doet van de aanwezigheid van het hogere zelf bewust zal zijn. Het zal zijn innerlijke wereld leiden en dus degene zijn die in werkelijkheid zijn handelingen in de uiterlijke wereld verricht, en niet het ego.
14.22.2.73Er zijn momenten waarop het Overzelf geen weerstand accepteert, en met zo’n allesoverheersende kracht handelt dat de mens wel moet gehoorzamen. Maar dit zijn uitzonderlijke gebeurtenissen.
14.22.2.75Een zelf dat anders is dan ons vertrouwde zelf komt in ons omhoog, en een transformerende kracht, meesterlijk en goddelijk, zal de controle over ons overnemen.
14.22.2.76Wanneer iemands bewustzijn, zienswijze en karakter erg verheven zijn, vormen altruïstische verplichtingen geen vervelende last meer, maar een deel van het pad naar zelfrealisatie dat diegene niet graag zou missen.
14.22.2.77Er is het vreemde gevoel dat niet hij, maar iemand anders in hetzelfde lichaam leeft en spreekt, iemand die edeler en wijzer is dan zijn eigen ego.
14.22.2.78Wie het Overzelf vindt en daaraan de wil en het verlangen ontleent om anderen van dienst te zijn, zal vreugde, vertrouwen en vrede naar hen uitstralen.
14.22.2.83Uit die verheven inspiratiebron kunnen grootse daden voortkomen, immense innerlijke kracht, grandioze artistieke creativiteit en een prachtige, delicate innerlijke balans.
14.22.2.84… Hij zal wanneer hij het gebod van het hogere zelf volgt op zijn minst dezelfde bevrediging voelen als toen hij vroeger aan zijn lagere verlangens gehoor gaf. Met het gebod van het hogere zelf komt de kracht, moed en wijsheid om er gehoor aan te geven. De wereldse valkuilen worden onderkend maar zullen hem niet op een dwaalspoor leiden. Hij engageert zich met dit soort werk niet vanuit zijn eigen wil, maar vanuit een wil die hem beter ondersteunt en leidt dan hij ooit zelf zou kunnen doen. Dit begrijpt hij maar al te goed en accepteert hij met graagte.
14.22.2.89,Het is een vergissing te denken dat het vinden van het Overzelf gelijk gesteld kan worden aan het vinden van eeuwige eentonigheid en verveling. Het draagt daarentegen juist de belofte in zich van een overvloediger leven – meer vreugde, geluk en tevredenheid op zowel het fysieke als het spirituele vlak.
14.22.2.90Hij zal in zijn spirituele dienstbaarheid of in zijn kunstzinnige expressie een bezield man zijn. Hij zal er zich bewust van zijn dat hij een kanaal is voor een kracht die anderen beïnvloedt en die groter is dan die van hemzelf. En hij zal weten dat die kracht komt van de God die in hem schuil gaat.
14.22.2.92De zekerheid en veiligheid waarmee het Overzelf ons omhult is zo immens dat we niet aarzelen om risico’s te nemen die voorzichtigheid, bescheidenheid of angst normaal nooit zouden nemen. Maar we doen dat enkel als het Overzelf ons ertoe inspireert.
14.22.2.93De verbazing en blijdschap over het feit dat hij ontdekt een kanaal te zijn van zegen, onderricht, vrede, en het gezond en blij maken van anderen, zal toenemen als de resultaten zelf toenemen.
14.22.2.95De krachten van erfelijkheid en de invloed van de omgeving lijken een allesbepalende invloed op ons handelen te hebben. Maar wanneer de ziel zijn verheven positie inneemt, verdwijnen ze als sneeuw voor de zon.
14.22.2.99Het is waar dat de inspiratiebron altijd in ons aanwezig is, maar we zijn ons er slechts met tussenpozen van bewust.
14.22.2.103Werk waartoe het Overzelf ons inspireert is nooit vervelend, maar altijd aangenaam.
14.22.2.108Iets echt waardevols doen, op een geïnspireerde manier creatief en constructief bezig zijn terwijl je je van het Overzelf bewust bent, is als het realiseren van je goddelijke potentie. Wij vervullen dan het doel van het menselijk bestaan hier op aarde.
14.22.2.109Als we deze goddelijke vlam in ons hart laten branden, inspireren we iedereen om ons heen.
14.22.2.110Het Overzelf is niet louter en alleen een plezierig gevoel – hoewel het dat wel degelijk oproept – maar een werkelijk bestaande kracht. Wanneer het Overzelf bezit van iemand neemt, wordt diegene letterlijk gegrepen door een dynamische energie. Een creatieve kracht doordringt voortaan zijn atmosfeer en zijn geest, inspireert zijn daden, zet zijn woorden kracht bij en wordt de leidraad in zijn leven.
14.22.2.113Brahms verklaarde dat zijn methode voor het vinden van inspiratie er om te beginnen uit bestond om verheven universele spirituele waarheden te overpeinzen die hem in een diepere, droomachtige semi-trance brachten. Na deze voorbereiding voelde hij zich geïnspireerd en vol nieuwe ideeën voor zijn werk.
14.22.2.115Het gevoel van een zekere aanwezigheid in zijn hart zal bij tijd en wijle zo krachtig worden, zo echt en zo intensief, dat hij er op een vanzelfsprekende manier een gesprek mee zal aangaan. Hij zal het onderzoeken, er tegen bidden, zijn liefde ervoor betuigen en het aanbidden. En hij zal erachter komen dat het hem beantwoordt met woorden, die spontaan in zijn geest zinnen vormen, als spraak zonder geluid. Het zal hem precieze opvoedkundige aanwijzingen geven – vaak op onbewaakte momenten – en hogere zienswijzen formuleren.
14.22.2.122Innerlijk Woord. Wanneer we erin slagen tot de stille diepten van ons wezen door te dringen, zal een andere geest zich van de onze meester maken, en ons leiden, onderwijzen en inspireren. Vanuit onze innerlijke stilte zal deze tot ons spreken, maar niet met onze eigen stem. De toon ervan zal vriendelijk zijn, en wanneer we eraan gewend raken gaan we inzien dat het niets anders is dan de stem van de Heilige Geest, het woord van het Hogere Zelf.
14.22.2.123Doordat de innerlijke stem haar boodschap dagelijks aan hem overbrengt, en zijn begrip zich ontwikkelt door naar haar te luisteren en zijn karakter door haar te gehoorzamen, krijgt hij het meest overtuigende bewijs dat de spirituele zoektocht die hij eerst bij wijze van experiment is aangegaan, nu een ervaring van onschatbare waarde is geworden.
14.22.2.124Vanuit haar bredere kijk op het leven vertelt de ziel de waarheid aan het intellect. Haar stem horen we het best en gemakkelijkst wanneer we ons bewustzijn naar binnen keren en zo veel mogelijk tot stilte brengen, weg van het wereldse bestaan.
14.22.2.125Er komt een stem tot ons, maar niet zoals we gewend zijn. Het is een mentale stem die van binnen in ons komt, en met een vreemde autoriteit spreekt. Zij zegt: ”Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.”
14.22.2.127Het Overzelf geeft haar orders en stelt haar eisen in de diepe stilte en privacy van ons hart. Maar deze zijn uiteindelijk veel krachtiger en hebben meer gezag dan de eisen van de drukke, lawaaierige buitenwereld.
14.22.2.129Als de Innerlijke Wereld aan hem vraagt zich in een richting te begeven die zodanig vergeven van moeilijkheden en door hindernissen geblokkeerd lijkt te zijn dat hij de weg voor hem niet kan overzien, hoeft hij noch te twijfelen noch bang te zijn. Er zal, door de kracht van het Overzelf, een weg voor hem gebaand worden. Hij hoeft enkel te gehoorzamen, te ontspannen en zich aan haar leiding over te geven.
14.22.2.139De innerlijke stem wordt niet door het logische verstand opgevangen, hoewel wat ze beweert vaak erg redelijk kan klinken. Die stem is, in tegenstelling tot onze normale spraak, totaal niet met het verstand verbonden. De innerlijke stem wordt in het hart ontvangen, en diep en intensief doorvoeld.
14.22.2.142De heilige Teresa definieerde de Innerlijke Stem als volgt: “De woorden hadden een duidelijke vorm en waren niet mis te verstaan, hoewel ze door fysieke oren niet gehoord konden worden.”
14.22.2.151De woorden van deze onzichtbare, enkel met het gevoel waarneembare entiteit, gaan voorbij aan onze fysieke oren, maar maken een diepe indruk op de geest. Zij komen niet van de geesten van overledenen maar van de heilige geest van ons eigen goddelijke bewustzijn, van een diep mystieke bron en hebben geen oppervlakkige astrale oorsprong.
14.22.2.154Dat leidt ertoe dat het Innerlijke Woord in feite de Innerelijke Leraar wordt, en dat meditatie zelf de toegangsdeur wordt naar een innerlijke school wordt waar we regelmatig onderricht krijgen.
14.22.2.157Als we in dit stadium van onze reis zijn aangekomen; wanneer wij de deur van onze kamer kunnen sluiten, gaan liggen en luisteren naar de Innerlijke Stem; wanneer de innerlijke stilte hoorbaar wordt en ons helder geformuleerde instructies geeft, dán alleen zijn wij klaar om te spreken of voor anderen te schrijven en anderen te onderwijzen. Tot die tijd zijn wij doofstom, niet in staat om te horen en onvoorbereid om de heilige taal te spreken. Nu de genadige kracht op ons is neergedaald zijn we niet alleen in staat om door de ons omringende duisternis de waarheid te zien, maar ook om waarheid te schenken aan diegenen die gereed zijn om deze te kunnen aanvaarden.
14.22.2.169
6 okt 2013
23 dec 2013
2 jan 2022
4 aug 2022
20 apr 2016
18 feb 2014
31 maa 2014
5 feb 2017
17 okt 2023
26 dec 2022
25 okt 2018
28 okt 2013
29 okt 2013
7 jan 2012
25 jun 2011
19 okt 2015
26 dec 2024
24 maa 2012
16 sep 2019
22 jun 2012
20 dec 2011
11 apr 2013
29 mei 2013
26 aug 2024
12 okt 2015
25 jan 2012
9 jan 2012
20 aug 2011
11 jul 2012
7 apr 2018
8 aug 2018
29 apr 2012
29 sep 2011
1 jun 2024
11 aug 2012
23 aug 2011
2 apr 2011
15 jan 2012
22 sep 2011
5 mei 2016
26 jun 2022
18 jan 2013
2 aug 2011
12 maa 2012
1 jun 2011
28 dec 2020
16 feb 2011
4 sep 2023
13 aug 2012
28 jun 2024
23 maa 2013
4 mei 2014
10 aug 2011
12 jun 2014
18 jan 2022
7 apr 2014
15 dec 2022
29 mei 2014
The notebooks are copyright © 1984-1989 The Paul Brunton Philosophic Foundation
This site is run by Paul Brunton-stiftelsen · info@paulbruntondailynote.se