The Library
Leren is kennis ontvangen. Maar als we de Waarheid zoeken die zowel achter alle andere waarheden staat als verder reikt, moeten we leren met alles wat we hebben – onze geest, ons hart, ons lichaam en onze wil. Met onze geest, omdat ons denken tot het uiterste zal moeten worden opgerekt. Met ons hart, omdat er veel meer van onze liefde zal worden geëist dan we tot nu toe gedacht hebben. Met ons lichaam, omdat deze de tempel dient te worden van de heilige geest. En met onze wil, omdat we niet mogen stoppen met deze onderneming totdat we de Waarheid gevonden hebben.
13.20.3.5Filosofische intelligentie is een combinatie van intellectueel vermogen en intuïtie.
13.20.3.8Het bestuderen van filosofie traint de geest in diep nadenken. Die studie moet benaderd worden in de geest van wetenschappelijke afstandelijkheid.
13.20.3.10Tenzij we onze intuïtieve vermogens tot op het juiste niveau hebben ontwikkeld, kunnen wij deze leer niet begrijpen, want deze bevindt zich ver buiten het bereik van het banale en materialistische.
13.20.3.14… Er is kracht voor nodig om gedachtepatronen te veranderen die door oude gewoonten diep ingesleten zijn…
13.20.3.15,Swedenborg: “Zonder de uiterste toewijding aan het Opperwezen, de Oorsprong van alle dingen, kan niemand een volledig en waarlijk erudiet filosoof zijn. Verering van het Oneindige Wezen kan nooit los worden gezien van filosofie.”
13.20.3.28Bij het bestuderen van moderne wetenschap, bij elke laboratoriumanalyse of beschouwing van natuurlijke fenomenen, wordt er grote nadruk gelegd op de noodzaak van strikte onpersoonlijkheid, en de afwezigheid van ook maar het geringste spoor van wensdenken, persoonlijke gevoelens en vooroordelen. Dit geldt evenzeer voor een student filosofie.
13.20.3.30Als we de Hoogste Waarheid wensen te bereiken zouden we de Hogere Levenswetten moeten leren kennen en op zoek moeten gaan naar een zuiver karakter en nederigheid.
13.20.3.64De waarheid is al in ons aanwezig. Wij moeten deze vanuit het diepste van ons bewustzijn naar de oppervlakte halen. Als we de waarheid niet zien, dan is dat alleen maar omdat wij niet diep genoeg gekeken hebben, of omdat we de obstakels die dat in de weg staan niet hebben opgeruimd. Deze obstakels bevinden zich geheel in ons lagere zelf, en kunnen worden verwijderd met behulp van filosofische oefeningen.
13.20.3.76Eerst moeten we er achter komen wat het is dat ons weghoudt van ons hogere zelf. Pas wanneer we dat weten, gaan we inzien dat we de filosofische leer nodig hebben om die hindernissen uit de weg te ruimen.
13.20.3.77Het vermogen onderscheid te kunnen maken tussen schijn en werkelijkheid, tussen het valse en het werkelijk bestaande 'ik', wordt ontwikkeld door onze zintuigelijke waarnemingen steeds kritisch met ons verstand te onderzoeken, door ons gevoel verstandelijk te benaderen, door ons meer en meer op onze intuïtie te durven verlaten en door gedurende meditatie steeds dieper in onze essentie af te dalen.
13.20.3.81… wanneer we de gewoonte aannemen om negatieve gedachten de toegang te ontzeggen en de gedachten die ons verzwakken onmiddelijk uit onze geest te verbannen, maakt dat ons karakter snel sterker…
13.20.3.82,… de zoeker naar waarheid begint zich naar binnen te keren op zoek naar eenheid met zijn eigen ziel en keert zich naar buiten op zoek naar eenheid met de mensheid. Het leven is de gids die ons thuisbrengt naar onszelf, en naar een betere relatie met onze medemensen…
13.20.3.82,Het doel is om een hoger bewustzijn te krijgen, die door onze geest flitst met een verblindend licht. Al onze inspanning, al onze training is uiteindelijk hier voor bedoeld.
13.20.3.87De gebrekkige natuur van de mens moet volledig worden geneutraliseerd, en de verstorende invloed ervan volledig worden verwijderd, alvorens de goddelijke waarheid zichzelf kan manifesteren in zijn volledig soevereine zuiverheid.
13.20.3.92Degene die de goddelijke kracht in zijn diepste wezen kent en voelt, zal in de meest letterlijke zin van het woord bevrijd worden van angsten en zorgen. Degene die nog niet in dat stadium is aangekomen maar er naar op weg is, kan hetzelfde gewenste resultaat benaderen door er intens in te geloven. Maar diegene moet dat geloof dan wél echt bezitten, en niet alleen maar beweren het te bezitten. Het bewijs dat diegene dat geloof werkelijk bezit, wordt bepaald door de mate waarin diegene weigert negatieve, angstige en moedeloze gedachten toe te laten ...
13.20.3.97,Een onervaren en onevenwichtig persoon zal spirituele vooruitgang wellicht meten aan de hand van emotionele vervoering of meditatieve diepgang, maar een rijp en wijs mens let op het karakter – de grootmoedigheid, evenwichtige ontwikkeling en zuiverheid er van.
13.20.3.100De filosoof ontwikkelt de meest belangrijke kanten van zijn menselijke natuur – zijn verstand door te redeneren, zijn kennis door te studeren en zijn wijsheid door zich te associëren met hen die meer ontwikkeld zijn dan hijzelf.
13.20.3.107Gedachten, gevoelens en wil zijn de drie zijden van de mens die tijdens de spirituele zoektocht een taak dienen te krijgen. We kunnen onze gedachten inzetten om onderscheid te maken tussen waar- en onwaarheid, tussen realiteit en schijn. Onze gevoelens kunnen we in liefhebbende toewijding richten op het Overzelf. De wil moeten we richten op wijze handelingen en altruïstische dienstverlening. Alle drie moeten daarbij onderling in harmonie en balans functioneren.
13.20.3.111De tegenzin om met meditatie te beginnen en het onvermogen dit lang vol te houden zijn deels te wijten aan de ingesleten gewoonte van de geest om zich met wereldse zaken bezig te houden of gehecht te zijn aan persoonlijke verlangens. Dit is de reden waarom de studie van volledig abstracte metafysische en onpersoonlijke onderwerpen deel uitmaakt van het Filosofische Pad.
13.20.3.121Zowel de neigingen en aanleg die wij hebben meegenomen uit vorige levens, als de effecten van erfelijkheid en omgeving, de invloed van de samenleving, en datgene wat we op school geleerd hebben – dit dient allemaal te worden gecorrigeerd en gezuiverd indien we de waarheid willen leren kennen zonder deze onbewust te vervormen.
13.20.3.128Het is van essentieel belang om duidelijk het verschil te zien tussen leringen die voortkomen uit – en louter dienend zijn aan – het ego, en leringen die voortkomen uit het Overzelf en ons daar naartoe leiden.
13.20.3.153Als je vraagt wat werkelijkheid is, is het standpunt van de filosofie dat het antwoord daarop bewustzijn moet zijn. Als je vervolgens vraagt wat voor werk de mens in zijn leven moet verrichten, moet het antwoord zijn dat hij bewust moet worden van het bewustzijn zelf. Maar omdat het bewustzijn zich gewoonlijk niet aan hem openbaart, maar enkel haar verschillende staten laat zien, kan hij dit werk enkel volbrengen door buitengewone middelen aan te wenden. Hij zal zijn gevoelens moeten pantseren en zijn geest verstillen. Om kort te gaan zal hij zich zelf moeten ontkennen.
13.20.3.155De vierhoek van religieuze toewijding, metafysische studie, mystieke meditatie en geïnspireerde actie vormt het gereedschap voor filosofisch werk.
13.20.3.174… Gebed en meditatie maken het cultiveren van intuïtie en aspiratie mogelijk, hetgeen tegelijkertijd gepaard moet gaan met het versterken van de wil, plus studie en reflectie. Alle inspanningen moeten als het ware gelijktijdig worden verricht om tot een evenwichtige geestesgesteldheid – het filosofische ideaal – te komen.
13.20.3.180,Er komt een tijd dat de zoeker zo volledig van filosofische idealen is doordrongen dat het hogere leven het leven van alledag wordt.
13.20.3.192De inwijding in wijsheid – om van langere duur te kunnen zijn – is niet iets dat door een meester ooit ineens gegeven wordt. Wijsheid is het resultaat van datgene wat we meemaken en hoe wij over het leven denken. Gedachten worden geleidelijk aan gewoonten, en gewoonten veranderen uiteindelijk in goede karaktereigenschappen …
13.20.3.193,Filosofie is niet alleen van nut bij meditatie, hoewel dat aspect misschien wél het meest in het oog springend is. We kunnen het ook toepassen in ons dagelijkse leven en in onze relaties. Het is ook van nut wanneer we aan ons karakter, onze houding en gevoelens werken. Het omvat ons lichaam en onze voeding.
13.20.3.245We moeten niet voortijdig om volledige vereniging met het Overzelf vragen. Dat komt namelijk pas na jaren van ontwikkeling op alle gebieden. We moeten ons eerst innerlijk voorbereiden om het te kunnen ontvangen, alleen dán mogen we de uiteindelijke vereniging verwachten. Deze voorbereiding beïnvloedt onze hele persoonlijkheid – ons intellect, onze gevoelens, onze wil en onze intuïtie.
13.20.3.254Een evenwichtige ontwikkeling zal niet het intellect stimuleren en de gevoelswereld laten wegkwijnen, noch het omgekeerde. Het zal intuïtie de hoogste prioriteit geven, over het verstand laten heersen en het gevoel laten controleren.
13.20.3.264Alles wat we nodig hebben om gelukkig te zijn moet zijn oorsprong in zowel het geestelijke als het fysieke hebben – in het vermogen te ontspannen in onze innerlijke stilte, in de ontwikkelde intellectuele en esthetische natuur, in een gezond en sterk lichaam.
13.20.3.272De basis van het universum is haar evenwicht. Alleen op die manier kunnen de planeten in harmonie ronddraaien zonder op elkaar te botsen. Wanneer we ons op dezelfde manier op Natuur en God willen afstemmen, moeten we een evenwicht zien te bereiken als basis van onze eigen natuur.
13.20.3.279De filosoof probeert de juiste balans te vinden die hem in staat stelt zich in de rusteloze wereld van conflicten, egoïsme en materialisme te begeven, terwijl hij zich tegelijkertijd onafgebroken van het Overzelf bewust is.
13.20.3.299Het is vanzelfsprekend dat ons streven om volledig in evenwicht te komen ook van invloed is op hoe onze oordelen en meningen tot stand komen. Wij willen graag alle kanten van de zaak bekijken, met name de zwaktes in onze eigen opvattingen en wat goed is in die van de ander.
13.20.3.313Wanneer er geen conflict meer is tussen intellect en emotie, tussen intuïtie en egoïsme, of tussen verbeelding en wil, kunnen we zeggen dat iemand volledige innerlijke harmonie bereikt heeft.
13.20.3.331… Telkens weer wordt ons waarheidszoekers aangeraden om de verschillende aspecten van ons karakter, de verschillende onderdelen van de zoektocht, en de verschillende eisen die het leven van alledag aan ons stelt, te verenigen en met elkaar in balans te brengen. Filosofie kan ons vrede geven omdat dit vermogen er deel van uitmaakt.
13.20.3.334,Wanneer we goed in balans zijn kan niets ons klein krijgen. De omstandigheden kunnen ons weliswaar flink onder druk zetten maar we zullen altijd dichtbij ons centrum blijven of er naar terugkeren.
13.20.3.336Wanneer denken en voelen in zuiverheid samensmelten, kennis en spiritueel verlangen elkaar sterker maken, en begrip en handeling elkaars ontwikkeling bevorderen, leren we de voordelen en waarde van balans uit eigen ervaring kennen.
13.20.3.344Wanneer zowel kennis, wijsheid en begrip als toewijding, verlangen naar en verering van het heilige in hem tot ontwikkeling komen terwijl beide tendensen ook nog eens tot een juiste handelswijze leiden, zal zijn zoektocht evenwichtig, gezond en productief zijn.
13.20.3.371Zij die over de waarheid praten of schrijven maar er niet naar leven omdat ze dat niet kunnen, hebben wel enige notie van de betekenis van de waarheid, maar realiseren zich haar kracht niet. Ze hebben het evenwicht niet gevonden dat ontstaat wanneer de wil op gelijke hoogte is gebracht met het verstand en het gevoel. Het is dit evenwicht dat spontaan mystieke krachten in onszelf doet ontstaan en de staat van ‘wedergeboorte’ produceert. Terwijl onze eerste geboorte plaatsvond in ons fysieke lichaam, vindt onze tweede geboorte plaats in ons bewustzijn.
13.20.3.385Door de mannelijke en vrouwelijke temperamenten in onszelf te laten versmelten, brengen wij ook kennis en gevoel, wijsheid en eerbied in harmonie met elkaar.
13.20.3.414Wanneer de positieve en de negatieve pool met elkaar worden verbonden, gaat de elektrische lamp vanzelf branden. Wanneer intellect en gevoel goed op elkaar afgestemd zijn, en het karakter zowel goed ontwikkeld als gezuiverd is, begint het Overzelf in ons uit zichzelf te stralen.
13.20.3.416Verstand moet gelijk op gaan met gevoel, wetenschap met mystiek, mededogen met eigenbelang, en dat wat we doen met dat wat we denken. Alleen een op deze wijze gebalanceerd leven is waarachtig filosofisch.
13.20.3.426Zo ziet de veelzijdige ontwikkeling van de menselijke geest eruit die de filosofie te bieden heeft. Deze brengt mystieke intuïtie en logisch denken, religieus geloof en kritische overdenking, idealistische toewijding en praktische dienstverlening met elkaar in balans.
13.20.3.430Het is niet alleen de balans tussen intellect en gevoel en tussen gedachten en de wil, die noodzakelijk is om tot verlichting te komen, maar vooral ook die tussen onze lagere en hogere wil, en tussen de verlangens van het ego en de vervulling van het Overzelf.
13.20.3.431Wanneer de hogere en de lagere vorm van wilskracht met elkaar in balans worden gebracht en daar voortdurend worden vastgehouden, hebben wij ons verzekerd van de noodzakelijke voorwaarden voor verlichting.
13.20.3.432Wanneer de door ervaring verkregen wijsheid gekoppeld wordt aan jeugdige gedrevenheid en die verzacht zonder deze te verlammen; wanneer dromen in daden worden omgezet en idealen zich in ons gevoelsleven weerspiegelen; wanneer de intuïtie regeert over het intellect en de wil aanstuurt, dán hebben wij een waardig evenwicht bereikt.
13.20.3.444Om tot een evenwichtig resultaat te komen dienen we een evenwichtige benadering toe te passen en op verschillende fronten tegelijk te werken. Het morele karakter moet worden betrokken bij de zoektocht naar verheffing; het intellectuele vermogen moet zich zowel aan de studie wijden, als aan het nadenken over de lessen van het leven zelf; de intuïtie moet door dagelijkse meditatie worden ontwikkeld; en in het praktische leven van alledag moeten we de geleerde idealen tot uitdrukking proberen te brengen.
13.20.3.456
21 nov 2016
4 nov 2016
15 jan 2023
6 nov 2020
6 sep 2017
30 jan 2023
8 jul 2022
13 apr 2019
26 mei 2016
4 maa 2021
7 mei 2016
7 aug 2021
30 aug 2021
23 sep 2013
13 dec 2020
20 maa 2021
28 jun 2014
13 mei 2015
13 apr 2015
19 jul 2016
18 feb 2016
27 mei 2022
15 jun 2011
3 apr 2018
28 apr 2018
14 nov 2016
5 dec 2016
15 jan 2025
15 maa 2021
13 jan 2018
10 dec 2016
13 apr 2020
7 jul 2019
2 feb 2015
17 aug 2018
8 maa 2023
4 jun 2022
7 dec 2022
8 sep 2011
20 feb 2018
28 dec 2016
28 aug 2018
16 jan 2016
1 aug 2017
2 dec 2016
30 jul 2018
19 maa 2017
17 nov 2018
The notebooks are copyright © 1984-1989 The Paul Brunton Philosophic Foundation
This site is run by Paul Brunton-stiftelsen · info@paulbruntondailynote.se