The Library
Alle bestaande levensvormen belichamen dit principe van Zijn – de Ene Oneindige Levenskracht. Deze kracht is onpersoonlijk, maar wel individueel toegankelijk, en zal reageren op onze aanroep, mits wij erin slagen er contact mee te krijgen en onze aanpak de juiste is. Het antwoord moet echter op zijn eigen voorwaarden komen en kiest zijn eigen moment.
12.18.1.1… aanbidding van de goddelijke ziel en nederigheid in de goddelijke aanwezigheid zijn twee noodzakelijke eigenschappen die de zoeker zou moeten ontwikkelen. De eerste wordt versterkt door middel van meditatie en de tweede door middel van gebed.
12.18.1.2,Zie hoe vogeltjes de zon begroeten en met vrolijk gekwetter in het hoogste lied uitbarsten. Zo verheerlijken zij het enige Licht dat zij kennen – het uiterlijke. Maar wij mensen hebben het voorrecht ook de innerlijke Zon te kunnen leren kennen, het Licht van het Overzelf. Reden te meer om te tjilpen en te zingen als een vogel van dankbaarheid, maar hoevelen van ons doen dat?
12.18.1.3Waarom dienen we religieus vertrouwen en gevoelens van hoogachting te ontwikkelen? Omdat het in het algemeen de gevoelswereld naar een hoger plan brengt. Omdat het nederigheid ontwikkelt. Omdat het ons opent voor Genade. Omdat elk menselijk wezen het aan zijn Oorsprong verplicht is.
12.18.1.4... Het leven in deze wereld is als schuim op de zee: het gaat allemaal veel te snel voorbij; maar de tijd die we wijden aan aanbidding en eerbetoon voor de Ziel heeft een eeuwige waarde ...
12.18.1.5,... Het is het allergrootste geluk dat ons mensen kan overkomen om een zodanige sereniteit te bereiken dat we worden opgeheven boven hartstocht en haat, vooroordelen en angst, hebzucht en ontevredenheid, en tóch in staat zijn om effectief en bekwaam onze wereldse taken te blijven uitvoeren. We kunnen deze toestand bereiken. Misschien heb jij er zelfs al een glimp van mogen zien. Eens, ooit, als we geduldig zijn, zullen wij er allen in binnengaan om er te blijven, en de onvoorstelbare beloning en het doel van ons leven, van ál onze levens, zal worden bereikt.
12.18.1.5,Hij zal tot het inzicht komen dat zijn ware kracht ligt in het zich herinneren van het hogere zelf en het zich herinneren van zijn zoektocht daar naar toe, en – vooral – in het zich herinneren van die twee met intense liefde, toewijding en geloof.
12.18.1.6Wanneer wij een gevoel van eerbied voor de hoogste macht ontwikkelen … zal ons dat in hoge mate tot voordeel zijn.
12.18.1.7,Wanneer devotie, aanbidding en eerbied door kennis ondersteund worden, kunnen we op een dag een stadium bereiken waarop we duidelijk minder gaan verlangen of eisen, en dan ontstaat er vanzelf vrede. Maar een bepaalde mate van vrede is niet het enige voordeel. Later volgt deugdzaamheid; rustig en moeiteloos groeiend.
12.18.1.9Aangezien ware filosofie tevens een manier van leven is en omdat een dergelijke levenswijze nooit effectief kan zijn zonder ons gevoel erbij te betrekken, omvat en cultiveert de ware filosofie de meest verfijnde en toegewijde gevoelens die mogelijk zijn voor een mens.
12.18.1.11De natuur toont haar prachtige landschappen tevergeefs, wanneer degene die er doorheen loopt de esthetische gevoeligheid en eerbied mist om die fantastische vergezichten op waarde te schatten. Precies op dezelfde manier vraagt de filosofie van de zoeker een afgestemde, verstilde en respectvolle instelling als hij of zij er van wil kunnen profiteren.
12.18.1.12Ik word nooit moe te vertellen dat het Overzelf net zo liefdevol is als een ouder en dat het zorg draagt voor ons waarachtige welbevinden. Maar we moeten die liefde beantwoorden door het Overzelf onze onvoorwaardelijke toewijding te geven, wanneer we er een volwaardige relatie mee op willen bouwen.
12.18.1.15Er is, vooral tijdens meditatie, behoefte aan veel meer bhakti (devotie), om intenser en vuriger te verlangen naar het gewaarworden van de heilige aanwezigheid. Het is een absolute noodzaak om van het enkel weten met het hoofd af te dalen naar het weten en voelen met het hart.
12.18.1.17Dit diepe, innerlijke en onbeschrijfelijke gevoel dat ons doet verlangen naar de nabijheid van de hogere macht is misleidend noch ijdel.
12.18.1.20Het is een bizar idee om filosofen te beschouwen als mensen zonder gevoel, alleen maar omdat ze dat gevoel onder controle hebben gebracht. Niet dat het allemaal hun eigen verdienste is dat ze dat hebben kunnen doen, want genade is daarbij ook van belang geweest. Er zit enorm veel gevoel in hun verbondenheid met het Hogere Zelf.
12.18.1.21Dit is de magische amulet die je zal sterken en redden, al daal je af in de Hades zelf: het geloof ín en de liefde vóór het innerlijke zelf.
12.18.1.22De aanwezigheid van het Overzelf roept eerbied, ontzag en aanbidding op – en deze roepen op hun beurt een gevoel van aanwezigheid van het Overzelf op.
12.18.1.25De boodschap van de filosofie kan wat dit betreft als volgt worden samengevat: kijk verder dan je eigen kleine cirkel van bewustzijn en vergeet je kleine ‘ik’ een tijdje om je dat hogere en grootsere Wezen te herinneren waaruit je bent voortgekomen.
12.18.1.28Het sleutelwoord hier is eerbied, en die zou van elke overdenking en elke meditatie deel moeten uitmaken.
12.18.1.35In ons hart hebben we een altaar voor de onbekende God opgericht, waar we vanaf dat moment heimelijk onze stille aanbidding verrichten. Onze eenzame uren reserveren we ervoor, en onze momenten van afzondering wijden we eraan.
12.18.1.36Als wij niet met voldoende eerbied naar deze Zoektocht komen, zal de Zoektocht ons later naar eerbied leiden.
12.18.1.38Gedenkwaardig zijn de minuten die we, in het besef dat het niets anders is dan ons eigen beste zelf, in stille verering van het Overzelf doorbrengen. Het is alsof we bij het gewijde hart van het Overzelf pas echt thuis komen zodat we een onvergelijkbaar diepe vervulling ervaren. Niet langer is het zo dat wij iets bezitten; wij worden zelf veeleer door het onuitsprekelijke in bezit genomen…
12.18.1.39,Wij kunnen God het best in stilte eren, met verzegelde lippen en diep weggestopte gedachten.
12.18.1.42Als we werkelijk God willen eren, is het het beste om het Overzelf te eren, Gods boodschapper in ons eigen hart.
12.18.1.48Verlangen – niet een vage, af en toe opwellende wens – maar een gefundeerd en intens verlangen naar het Overzelf, is een eerste vereiste. Een dergelijk verlangen houdt een honger in naar het bewustworden van het Overzelf, een dorst naar het ervaren van het Overzelf, een smeekbede om met het Overzelf verenigd te worden. Het is een werkelijke kracht die ons verheft, die ons helpt om ons ego sneller op te geven en die Genade aantrekt. Deze positieve effecten zullen sterker zijn naarmate wij ze intensiever voelen en naarmate dit gevoel gezuiverd is van andere persoonlijke verlangens.
12.18.1.53Vergeet niet dat geen enkele onderneming of daad afhankelijk gemaakt zou moeten worden van de eigen beperkte hulpbronnen van het ego. Het nederige aanroepen van hulp van het Hogere Zelf doet deze hulpbronnen toenemen en heeft een beschermende werking. Herinner je het Overzelf bij het begin van elke dag, elke onderneming, elke reis en elk belangrijk werkstuk en wees, al herinnerend, gehoorzaam aan haar wetten. Zoek haar inspiratie en haar kracht. Als je haar je partner maakt word je twee keer zo effectief.
12.18.1.54Als we willen weten welke instelling we moeten hebben voor het vinden van het Hogere Zelf, dan heeft Jezus daarop heel duidelijk het antwoord gegeven. Zoeken, aankloppen, vragen, er toe bidden en er voor bidden -- niet één keer maar vele keren indien nodig, en altijd met ons hele hart, liefdevol, smachtend, eerbiedig.
12.18.1.55Wat het verstand vanwege zijn zwakte niet kan doen, kan een liefdevol verlangen dankzij haar kracht tot stand brengen.
12.18.1.57Het is niet genoeg om slechts af en toe naar spirituele verlichting te verlangen. Dat moeten we continu doen.
12.18.1.59Zich het Overzelf toegewijd herinneren en er regelmatig en liefdevol aan denken, is onderdeel van deze beoefening.
12.18.1.60De zoektocht is geen speeltje, dat is het alleen voor hen die er alleen maar over praten. Je op de zoektocht begeven doe je alleen als je de noodzaak voelt er je hele leven aan te wijden.
12.18.1.61Stilstaand bij de schoonheid en rust, wijsheid en kracht van het Overzelf, laten wij onze gedachten er zich als vanzelf naar toe bewegen.
12.18.1.64Als wij ons doel willen bereiken, moeten we ons een helder beeld in ons geest vormen en dat krachtig door onze wil ondersteunen. Het zou door ons hele wezen gewenst en met heel ons hart geloofd moeten worden.
12.18.1.65Voortaan leven wij ín en voor de geestelijke zoektocht en maken we een eind aan al onze andere hartstochten.
12.18.1.69… Laten we Jezus' raad opvolgen en diep in ons hart afdalen. Want wij dragen de waarheid in ons – hoewel slechts weinigen dat lijken te beseffen. Bovendien dragen wij in ons bewustzijn de intiemste verbindingen met die kracht met ons mee.
12.18.1.71,Liefdevolle aandacht voor het Overzelf zou niet beperkt moeten worden tot incidentele momenten van meditiatie of gebed, maar de achtergrond moeten vormen voor al onze gedachten.
12.18.1.72... Het Overzelf wacht met oneindig geduld tot wij het boven alles en iedereen verkiezen. Het wacht op het moment dat het verlangen naar de ziel zo sterk wordt dat het de zoeker geen rust meer gunt, wanneer de liefde voor het Goddelijke sterker is en zwaarder gaat wegen dan alle andere liefdes. Als we voelen dat we het Overzelf meer dan wat ook in deze wereld nodig hebben zal het zeker haar aanwezigheid aan ons openbaren...
12.18.1.76,De ego is gemaakt van gedachten; door gedachten kan de kracht van het ego ook teniet worden gedaan, maar dan moet de gedachte wèl op een hogere entiteit gericht worden, want de bereidwilligheid van het ego om zichzelf aan te vallen is enkel een net doen alsof. Richt je gedachten constant op het Overzelf, wijd al je geesteskracht, en op gevoelsniveau al je liefde, aan het Overzelf. Zou het Overzelf je dan nog hulp kunnen weigeren?
12.18.1.77De manier om de aanwezigheid van het Overzelf te gaan ervaren kan worden samengevat in een paar woorden: houd er van. Noch door diep in te ademen noch door langzaam uit te ademen, noch door op je hoofd te gaan staan... kan deze ervaring worden verkregen. Zelfs niet door een lange studie van goddelijke zaken of door een scherpe analyse ervan. Laat eerst de liefde komen ...
12.18.1.78,Wanneer het goddelijke het enige object van onze liefde en het voortdurende onderwerp van onze meditatie is geworden, kan het niet lang meer duren voordat een genadige verlichting over ons zal neerdalen.
12.18.1.80Liefde is zowel dat wat zonlicht voor een zaadje is alsook de vruchten van een boom. Liefde maakt deel uit van de weg naar zelfrealisatie en is tevens één van de resultaten van het bereiken van dat doel.
12.18.1.81Temidden van al onze mentale avonturen en emotionele mislukkingen, moeten we ons doel nooit uit het oog verliezen, en zouden we nooit moeten toestaan dat we wegens teleurstelling of zwakheid de zoektocht verlaten.
12.18.1.84Indien wij vervuld zijn van waarheidsliefde en dit zo serieus nemen dat wij bereid zijn om alle andere verlangens er aan ondergeschikt te maken, zullen wij door de waarheid zelf beloond worden.
12.18.1.86Pas wanneer het Overzelf de focus van al ons denken wordt, wordt het mogelijkerwijs de inspirator van al ons doen en laten.
12.18.1.87Wanneer we voldoende geduld hebben om door te zetten komen we uiteindelijk op het punt waarop we onze inspanningen niet langer zien als een saaie oefening die we louter vanuit plichtsbesef en met tegenzin doen, maar als een vreugdevolle terugkeer naar de plek waar wij ons door het verlangen van ons hart toe aangetrokken voelen.
12.18.1.88Hoe dicht we bij de waarheid komen kan afhangen van hoeveel we ervoor over hebben.
12.18.1.90Op een zeker moment moet de liefde een onderdeel van onze zoektocht worden – de liefde voor het Overzelf. Want het is deze verenigende kracht die onze transformatie uiteindelijk zal bewerkstelligen.
12.18.1.91Tenzij wij het Overzelf met diep gevoel en echte toewijding liefhebben, kunnen wij waarschijnlijk niet de inspanningen opbrengen om het Overzelf te vinden, noch de discipline die nodig is om de hindernissen terzijde te schuiven op de weg er naar toe.
12.18.1.92De liefde voor het Overzelf is het snelste paard dat ons naar hemelse bestemmingen kan dragen. Des te meer we er van houden, des te minder we houden van het Ego en zijn manieren.
12.18.1.93De houding van toewijding zal niet minder worden wanneer het mystieke vermogen toeneemt. Beiden zullen toenemen. Die houding van toewijding zal er voor zorgen dat we onze egoïstische belangen of gehechtheden van ons werpen, totdat we de zuivere liefde van het Overzelf worden, volledig daaraan toegewijd.
12.18.1.94Waarom komen we alleen naar God met onze warrige problemen en onze sombere zorgen? Waarom enkel als bedelaars, of wanneer we ons ongelukkig, miserabel of ongezond voelen? Kunnen we niet vreugdevol naar Hem komen, omdat we bij Hem willen zijn, gewoon omdat we van Hem houden?
12.18.1.95Hoe meer we toegeven aan de aantrekkingskracht van het goddelijke, des te minder ontvankelijk we zullen zijn voor aardse verleidingen. Eerbied voor iets dat onszelf overstijgt tilt ons geleidelijk steeds dichter naar een staat van verlangeloosheid.
12.18.1.111Wij hoeven, hetzij in een godshuis of thuis, God niet te eren omdat God onze lof nodig heeft – want God heeft helemaal niets nodig – maar omdat wij ons God moeten herinneren.
12.18.1.120Gevaar dreigt voor eenieder die dit innerlijke deel van zijn wezen de toegang ontzegt tot elk aspect van het dagelijkse leven, tot alle liefde, eerbied en aanbidding. Dit gevaar kan zich, bij ons volle bewustzijn, in ons lichaam of onze geest manifesteren.
12.18.1.129
28 jul 2017
26 okt 2020
5 maa 2012
5 jan 2019
26 jun 2015
28 jun 2015
13 sep 2011
7 jan 2022
18 nov 2022
26 apr 2016
1 sep 2015
3 maa 2016
18 feb 2019
23 aug 2024
14 okt 2024
29 aug 2021
2 feb 2017
23 dec 2019
28 maa 2021
8 jan 2020
21 jul 2023
2 aug 2012
15 jul 2021
12 okt 2016
23 maa 2015
19 jan 2011
25 dec 2013
20 jul 2017
6 dec 2021
16 okt 2011
17 aug 2020
26 dec 2016
26 okt 2011
31 maa 2015
12 jan 2014
6 okt 2012
16 jun 2014
8 okt 2011
16 okt 2016
18 dec 2018
5 jan 2020
4 feb 2024
19 jun 2016
27 nov 2020
26 maa 2020
23 nov 2024
22 jun 2016
16 feb 2017
24 dec 2013
7 okt 2018
11 mei 2017
20 dec 2014
13 nov 2012
17 jan 2025
The notebooks are copyright © 1984-1989 The Paul Brunton Philosophic Foundation
This site is run by Paul Brunton-stiftelsen · info@paulbruntondailynote.se