The Library
Als we ons willen ontwikkelen voorbij het spirituele niveau van de massa moeten we beginnen ons aan de normale routine van de massa te onttrekken. We moeten dagelijks tijd inruimen voor overdenking, gebed en meditatie. We moeten al onze activiteiten onder de loep nemen in het licht van filosofische waarden en ethiek.
3.2.5.4,We moeten leren ons egoïsme op te geven en onze trots in te slikken. We moeten ons hart zuiveren om het vervolgens te openen voor het goddelijke.
3.2.5.5Het einddoel staat hem steeds duidelijk voor ogen en elke daad, elke gedachte komt hier onvermijdelijk uit voort.
3.2.5.8Door het een gewoonte te maken om vriendelijk, zachtaardig, vergevingsgezind en mededogend te zijn, wordt het na verloop van tijd een vanzelfsprekendheid. Wat heb je te verliezen? Misschien wat geld, een beetje tijd of een discussie? Bedenk ook eens wat je allemaal kan winnen! Een vrijere relatie met je ego, meer toegang tot de zegeningen van het Overzelf, meer liefdevolheid in de innerlijke en meer vrienden in de uiterlijke wereld.
3.2.5.12De Zoektocht kan zonder moed niet tot een goed einde gebracht worden. Moed is zowel aan het begin, in het midden als aan het eind een vereiste. Het vraagt moed om zelfstandig te denken, ons niet aan onze omgeving aan te passen, en intuïtieve leiding te aanvaarden op weg naar nieuwe, onbekende en ongewone verten.
3.2.5.13Door wilskracht, besluitvaardigheid en volharding kunnen we met ons dierlijke zelf de strijd aangaan om tot vrede te komen. Een andere mogelijkheid om onze hogere natuur te voorschijn te laten komen is ons naar binnen te keren en onze geest te ontspannen.
3.2.5.17Je hebt wijsheid nodig om je leven tot een succes te maken. Het disciplineren van je karakter is nodig om vermijdbaar lijden te voorkomen. Controle over je gedachten heb je nodig om een staat van vrede te bereiken. Eerbied voor het hoogste is nodig voor spirituele vervulling.
3.2.5.26Degene die zich met zijn lichaam vereenzelvigt, begrijpt zichzelf niet. Alleen een strenge leerschool kan dat corrigeren en hem middels een intense ervaring doen inzien dat er een kracht bestaat die subtieler is dan die van het vlees, of zelfs het verstand, en die zich diep in het levende centrum van ons bewustzijn bevindt.
3.2.5.27Het klopt dat het streven naar het Overzelf óók een verlangen is dat uiteindelijk moet verdwijnen. Maar het is bruikbaar, en helpt ons om onszelf van mindere of lagere verlangens te bevrijden.
3.2.5.31De middelen die nodig zijn voor de Zoektocht, heeft Boeddha in het achtvoudige pad opgesomd: (1) juist begrip, (2) juiste intenties, (3) juiste woorden, (4) juist handelen, (5) juiste wijze van levensonderhoud, (6) juiste inspanning, (7) juiste aandacht, (8) juiste meditatie.
3.2.5.32Wij moeten niet alleen het Ware zoeken, maar we moeten het ook liefhebben; we moeten het niet alleen tot onderwerp van onze voortdurende aandacht maken, maar ook tot centrum van onze toegewijde aanbidding.
3.2.5.39Wanneer we de kleinheid van ons ego vergelijken met de grootsheid van ons Overzelf, worden we nederig. Voor degene die noch het ene noch het andere voelt is het daarom van het grootste belang om nederigheid te ontwikkelen.
3.2.5.41Wie niet kan of wil leren om onder bepaalde omstandigheden eerbiedig het hoofd te buigen, zoals bijvoorbeeld bij de aanblik van een zonsondergang, of van een bergmassief of tijdens een ontmoeting met een wijze, kan zich de hoogste wijsheid niet eigen maken.
3.2.5.42De verfijning en evolutie van een menselijk wezen vraagt niet enkel om de cultivatie van onze intellectuele vermogens en de kwaliteiten van ons hart, maar ook van onze esthetische vermogens. Alles zou tegelijkertijd beoefend moeten worden. Liefde voor de schoonheid van natuur en kunst, zonsondergangen en muziek, brengt ons dichterbij het ideaal van perfectie.
3.2.5.43In veel leringen is het wellicht geen stelregel maar dat is het wél in de filosofie: het zuiveren van emoties, het verfijnen van gevoelens, het beheersen van de houding en het verhogen van de stemming met behulp van kunst en natuur zijn spirituele oefeningen.
3.2.5.46Het koesteren van verwachting en hoop bij het zoeken naar Verlichting is de juiste instelling. Maar het tijdstip waarop deze Genade ons ten deel zal vallen is niet te voorspellen; daarom moeten we hoop en geduld met elkaar in evenwicht brengen, evenals verwachting en doorzettingsvermogen. Ondertussen moeten we al het mogelijke doen om ons karakter en begrip te verbeteren, onze intuïtie te cultiveren, meditatie te beoefenen, te bidden voor genade en ons te onderwerpen aan de wil van het Overzelf.
3.2.5.53Tot het moment dat ons karma ons met de innerlijke Meester in contact brengt, moeten wij als geestelijke zoekers ons voortdurend voorbereiden op wat ons dan te wachten staat. Wij moeten alle onze fouten en zwakheden van ons karakter ontdekken en met wortel en tak uitroeien. We moeten vastbesloten zijn om het best mogelijke in ons leven te bereiken – dat wil zeggen een leven dat een toonbeeld van waarheid, goedheid en schoonheid is. We moeten inzien hoe wereldlijke en geestelijke zaken op waarde te schatten, en de moeilijkheden van het dagelijks leven met de in onze studies opgedane moed en de wijsheid tegemoet treden.
3.2.5.55Bij bepaalde persoonlijkheidstypen is de belangrijkste factor in het innerlijke leven het aankweken van de hardere eigenschappen zoals wil, besluitvaardigheid, daadkracht, uithoudingsvermogen, vastberadenheid, energie, en dergelijke.
3.2.5.57Uiteindelijk zullen wij ons moeten verheffen tot de zuivere staat van waaruit wij ons persoonlijke leven als iets dat op zichzelf staat kunnen beschouwen. En nog moeilijker – zullen wij zodanig moeten leven dat wij onze persoonlijkheid gaan gebruiken om de wijsheid en goedheid die dat hoge bewustzijnsniveau karakteriseren, tot uitdrukking te brengen ...
3.2.5.59,Uiteindelijk komen we erachter dat we als kinderen moeten worden en ons opnieuw overgeven in vertrouwen. Maar dit keer zal het geen blind vertrouwen zijn; het zal intelligent zijn. Wij moeten ons bevrijden van de trots, arrogantie en ijdelheid van ons intellect en ons buigen voor het eeuwige Mysterie. Er is veel dat wij kunnen leren over onszelf, onze geest, de wetten van het leven en die van de Natuur. We hoeven niets te verwerpen. Wij moeten zowel geloven als weten. Op het laatst moeten we alle ”isms” – hoeveel we er vroeger ook van hebben opgestoken – laten vallen, en denken, voelen en leven als een vrij wezen.
3.2.5.60Het is onze plicht om geestelijk zo snel te groeien als we maar kunnen. Wij moeten ons op onszelf concentreren, maar altijd in ons achterhoofd houden dat we op een dag klaar zullen staan om anderen te dienen en iets voor hen te doen. Spirituele groei vereist regelmatige meditatie, metafysische studie, het cultiveren van onze intuïtie en het aanwakkeren van een steeds grotere liefde voor de goddelijke ziel, het ware ‘ik’. Het is de ziel die het licht van God in ons weerspiegelt...
3.2.5.61,Het feit dat we geen enkele mystieke ervaring hebben gehad, ondanks dat we geprobeerd hebben onze concentratie te oefenen, hoeft ons niet te verontrusten. Concentratie alleen is niet genoeg. Het is minstens zo belangrijk te bidden en ons verlangen te scherpen, ons onafgebroken in te spannen ons karakter en onze zwakheden te verbeteren, onze wil te versterken en onze emoties te zuiveren. Als wij ons daarvoor trouw en volhardend inspannen, zullen we niet alleen een goed gebalanceerde en ontwikkelde persoonlijkheid worden, maar zullen we uiteindelijk zelfs de Genade en Leiding van het Overzelf leren kennen.
3.2.5.64Hoe en met behulp waarvan kan een mens de waarheid ontdekken? Door vanuit een houding van eerbied een streven te ontwikkelen dat actief en intelligent genoeg is om zowel in de mystiek als in de filosofie door te dringen.
3.2.5.67Advies aan een zoeker: Beluister of bestudeer, overpeins en begrijp vóór al het andere wat het is dat jijzelf bent, wat de wereld is en wat God is. Ga daarna pas de Stilte binnen en ga daarvan houden. De Stilte zal zich over jou en je problemen ontfermen.
3.2.5.68De Zoektocht neemt het hele wezen van iemand in beslag en wanneer de verlichting een feit is wordt het hele innerlijk er door verlicht. Om ons hierop voor te bereiden moeten we doorgaan met het nederig bidden voor Genade, met het ons op onverwachte momenten te binnen brengen van het Overzelf, met het overgeven van onze lagere natuur aan de Hogere en met nimmer aflatend naar de Werkelijkheid te verlangen.
3.2.5.70Wij hebben een mate van nederigheid nodig zoals die van gras dat door alle voeten wordt belopen, een geduld zoals van de boom die aan allerlei weersomstandigheden wordt blootgesteld.
3.2.5.76Het is werken aan onszelf, ons karakter, onze wijze van waarnemen, onze kennis en onze vermogens. Maar het bestaat vooral uit het aanscherpen van ons concentratievermogen, het contoleren van onze gedachten en het ontwikkelen van ons subtiele bewustzijn.
3.2.5.78We leven in zeer gedenkwaardige tijden en het is de taak van degenen op het Pad om fakkeldragers te worden in een donker tijdperk. Maar voordat het zover is moeten we onszelf zuiveren, veredelen en onderrichten. Wij moeten onszelf geschikt maken voor de goddelijke genade, want niets kan vanuit eigen persoonlijke kracht worden gedaan.
3.2.5.83Wanneer we onze dagelijkse activiteiten steeds van gedenken vergezeld doen gaan, waarbij we ons tevens oefenen in onthechting van het ego, kan dit doel net zo goed bereikt worden door degene die met beide benen in de wereld staat als door degene die de wereld verzaakt.
3.2.5.88Deze leer moet eerst gekend worden, dan begrepen, vervolgens geaccepteerd en ten slotte deel uit gaan maken van het dagelijks leven.
3.2.5.89We zouden ons van elke dag af moeten vragen wat die heeft opgeleverd in ons levenslange streven naar het realiseren van hogere waarden.
3.2.5.92Als we sommige onderdelen van deze leer te moeilijk vinden, hoeven we onszelf niet te pijnigen om deze alsnog te begrijpen. We kunnen gewoon beginnen met dat wat we wèl begrijpen in het dagelijks leven toe te passen. Daardoor zullen onze intuïtieve vermogens toenemen, hetgeen ons in staat zal stellen datgene te bevatten wat voorheen nog onbegrijpelijk voor ons was.
3.2.5.94… een waardevol onderdeel van de zoektocht is om elke belangrijke ervaring te zien als een middel om onszelf naar een hoger niveau te tillen. Dit hangt niet af van de specifieke aard van die ervaring, maar van onze reactie erop. De ervaring kan plezierig of pijnlijk zijn, een verleiding of een beproeving, een fortuinlijk of onfortuinlijk lot: wat de aard ervan ook is, wij kunnen deze gebruiken om te groeien. Telkens wanneer we nieuwe ervaringen opdoen, kunnen we onze kracht versterken. Als we elke situatie op de juiste manier tegemoet treden – deze analytisch en op onpersoonlijk wijze bestuderen, het hogere zelf te hulp roepen wanneer het om een ervaring gaat in de vorm van verleiding of om wijsheid vragen wanneer het een vorm van beproeving betreft – is onze vooruitgang verzekerd…
3.2.5.96,Het is erg vruchtbaar spirituele groei van het zelf te zien als iets dat om elke hoek op ons ligt te wachten. De methode is simpel. Beschouw elke persoon die je leven beïnvloedt als een boodschapper van het overzelf, elke gebeurtenis dat zijn indruk achter laat als een leraar van goddelijke oorsprong.
3.2.5.97We moeten ons best doen deze goddelijkheid in onszelf te vinden, niet alleen tijdens onze dagelijkse meditaties, maar ook midden op een drukke markt.
3.2.5.98Aangezien de meesten van ons als leken in de wereld zullen moeten leven of daar zelfs gewoon de voorkeur aan geven, moeten wij leren op zo’n manier om te gaan met de wereld dat zij onze geestelijke ambities stimuleert en ze niet in de weg staat.
3.2.5.101De beginner heeft kennis nodig, moet lessen volgen, boeken bestuderen, ideeën bediscussiëren en zelfs met critici van die ideeën in debat gaan. Maar degene die dat allemaal gedaan heeft moet die ideeën vervolgens aan de zwaarst mogelijke test onderwerpen, namelijk door ze in de praktijk van het leven zelf hun waarde te laten bewijzen.
3.2.5.103… En de Gita vertelt ons dat geen enkele inspanning tevergeefs is; alle inspanningen brengen vruchten voort, waar en wanneer dan ook – als het niet in dit leven is dan wel in een ander, als het niet in deze wereld is dan wel in de volgende...
3.2.5.109,Als de wil zwakker is dan de verbeelding, verliest het leven zijn evenwicht.
3.2.5.126Er zijn verschillende soorten onbalans die we zo snel mogelijk in evenwicht moeten zien te brengen, namelijk dat we onze idealistische neigingen wél stimuleren terwijl we de realistische veronachtzamen, dat we proberen een hoog intellectueel niveau te bereiken terwijl we moreel op een laag niveau blijven steken, en dat we al te kritisch zijn op anderen terwijl we niet kritisch genoeg op onszelf zijn.
3.2.5.128Het ideaal is een volheid en harmonie van uitgebalanceerde eigenschappen, waarbij niets verspild, of ontkend wordt: de actieve wil vergezeld van mystieke intuïtie, de op plezier gestelde zintuigen gesteund door de waarheidlievende rede.
3.2.5.131We zouden ons moeten inspannen om datgene te cultiveren waar we ontoereikend in zijn – of het nu gaat om een eigenschap, ons functioneren of onze presentatie. Waar we blijk geven van buitensporigheid dienen we ons te bedwingen of onszelf bij te stellen. Harmonie, Balans en Volledigheid, dáár gaat het om.
3.2.5.143De deugd van balans is niet gemakkelijk of in korte tijd te ontwikkelen, maar de voordelen ervan maken het de moeite waard: grotere zekerheid, meer geduld, minder vergissingen en meer vooruitgang.
3.2.5.148Wij moeten onszelf oefenen in het opvangen van wat de ziel intuïtief aanvoelt, met de zelfde duidelijkheid waarmee we de boodschappen van het intellect en van het lichaam kunnen lezen.
3.2.5.153Wanneer we te veel eenzijdigheid in ons wezen of leven ervaren, moeten we het in evenwicht proberen te brengen en de benodigde aanpassingen doen.
3.2.5.156Op deze zoektocht is het noodzakelijk om op alle manieren ons evenwicht te bewaren. Wij moeten niet te veel waarde hechten aan onze emotionele ervaringen, en ons niet te zeer focussen op metafysische studies. We moeten er naar streven alle aspecten steeds in balans te houden…
3.2.5.158,In de gevormde en geïnformeerde kandidaat zullen de activiteiten van beide paden subtiel worden gemengd. Dit is onderdeel van wat wordt bedoeld met als we zeggen dat iemand goed in balans is. En uit deze vereniging zal de 'tweede geboorte' voortkomen; de nieuwe mens die uiteindelijk het glorieuze bewustzijn van het Overzelf weerspiegelt.
3.2.5.163Energie en gedrevenheid tijdens het doen, kalmte en geduld gedurende meditatie – dat is de combinatie die we zouden moeten zien te bereiken.
3.2.5.165Verlichting is niet van één, maar van een uitgebalanceerd totaal van verschillende factoren afhankelijk. Het vermogen zich ergens aan toe te kunnen wijden is niet genoeg. De wil zich te disciplineren is niet genoeg. Morele deugden zijn niet genoeg. Een geoefend intellect is niet genoeg.
3.2.5.170Hoe intellectueler we zijn, hoe noodzakelijker het is dat we een element van toewijding in onze studies en oefeningen inbrengen.
3.2.5.184Alle invloeden, contacten, personen of plaatsen die ons uit ons evenwicht brengen, moeten worden gemeden als zijnde ongewenst, of zelfs kwaadaardig.
3.2.5.186… We moeten er voor zorgen dat het ego nederig wordt. Dat is iets waar we zelf in het verborgene door middel van kalme, reflectieve meditatie aan moeten werken, zodat het leven dat niet in alle openheid hoeft te doen, door middel van zware uiterlijke omstandigheden.
3.2.5.191,In de mens werkt de evolutie langs drie lijnen: de intellectuele, de mystieke en de moreel-psychische. Alle drie behoeven aandacht… Filosofie vraagt om dat drievoudige pad, hoewel religie, wetenschap of mystiek gewoonlijk met een enkel pad tevreden zijn. Meditatie is het belangrijkst van alles, want zonder dat kunnen we het intellect niet overstijgen; maar louter meditatie is niet genoeg…
3.2.5.195,Wij moeten niet enkel zo goed als mogelijk dat doen wat op het Lange Pad verlangd wordt, maar we moeten dat ook allemaal weer kunnen laten vallen om ons aan de – geheel verschillende – zaken te wijden die het Korte Pad van ons vraagt.
3.2.5.199Het vinden van een hogere aanwezigheid in ons hart is slechts de eerste stap. De volgende is onszelf er aan over te geven, ons er passief tegenover op te stellen, zodat het onze lijn van denken, voelen en gedrag kan bepalen. Dit is een opgave die niet minder moeilijk is en niet minder tijd kost dan de eerste. Het is een kunst die we ons slechts door voortdurende oefening kunnen aanleren.
3.2.5.202De Zoektocht heeft twee aspecten. Eén daarvan is de voortdurende groei van de juiste gedachten, gevoelens en daden, samen met de continue verwijdering van de verkeerde gedachten, gevoelens en daden. Het ándere aspect, genaamd Het Korte Pad, is de voortdurende herinnering en overdenking van het Overzelf.
3.2.5.209
9 maa 2015
7 jul 2018
16 jul 2018
5 nov 2010
9 mei 2014
3 mei 2014
9 maa 2012
26 dec 2012
9 aug 2024
29 okt 2015
24 nov 2023
14 maa 2017
4 maa 2017
12 apr 2013
22 feb 2022
22 dec 2014
7 apr 2012
15 dec 2024
31 jul 2017
31 jul 2013
27 dec 2021
5 nov 2016
9 jul 2017
2 jan 2023
29 dec 2012
17 feb 2019
13 jul 2015
26 jan 2015
16 maa 2022
11 jan 2014
10 jun 2024
1 maa 2015
17 jan 2021
10 nov 2011
4 feb 2019
17 sep 2021
28 aug 2012
20 feb 2019
29 jun 2024
27 dec 2019
30 mei 2019
11 dec 2019
11 feb 2023
1 okt 2013
17 aug 2023
8 sep 2022
29 nov 2013
22 aug 2023
8 okt 2022
5 jan 2024
21 mei 2019
3 mei 2019
7 feb 2023
9 jan 2014
28 jan 2017
31 aug 2013
The notebooks are copyright © 1984-1989 The Paul Brunton Philosophic Foundation
This site is run by Paul Brunton-stiftelsen · info@paulbruntondailynote.se