The Library
We beklagen ons over tijdgebrek. Maar als we onze activiteiten kritisch zouden bekijken, en zelfs vooraf een soort schema zouden maken, dan zouden we zien dat sommige bezigheden onnodig zijn en andere nutteloos. Deze bezigheden beroven ons niet alleen van onze tijd, maar ze beroven ons ook deels van de energie die nodig is voor meditatie, waardoor dit moeilijker of zelfs onmogelijk wordt.
3.2.8.1Tijd is als een grote schatkist. Als je er niet iets waardevols in stopt komt er ook niets uit. Als je er filosofische studie en zelftraining in investeert zal een zekere mate van vrede en begrip het minste zijn wat je zal oogsten, en het realiseren van de Waarheid het hoogst mogelijke.
3.2.8.8Soms moeten wij ons afvragen hoeveel jaar we nog mogen hopen op een kans – zoals elk mensenleven die geeft – om de verlichting te bereiken.
3.2.8.9We zullen worden gedwongen te erkennen - tot onze droevenis - dat wij het te druk hebben gehad met allerlei alledaagse zaken om de mysterieuze hindernissen te doorbreken die ons de weg versperren om uit de gevangenis van tijd en ruimte te komen.
3.2.8.13De Zoektocht vraagt niet om verwerping van wereldse zaken maar alleen om het dagelijks reserveren van een klein deel van de tijd die tot dan toe aan wereldse zaken werd besteed. De Zoektocht vraagt ons om trouw een half uur of drie kwartier aan meditatie-oefeningen te wijden, en stelt dat de meest volledige realisatie van het Overzelf bereikt kan worden zonder dat we een full-time yogi hoeven te worden.
3.2.8.15Op het moment dat we onze verantwoordelijkheid ten aan zien van het vervullen van het hogere doel – waarvoor de Oneindige wijsheid ons hier geplaatst heeft – hebben begrepen, zullen we ook moeten inzien dat we de verplichting hebben elke dag wat tijd uit te trekken om door middel van meditatie dat doel te onderzoeken.
3.2.8.22,Het vergt misschien een beetje planning en een wijziging van onze prioriteiten om de vereiste tijd voor meditatie vrij te maken, maar dat is op zichzelf al een waardevolle vorm van zelfdiscipline. Want we rennen dan wel van hier naar daar, maar vergeten ons af te vragen waar we eigenlijk naar op weg zijn. Is er een manier om onze vrije tijd beter te besteden dan op zoek te gaan naar onze ziel?
3.2.8.23… het aardse leven is vluchtig, voorbijgaand, nooit helemaal bevredigend, en vormt daarom slechts de buitenkant van ons leven; diep van binnen moeten we hardnekkig op zoek naar waarheid en werkelijkheid, het enige dat ons eeuwige vrede kan schenken.
3.2.8.26,Als je denkt dat je niet genoeg tijd hebt voor het beoefenen van geestelijke rust (meditatie), dan moet je er tijd voor maken. Schrap het minst belangrijke van je dagelijkse programma om ruimte te scheppen voor de meest belangrijke van alle activiteiten.
3.2.8.33Het échte werk op de Zoektocht moet ín en dóór de geest worden uitgevoerd, niet door het lichaam. De zoeker moet proberen zijn uitwendige leven zo normaal mogelijk te leiden en te vermijden een openbare vertoning te maken van het feit dat hij een spiritueel pad volgt.
3.2.8.36… het Overzelf leeft niet in het openbaar, maar in heimelijkheid. Het staat volledig buiten alle wereldse activiteiten. Daarom word je er zélf waarschijnlijk ook steeds heimelijker over naarmate je er dichter bij in de buurt komt. En wanneer je er uiteindelijk in slaagt je met het Overzelf te verenigen, zullen je lippen verzegeld zijn – niet alleen wegens de grotere nederigheid van het ego, maar omdat het Overzelf dat zo wil…
3.2.8.43,We moeten niet vergeten dat wij allemaal, zonder uitzondering, precies dáár in het leven staan waar de evolutionaire stroom ons gebracht heeft, en dat ons uiterlijke leven het resultaat is van al die eerdere ervaringen gedurende vele, vele incarnaties...
3.2.8.48,Alle grote profeten hebben er duidelijk op gewezen dat het belangrijkste en meest waardevolle dat men kan doen is om anderen te helpen op hun weg naar verlichting…
3.2.8.64,… Degene die anderen wil stimuleren om met de spirituele Zoektocht te beginnen en hen die reeds begonnen zijn wil helpen de juiste richting te vinden, kortom degene die de voornaamste waarheden van spirituele kennis voor het publiek toegankelijk wil maken, voelt dat dit het meest waardevolle is wat hij of zij zou kunnen doen. De meest effectieve en permanente voorbereiding hiervoor is om zichzelf te vergeestelijken, en daarvoor dienen we ons met nog groter enthousiasme in te zetten dan we tot nu toe gedaan hebben.
3.2.8.64,Pas wanneer we daartoe beter zijn toegerust kunnen we proberen andere mensen van dienst te zijn. Maar tot die tijd is het beter om door te gaan met aan onszelf te werken, door onszelf nederig te maken middels dagelijks gebed en aanbidding, en de dunne draad van intuïtie te cultiveren die ons met de Ziel verbindt.
3.2.8.66De zoeker die verder gaat op zijn pad zal voor hen die minder vergevorderd zijn een bron van inspiratie en verlichting zijn – uiteraard binnen de grenzen van zijn eigen vermogens. Daarom zou hij zich volledig moeten inzetten om er achter te komen wat de spirituele zoektocht nu precies inhoudt, wat de Filosofie daaraan toevoegt en wat dit alles – in eenvoudige woorden – nu eigenlijk precies betekent en hoe het kan bijdragen aan iemands leven.
3.2.8.67… We incarneerden in eerste instantie niet om elkaar te dienen. We incarneerden om het Overzelf te realiseren…
3.2.8.75,De goddelijke kracht om anderen te helpen, te genezen, te leiden of te instrueren laat zich pas zien wannneer we ons nederig en in gebed tot deze kracht gaan wenden, en zo middels meditatie, studie, altruïstische activiteiten en religieuze verering de noodzakelijke verbinding tot stand brengen.
3.2.8.78Wanneer we onze innerlijke kracht en kennis, en onze lichamelijke gezondheid en spirituele energie hebben opgebouwd, worden we een positieve kracht in de wereld die in staat is anderen te steunen in plaats van hen om hulp te vragen. Het redden van onszelf staat altijd voorop.
3.2.8.95Wat is de hoogste vorm van liefdadigheid en de zuiverste vorm van filantropie? Dat is om een mens te helpen de verlichting te bereiken, zodat hij daarna in zichzelf alle middelen zal vinden die hij nodig heeft om zijn leven zodanig in te richten dat het hem naar het grootste geluk zal brengen.
3.2.8.100… Wij zijn hier op aarde om onze ziel te vinden…
3.2.8.101,Zowel mededogen als dienstbaarheid helpen de menselijke mentaliteit om zich van haar natuurlijk egoïsme te ontdoen, en het menselijk hart om zich van aangeboren zelfzuchtigheid te ontdoen. Op deze manier helpen deze kwaliteiten ons op de weg naar zuivering.
3.2.8.102Hij mag alleen maar diensten verlenen zonder ervoor betaald te worden. Deze voorwaarde accepteert hij blijmoedig. Want wat hij ook doet om anderen te helpen, hij doet het omdat hij er van houdt om anderen van dienst te zijn.
3.2.8.112Als men – zo goed als men kan – zijn leven wijdt aan het spiritueel helpen en begeleiden van anderen, kan men er zeker van zijn dat men dezelfde help ontvangt van diegenen die ons vooruit zijn.
3.2.8.119De beste vorm van maatschappelijke dienstverlening is die welke anderen tot een hoger begrip van de waarheid brengt …
3.2.8.122,Overigens is de kracht van karma er de oorzaak van dat alles wat we anderen geven of aandoen in een of andere vorm uiteindelijk weer bij onszelf terugkomt. Als we bijvoorbeeld het ideaal uitdragen om de mensheid te dienen, zullen we de spirituele hulp van gelijkgestemden aantrekken.
3.2.8.123Hoewel het klopt dat de hulp die we anderen geven altijd op een of ander manier – ooit en op een zekere plaats – naar ons terugkomt, is het verlangen om er iets voor terug te krijgen niettemin geen drijfveer voor hem. Hij zal de mensheid dienen vanwege het mededogen in zijn hart en vanwege het goede dat uit zijn handelingen zal voortkomen.
3.2.8.124Nadat de zoeker zichzelf voldoende heeft voorbereid – d.w.z. nadat hij de filosofische disciplines heeft ondergaan waarbij het karakter wordt gezuiverd, de lagere natuur wordt onderworpen, het verstand ontwikkeld en de intuïtie gecultiveerd – is hij in staat wat hij geleerd heeft in een hogere vorm van meditatie in praktijk te brengen, hetgeen hem een gelukzalige verbinding met het Overzelf zal opleveren. De mensen om hem heen komen er achter dat zijn eerdere positieve vermogens schraal afsteken tegen die van na zijn transformatie.
3.2.8.131,…Het staat buiten kijf dat we pas na veel wedergeboortes een geschikt kanaal voor het Overzelf kunnen zijn. Maar dat betekent niet dat we niet al vóór die tijd door de hogere kracht aangewend zouden kunnen worden. Degene die nog niet van zijn ego bevrijd is kan alleen maar af en toe worden aangewend, terwijl degene die er in geslaagd is de vereiste innerlijke toewijding van het zelf aan het Overzelf te verwezenlijken, constant aangewend kan worden.
3.2.8.134,Wanneer we anderen – misschien onze eigen kinderen – in tijden van verwarring helpen, zouden we moeten proberen hen te zien in hun buitengewone relatie tot God, eerder dan in relatie met hun alledaagse omgeving, hun familiaire verbindingen, of de onverwachte verstorende situaties die zich nu voordoen en waarover ze geen of weinig controle hebben. Gebed en positief denken zullen op zulke momenten zeker zo behulpzaam zijn als al het andere wat men zeggen of doen kan.
3.2.8.136Wanneer wij gaan denken dat het Overzelf ons op elk ogenblik gebruikt als een persoonlijk instrument voor zijn leiding, zegen of heling, moeten we er voor zorgen onthecht te zijn en het ego uit onze relatie met het Overzelf weg te houden.
3.2.8.141Laten we niet vergeten dat welwillendheid jegens de mensheid welwillendheid jegens onszelf niet uitsluit. De weg van het martelaarschap, van zinloos sterven voor anderen, is de weg van de emotionele mystiek. De weg van dienstbaarheid, van nuttig leven voor anderen, is de weg van de rationele filosofie.
3.2.8.149Mensen die het innerlijke leven, het andere Zelf, hebben leren kennen en die het talent hebben om er over te communiceren in woord, schrift of handeling, hebben tevens de plicht om anderen er over te vertellen. Maar als ze dit talent missen, verzaken ze niet door er over te zwijgen. Want, zoals Ramana Maharshi eens tegen mij zei: ”Stilte is ook een vorm van spraak.”
3.2.8.153Hoe gering de kracht ook is waarmee je anderen kan helpen, het is nooit te achterhalen waar die hulp zal stoppen. Degene die je er mee opbeurt kan op zijn beurt weer iemand anders van dienst zijn en zo steeds maar verder met steeds wijder wordende cirkels tot in het oneindige.
3.2.8.154Er zijn niet zoveel mensen die naar waarheid op zoek zijn, maar hun aantal groeit nog steeds. Ieder van ons kan op zijn beurt de waarheid een dienst verlenen door het juiste woord op het juiste moment te zeggen of door een waarheidszoeker het juiste boek te lenen of te geven.
3.2.8.157Er is een juist moment voor alles. Wanneer we de leeftijd hebben bereikt waarop we met onze eigen spirituele belangen rekening moeten gaan houden, dienen we onze activiteiten op een lager pitje te zitten en onze energie te sparen voor een hogere vorm van dienstverlening, allereerst aan onszelf en vervolgens aan anderen.
3.2.8.161De edele leringen van het oude Griekenland, van de Socratische tot en met de Stoïcijnse, harmoniëren perfect met de eeuwenoude leringen van de hogere filosofie. Hoewel ze een verheven onafhankelijkheid voorstonden, wezen ze een enge zelfgecentreerdheid af. Dit wordt levendig geïllustreerd door Plato’s verhaal van de grot, waar de persoon die het Licht bereikt ogenblikkelijk, zonder van zijn welverdiende rust te genieten, weer afdaalt om de gevangenen die in het donker van de grot waren achtergebleven, de weg te wijzen.
3.2.8.164
16 nov 2014
5 jun 2013
1 aug 2013
22 okt 2013
9 jul 2024
26 apr 2012
4 feb 2018
29 nov 2021
12 mei 2014
9 dec 2023
7 feb 2021
29 mei 2017
13 jun 2017
9 maa 2018
11 mei 2019
9 dec 2015
4 mei 2015
22 sep 2018
6 jul 2015
22 jun 2018
6 nov 2013
9 sep 2022
11 jul 2018
23 dec 2011
25 apr 2021
4 nov 2014
6 feb 2015
13 dec 2014
3 feb 2015
24 dec 2011
9 dec 2018
27 jan 2023
30 dec 2015
2 nov 2011
11 okt 2012
12 aug 2018
19 okt 2012
The notebooks are copyright © 1984-1989 The Paul Brunton Philosophic Foundation
This site is run by Paul Brunton-stiftelsen · info@paulbruntondailynote.se