The Library
Gebed is een van de oudste menselijke handelingen en een van de belangrijkste behoeften van de mens.
12.18.2.1De zoektocht begint met gebed en eindigt er ook mee. Niemand, beginner noch gevorderde, kan zich veroorloven zich te ontdoen van deze waardevolle mogelijkheid tot gemeenschap, aanbidding, verering en het uitdrukken van verlangen.
12.18.2.3De oproep tot gebed – bij de meeste religies één of twee keer per dag, bij de Islam vijf keer per dag – heeft in de geest van de wijzen die oorspronkelijk het initiatief ertoe namen, op zijn minst twee doelen. Die oproep is als eerste bedoeld om ons er aan te herinneren wat wij zijn – een ziel – en waar we naar op weg zijn: uiteindelijk naar God. Het tweede doel is om ons te redden van de beperkende materialistische sleur van werk en zaken.
12.18.2.4… Gebed is niet alleen een zaak van vragen, maar vooraleerst een daad van toewijding aan en liefde voor God. Pas daarna zou je iets voor jezelf kunnen vragen – natuurlijk voornamelijk spirituele en geen materiële zaken…
12.18.2.5,Er is niemand die zo ver gevorderd is dat hij of zij het zonder gebed kan stellen. In het leven van een filosofie-student neemt het gebed een erg belangrijke plaats in.
12.18.2.6Er is niemand zo zondig of zo verdorven van karakter dat hem het gezegende voorrecht van een berouwvol verlangen naar gemeenschap met zijn eigen goddelijke bron kan worden ontzegd. Zelfs wanneer diegene nooit eerder heeft gebeden, zelfs zijn leven tot dan toe met schaamte en fouten heeft gevuld, heft dit dat recht niet op, maar versterkt dat het juist.....
12.18.2.8,... Degene die serieus op zoek is naar spirituele vooruitgang zal zich meestal schamen om wereldse verlangens in te brengen in zijn heilige gebed. Hij zal hard aan zichzelf werken om zich te verbeteren, zuiveren en corrigeren, dus zal hij niet te aarzelen om te bidden – maar enkel voor de juiste dingen. Hij zal bidden voor een beter begrip van de hogere wetten, voor een duidelijker inzicht in waar zijn persoonlijke spirituele verplichtingen uit bestaan, voor meer en warmere liefde voor het Overzelf.
12.18.2.9,… We zouden als een kind aan de voeten van onze goddelijke ziel moeten worden, bescheiden vragend om genade, leiding en verlichting. Door middel van gebed kan de kracht van ons ego worden getemperd. Laat ons elke dag bidden, niet mechanisch, maar oprecht en met gevoel, totdat ons de tranen in de ogen komen. De zoektocht is alomvattend en bestaat naast alle andere elementen ook uit gebed.
12.18.2.11,Wij worden tot gebed aangespoord omdat we zonder Gods hulp geen succes kunnen hebben, noch in ons dagelijkse leven noch in onze spirituele zoektocht.
12.18.2.17De voornaamste waarde van gebed ligt daarin dat het een bekentenis van persoonlijke ontoereikendheid is, en als gevolg daarvan, een wens tot persoonlijk verbetering. Het is het nederig maken van het ego en het begin van onthechting ervan. Het is een eerste stap in de richting van Jezus’ paradoxale verkondiging, ”Degene die zijn leven verliest zal het vinden.”
12.18.2.20De Christelijke genade vóór de maaltijd, en de Hebreeuwse dankzegging ervóór en erna, werden om dezelfde reden voorgeschreven als het korte vijfmaal daagse gebed van de Moslim. Dit diende om de gedachtenis aan het hogere doel van het leven in het dagelijks leven te integreren.
12.18.2.25Te veel mensen – en sommige daarvan zijn Zoekers op dit pad – vergeten het belang van een eenvoudig gebed. Hun intellectuele trots buigt zich maar zelden voor de voeten van de Hogere Macht en er is vaak een duidelijk gebrek aan eerbiedwaardige toewijding in hun houding en in hun dagelijkse leven.
12.18.2.27De mysticus moet eerst het stadium passeren waarbij het Overzelf als een ander beschouwd wordt, voordat hij het latere stadium kan bereiken waarin hij het als zijn eigen essentiële zelf gaat zien…
12.18.2.29,Het gebed van een filosoof: “Wanneer ik problemen heb richt ik me op de altijd-levende aanwezigheid die zich in ieder van ons bevindt, en wanneer ik uitrust mediteer ik er op. Moge die aanwezigheid mij zegenen met genade wanneer ik de andere kant van de dood betreedt.”
12.18.2.34Het is goed om te bidden dat het komende jaar in jou een ambitieuzer en vastberadener persoon mag vinden, een kalmer en evenwichtiger zoeker naar de waarheid.
12.18.2.35Geef jezelf op een bepaald punt tijdens je gebed over aan God, en je persoonlijke wil aan Zijn Wil.
12.18.2.46Als we een werkbaar en onberispelijk gebed willen, wat is dan beter dan het gebed dat Socrates gewoonlijk gebruikte: ”Geef me datgene wat het beste is voor mij”, of het volgende, oude heidense gebed: ”Mag ik alleen datgene liefhebben, zoeken en bereiken wat goed is?
12.18.2.47Het binnentreden in deze stilte is de hoogste vorm van gebed.
12.18.2.60Bij elke noodsituatie waarbij we hulp, leiding, bescherming of inspiratie behoeven, dienen we onze aandacht van de eigengereide kracht van het ego naar nederige contemplatie aan de voeten van de hogere macht te voeren.
12.18.2.64Gebeden beginnen pas echt nadat ze zijn uitgesproken. Wanneer de mond zich niet meer roert en stil is, doen de gebeden hun werk.
12.18.2.65Maar al te vaak is een gebed louter een monoloog; wij spreken tegen ons eigen ego over ons eigen ego, en worden enkel gehoord door ons eigen ego. Het zou veel beter zijn wanneer we konden leren hoe we onze gedachten kunnen verstillen, en hoe we onszelf in een ontvankelijke en luisterende houding kunnen brengen; wat we dan eventueel horen zou ons kunnen overtuigen dat “de Vader weet wat we nodig hebben”.
12.18.2.70O Heer, áls ik al een gebed heb, dan is het dit: ”Laat het 'mij' volledig tot rust komen en leid me naar binnen in uw allerdiepste stilte waar niets anders nog van belang is dan de stilte zelf.”
12.18.2.71Waar moet hij voor bidden? Laat hem intensiever dan ooit streven naar het Overzelf en vragen om er in bewustzijn – met overgeleverde wil en gezuiverd ego – mee verenigd te worden.
12.18.2.73Bid door je naar binnen te keren en je open te stellen voor intuïtie, licht en kracht…
12.18.2.77,… de eeuwige wetten van karma houden niet op te werken louter omdat we erom vragen… Wij moeten een reeks nieuwe oorzaken in gang zetten die nieuwe en aangenamere gevolgen zullen voortbrengen, die als tegengif kunnen dienen voor de oudere.
12.18.2.81,…God bevindt zich in elke atoom van het universum en is dientengevolge betrokken bij alles wat zich in het universum voordoet…
12.18.2.95,Het werkelijke doel van gebed is niet om telkens opnieuw om een of andere gunst vragen, maar eerder dat we ons verlangen naar het Overzelf tot uitdrukking brengen, de aantrekkingskracht die het ego, dat in het duister leeft, voelt voor haar oorsprong, die in het licht verkeert.
12.18.2.118Ons ego doet ons meer kwaad dan wie of wat dan ook. Toch zijn er maar weinigen die een beroep doen op het Goddelijke om tegen zichzelf te worden beschermd; er zijn er oneindig veel meer die het Goddelijke vragen om enkel en alleen tegen de gevaren buiten zichzelf te worden beschermd.
12.18.2.122Degene die in staat is om gedreven door een diep verlangen in uiterste nederigheid te knielen om tot zijn hogere zelf te bidden, doet dat niet tevergeefs.
12.18.2.141Als het erkennen van zonden en fouten een onmisbaar deel van het filosofisch gebed uitmaakt, dient het streven om die zonden en fouten te voorkómen een actief deel te zijn van het dagelijks leven ná dat gebed.
12.18.2.142Het beste gebed dat we voor een ander kunnen doen, wordt uitgesproken zonder woorden; dat wil zeggen door de ander naar de stilte te leiden; het mindere soort gebed is een hardop uitgesproken smeekbede voor die ander.
12.18.2.156Als we de goddelijke genade willen aanroepen om een echte en acute lichamelijke of geestelijke nood te lenigen, moeten we allereerst contact leggen met het heilige in onszelf. Pas nadat dat ons gelukt is – of nadat we er ons uiterste best voor hebben gedaan – mogen we het onze vraag voorleggen. Want dan wordt het ons niet alleen duidelijk of we al dan niet bij ons verzoek moeten blijven, maar geven we onszelf ook de grootste kans op het verkrijgen van genade.
12.18.2.159Zowel gebed als ontvankelijkheid zijn een vereiste. Eerst bidden we vurig en hartstochtelijk tot het Overzelf om ons dichter naar zich toe te trekken, en vervolgens verzinken we tot diepe emotionele rust en wachten geduldig opdat het innerlijke zelf zich zal ontvouwen. We hoeven niet van gebed af te zien omdat we mediteren. Het één vormt juist een uitstekende inleiding voor het ander. Wat wel nodig is, is het zuiveren van het gebed en het verheffen van haar doelstellingen.
12.18.2.178Wanneer we bidden proberen we tot God te spreken. Tijdens meditatie proberen we God tot óns te laten spreken …
12.18.2.181,Nog een verschil tussen gebed en meditatie is dat er in gebed, mits succesvol, een intimiteit met het Heilige gevoeld wordt maar geen identificatie ermee, zoals in het geval van meditatie.
12.18.2.182Alle studenten in de filosofische leer zouden hun meditatie of studie vooraf moeten laten gaan van een ogenblik van toegewijde en eerbiedige aandacht waarin het hogere zelf om verlichting gevraagd wordt.
12.18.2.184… wanneer we niet in staat zijn om onze rusteloze gedachten te kalmeren, kunnen we naast onze constante dagelijkse pogingen daartoe – volharding is immers een deel van de sleutel tot succes – bidden tot het hogere zelf om onze geest over te nemen. Zo'n gebed moet uit het diepst van ons hart komen, voortdurend herhaald worden en bezield zijn van een verlangen om ons van ons ego – dat geen vrede kent – te verwijderen.
12.18.2.188,… Want de enige God die we kunnen bereiken, en de enige die ons zal helpen, is de God ín ons: het Overzelf.
12.18.2.190,Het lijkt een wetmatigheid van het innerlijk leven dat wij – reeds lang voordat deze zich begint te manifesteren – om de innerlijke hulp moeten vragen die nodig is.
12.18.2.192De ongekende diepte van de mens is van dien aard dat wanneer wij tot God bidden, we eigenlijk tot onszelf bidden, tot ons Overzelf.
12.18.2.199De Macht tot wie we ons gebed moeten richten – voor Zijn Genade, Zijn Zelf-Openbaring en Leiding – is ons eigen hogere zelf, het Overzelf.
12.18.2.201Zoekers zouden hun gebeden op de enige God moeten richten die ze kunnen kennen, namelijk op het Goddelijke Principe in henzelf – hun eigen Goddelijke Ziel.
12.18.2.202Degene die God in zichzelf vindt, voelt geen behoefte om tot een God te bidden die zich buiten hem zou moeten bevinden.
12.18.2.203Als het oprechte verlangen van ons hart wordt weerspiegeld in een gebed dat nederig om leiding vraagt, zal het worden gehoord. Hoewel het een hele tijd kan duren, zullen we vroeg of laat toch antwoord krijgen.
12.18.2.205
11 sep 2022
10 maa 2023
8 dec 2018
11 jun 2017
12 jan 2018
27 nov 2018
29 jan 2015
6 sep 2015
16 jul 2017
8 aug 2019
22 jan 2020
10 maa 2019
3 jul 2021
4 apr 2022
31 dec 2024
6 jul 2023
18 jun 2017
1 mei 2015
15 maa 2012
4 jan 2016
8 mei 2022
1 maa 2022
25 dec 2011
21 jul 2021
27 jul 2021
9 feb 2015
15 jan 2015
12 mei 2015
18 dec 2012
12 jan 2023
27 okt 2024
19 jan 2016
30 nov 2012
8 sep 2020
11 dec 2023
24 dec 2021
30 sep 2020
19 jan 2025
26 aug 2021
4 okt 2024
28 dec 2023
12 dec 2021
15 sep 2020
19 nov 2019
The notebooks are copyright © 1984-1989 The Paul Brunton Philosophic Foundation
This site is run by Paul Brunton-stiftelsen · info@paulbruntondailynote.se