The Library
”Hoe kan ik mijn echte zelf leren kennen?” Het antwoord is: begin met een juiste instelling. Geloof in de goddelijkheid van je diepere zelf. Stop met zoeken naar licht en kracht buiten jezelf. Draag de volgende betekenisvolle regels in je hart: ”In mij bevindt zich een oneindige kracht; ik kan een grotere helderziendheid en een goddelijker leven scheppen dan dat ik nu heb.” Geef vervolgens je lichaam, je hart en je geest over aan de oneindige kracht die alles ondersteunt. Probeer de aanwijzingen van die hogere kracht te volgen en verklaar je bereid elke uitkomst te accepteren. Als je de goden op deze manier uitdaagt zullen zij je zeker antwoorden. Je ziel zal geleidelijk aan, of plotseling, bevrijd worden en je lichaam zal zich vrijer door het leven kunnen bewegen…
2.1.5.1,Wie wil er aan zichzelf werken? Wie voelt zich zelfs ook maar enigszins verplicht om dat te doen? Niettemin zou de eenvoudige erkenning daarvan tot de ontdekking van God kunnen leiden.
2.1.5.4Iedereen zou zichzelf moeten zijn en niet iemand anders proberen voor te stellen of te imiteren. Maar we zouden ons beste zelf moeten zijn, niet ons slechtste, ons lagere, ons mindere zelf. Dit vraagt om groei, ambitie en inspanningen van onze kant. Dat wil zeggen: het vraagt om een spirituele zoektocht.
2.1.5.6De goddelijke geest bevindt zich altijd in de mens en is er altijd geweest; maar tenzij hij het vermogen ontwikkelt zich er bewust van te zijn, zou het voor hem net zo goed niet-bestaand kunnen zijn.
2.1.5.8Het Overzelf is altijd aanwezig, heeft ons nooit verlaten, maar er moet wél hartstochtelijk, liefdevol en subtiel naar gezocht worden.
2.1.5.9Waarom hebben zoveel mensen, ondanks alle zichtbare en voelbare weerstand, ondanks de ontelbare mislukkingen en lange jaren van vruchteloosheid, gedurende zo lange tijd en in zoveel landen, naar God gezocht, naar iets dat volledig onaanraakbaar en niet te benoemen is, geen vorm heeft, en niet gezien noch gehoord kan worden? Wegens het simpele maar verbazingwekkende feit dat het Overzelf – de aanwezigheid van God in hen – deel uitmaakt van hun menselijke natuur…
2.1.5.11,Omdat het Overzelf in al zijn onveranderlijke verhevenheid reeds in ons zit, hoeven wij het niet te ontwikkelen of te perfectioneren. Wij hoeven alleen ons ego maar te ontwikkelen en te perfectioneren, totdat het een gepolijste spiegel is geworden die de heilige kenmerken van het Overzelf weerspiegelt en openlijk de goddelijke eigenschappen toont die tot dan toe in onszelf verborgen lagen.
2.1.5.12Het onderscheid tussen ons lagere zelf en ons hogere zelf zal ons langzaam duidelijk worden door wat wij innerlijk beleven en onze reflectie daarop.
2.1.5.13Hetgeen zich laat zien als de spirituele zoeker die zijn Zoektocht vervolgt, is zelf reeds het spirituele zelf naar wat gezocht wordt.
2.1.5.16De identificatie met ons eigen beste Zelf is een ideaal dat we kunnen realiseren door veel ervaring en lijden, óf door het aanvaarden van instructie, een openbaring, ontvouwende intuïtie, het beoefenen van meditatie, en door verstandig te leven ...
2.1.5.18,Elk menselijk wezen heeft een specifieke opdracht, namelijk om zijn of haar uniciteit tot uitdrukking te brengen. Niemand anders kan dat voor ons doen. Wanneer we op de juiste wijze van deze gelegenheid gebruik maken, worden we naar de grote Uniciteit geleid die boven het persoonlijke uitstijgt, voorbij ons eigen ego en voorbij alle andere ego’s.
2.1.5.19Zelfs gaandeweg zijn zoektocht zou hij er een gewoonte van moeten maken zichzelf aan een waarheid te herinneren die maar al te gemakkelijk vergeten wordt – namelijk dat datgene waarnaar hij op weg is zich in hemzelf bevindt en de essentie van hemzelf vormt.
2.1.5.21Onder ons alledaagse zelf bevindt zich iets reusachtigs, een onverwacht zelf met oneindige mogelijkheden.
2.1.5.22In ons bevinden zich meesterschap en een enorm potentieel die we nog niet hebben aangeboord. Hoe weinig we tot nu ook bereikt mogen hebben, we zijn nog steeds tot grote dingen in staat.
2.1.5.23Omdat er zich in mij zoiets goddelijks bevindt als het Overzelf, heb ik de beschikking over goddelijke kwaliteiten en eigenschappen. Ik ben waarachtig wijs, krachtig en liefhebbend; maar, in de mate dat ik mij nog met het kleine ego identificeer, blijven deze grootse kwaliteiten onzichtbaar…
2.1.5.25,Iemand die deze zoektocht wil volbrengen moet een ander mens worden – verschillend van degene die hij vroeger was omdat de oude ingesleten neigingen vervangen dienen te worden door nieuwe, en verschillend van anderen omdat hij moet weigeren zich zonder weerstand te laten leiden tot de gedachteloosheid, oneerbiedigheid en hardheid waarvan zij doordrenkt zijn.
2.1.5.26Het is niet nodig onze menselijkheid los te laten om onze goddelijke essentie te vinden, maar wel onze kleinheid en onze neiging tevreden te zijn met onbeduidende doelen.
2.1.5.28Wanneer we niet proberen onszelf te verbeteren is aftakeling onvermijdelijk. De natuur staat ons niet toe om stil te staan.
2.1.5.31Wanneer wij de poort van de filosofie willen binnengaan, zullen we waarschijnlijk beginnen met anderen; met wat filosofen hebben gedacht en onderwezen. Maar uiteindelijk moeten we een tweede begin maken: met onszelf. Wij zullen onze eigen psyche, onze eigen persoonlijkheid opnieuw moeten onderzoeken, maar dan vanuit een onthechte positie, als getuige. Wij zullen elk uur van elke dag moeten beslissen hoe we de waarheid, opgedaan uit boeken en leraren, zullen toepassen op de gebeurtenissen, taken, omstandigheden en gedachten van die dag.
2.1.5.38Wanneer we vastbesloten zijn om deze uitdaging te overwinnen en werkelijk geloven dat we zullen slagen, zullen we ons harder inspannen; we zullen kansen grijpen waar we anders voor zouden terugdeinzen, en zelfs wanneer we onze hoop niet waar kunnen maken zullen we waarschijnlijk tóch doorgaan. Wat Ramana Maharshi tegen me zei tijdens onze eerste ontmoeting is erg toepasselijk: “De zekerste manier om jezelf in de weg te zitten, is het belasten van je geest met de angst om te falen en het denken aan je tekortkomingen. De grootste fout van een mens is om te denken dat hij van nature zwak is… Men kán en móet overwinnen.”
2.1.5.44… naastenliefde is een uitstekende deugd, maar kan nooit de allerhoogste deugd vervangen: de liefde voor de goddelijke ziel.
2.1.5.48,De man die ontevreden is met de wereld zoals hij die ervaart en haar wil verbeteren, moet met zichzelf beginnen. Deze bewering wordt gestaafd door de levengevende ideeën van Jezus en de lichtbrengende woorden van Gautama.
2.1.5.49We hebben onze handen vol aan het ontdekken en corrigeren van onze eigen tekortkomingen of zwakheden, en we moeten ons dan ook niet bezighouden met het geven van kritiek op anderen.
2.1.5.50Weinigen weten waar ze de waarheid echt moeten zoeken. De meesten wenden zich tot andere mensen, tot boeken of tot kerken. Maar de weinigen die wél de juiste richting weten, keren zich om en zoeken op de plek waar de waarheid niet alleen een levend en dynamisch ding is, maar ook iets van henzelf. En die plek bevindt zich heel diep in henzelf.
2.1.5.54Het Heilige Land, overvloeiend van melk en honing, bevindt zich in ons, maar de woestenij die we moeten doorkruisen om het te bereiken, bevindt zich daar óók.
2.1.5.56Waarom waarschuwde Jezus ons dat we ons Christus-zelf niet in de woestijn moesten zoeken of in de grotten van het hooggebergte? Het was om dezelfde redenen dat hij steeds herhaalde dat we het Christusbewustzijn binnenin onszelf moeten zoeken, en dat we niet ín de wereld maar ván de wereld moeten zijn.
2.1.5.61Verwacht niet in de buitenwereld méér waarheid en betekenis te kunnen vinden dan in jezelf.
2.1.5.62De enige die je nodig hebt voor dit prachtige werk ben je zelf. Stop met naar buiten kijken en kijk naar binnen, want daar vind je niet alleen het materiaal om aan te werken maar ook de innerlijke god om je te leiden.
2.1.5.65De waarheid zal ons geschonken worden, we hoeven er niet naar te smachten. Maar zij wordt ons gegeven in overeenstemming met ons vermogen haar te ontvangen.
2.1.5.74Alleen wanneer de gehele geest – ooit in een onbewust proces geëvolueerd via de koninkrijken der mineralen, planten, dieren en voorlopers van de moderne mens – zich op de geestelijke zoektocht begeeft, begeeft deze zich bewust op weg naar de ontwikkeling van zijn eigen bewustzijn.
2.1.5.76Het egoïsme dat het besef van ons ware zelf vervalst, en het materialisme dat onze realiteitszin vervormt, zijn ziekten die nauwelijks door onze eigen inspanningen kunnen worden genezen. Alleen door ons met vertrouwen en liefde tot een hogere kracht te wenden, of deze kracht nu in een ander mens of in onszelf te vinden is, kan hun hypnotiserende betovering uiteindelijk worden gebroken. Toch is het in de eerste plaats onze eigen inspanning die de genezing in werking moet stellen.
2.1.5.78Het enige wat er toe doet is om op het innerlijke vlak vooruitgang te boeken, alles buiten de vrucht van onze spirituele inspanningen is van voorbijgaande aard.
2.1.5.80Het ideaal is er niet op gericht om een heilige zonder zonden te worden, maar om een verlicht en evenwichtig menselijk wezen te worden.
2.1.5.82Het besluit van de kandidaat om voor het hoogste Doel te gaan is de heersende omstandigheid: als hij vasthoudt aan zijn besluit, zal hij vroeger of later zeker slagen. Nu komt de vraag op: Wat is het Doel? Dat is het vervullen van het Echte Levensdoel, als deel van het lagere doel als de kost verdienen, een gezin stichten, enzovoorts. De kandidaat zal volledig Zelf-bewust worden – net zo bewust van het goddelijke Overzelf als hij nu van zijn aardse lichaam is. En dit is een prestatie die voort zal duren, niet enkel een zaak van hier en daar een glimp of voorbijgaande inzichten…
2.1.5.84,… Omdat de verwevenheid tussen uiterlijk karma en innerlijk karakter zo groot is, dient hij te begrijpen dat zijn problemen met zijn innerlijke staat verbonden zijn, en dat hij ze pas begint op te lossen wanneer hij de tekortkomingen van zijn innerlijke staat opheft…
2.1.5.85,Hoewel dit doel niet makkelijk te bereiken is, moeten we weigeren de hoop op te geven. Het pad is juist in zichzelf, en door er een verbond mee aan te gaan, gaan we uiteindelijk een verbond aan met de grootste kracht in de wereld.
2.1.5.85,… Het goddelijke zelf bevindt zich altijd in ons en is nooit, zelfs niet voor een seconde, afwezig. Het is onophoudelijk getuige van al onze inspanningen en verwachtingen. Als we lang en hard genoeg ons best hebben gedaan zal het plotseling al zijn Genade over ons uitstorten.
2.1.5.89,... Het is eenvoudigweg een kwestie van het vinden van het Overzelf, en dit vanaf dan het Ego te laten regeren. Het Ego wordt dus niet gedood, maar teruggezet op zijn lagere plaats. Maar eerst moeten wij ons bewust worden van het Overzelf; we moeten het voelen als een levende aanwezigheid, en we moeten dit doen gedurende de dag en de nacht, wakker of in slaap. Dát is het doel ...
2.1.5.89,... De zoektocht van de goddelijke ziel is onze poolster geworden. Eerst werden we afgestoten door de idee ons ego op te geven, maar nu zien we de aantrekkelijkheid ervan. Dit betekent niet dat we dat in de praktijk van het dagelijks leven ook moeten doen. Want zolang we nog een lichaam hebben, moeten we proberen om een balans te vinden tussen egoïsme en altruïsme, omdat beide nodig zijn.
2.1.5.89,Wij moeten uiteindelijk allemaal onze eigen heiligheid realiseren: pas dan zal onze zoektocht naar geluk voltooid zijn.
2.1.5.91… Het uiteindelijke doel is om te ontdekken dat er slechts één realiteit is waar al het andere slechts een onderdeel van is, dat het afgescheiden zijn van het persoonlijk ego niet meer dan schijn is en dat Waarheid zichtbaar wordt in het licht van het eenheidsbewustzijn. Het belangrijkste resultaat van deze ontdekking is de noodzaak ons leven in dienst te stellen van alle levende wezens en onafgebroken dienstbaar te zijn aan het universele welzijn…
2.1.5.92,Het zelf vergeten, maar zich het Overzelf herinneren – zo simpel is het, en ook zo moeilijk.
2.1.5.93Niet het vinden van de energie van de geest, maar van de geest zélf is het ultieme doel. Niet haar krachten, effecten, eigenschappen of attributen, maar de werkelijkheid van het pure zijn. We mogen hier niet mee stoppen, maar moeten door blijven zetten.
2.1.5.94We moeten zoeken naar de mysterieuze Essentie van onszelf, iets wat we aanraken op zeldzame, gezegende, en onvergetelijke momenten. Het trekt ons aan, want het is ook het Perfecte, het altijd gezochte maar nooit gevondene in de uiterlijke wereld.
2.1.5.95Uiteindelijk komen wij tot het volle bewustzijn van ons innerlijk wezen, onze ziel ...
2.1.5.97,Als het uiteindelijke doel van deze zoektocht de ontdekking van ons diepste wezen is, sluit dit de volledige groei van onszelf als mens, de meest volledige ontplooiing van onze hoogste kwaliteiten en het tot leven wekken van dat wat latent in ons aanwezig is niet uit – en dat zou ook niet de bedoeling mogen zijn.
2.1.5.98De lotus, die lieflijke Oosterse bloem, wordt veel gebruikt als symbool voor het doel dat we willen bereiken. Zij komt voort uit de modder, maar wordt er niet door bevlekt. Zij rust op het water, maar wordt er niet door bezoedeld. Haar kleur is van het zuiverste wit, in schril contrast met haar natuurlijke omgeving. Daarom moet het innerlijke leven van de zoeker vlekkeloos, onbezoedeld en puur zijn, zelfs als zijn of haar leven zich onder de meest materialistische omstandigheden afspeelt of te midden van de meest wellustige lieden.
2.1.5.100Wat door weinigen op waarde wordt geschat en nagestreefd is desalniettemin het meest waard om naar te zoeken. Wat dat is? Het is iets dat je nooit meer verliest wanneer je het eenmaal gevonden hebt, iets dat eenmaal gezien voor altijd bemind wordt en eenmaal gevoeld het beste in ons doet ontwaken.
2.1.5.101De dorst naar perfectie is zeker in ons aanwezig. Het is een indicatie dat hij uiteindelijke gelaafd zal worden. Maar dat wil niet noodzakelijkerwijs zeggen dat dit zal worden bereikt tijdens ons huidige leven, op het bestaansniveau waar alles gedoemd is tot verval en dood, zoals Boeddha het noemt. Het is waarschijnlijker dat dit op een hoger niveau zal geschieden, waar dergelijke beperkingen niet kunnen bestaan...
2.1.5.102,De fundamentele taak van ons mensen is allereerst onszelf te bevrijden van onze dierlijke en egoïstische dwangmatigheden, en, ten tweede, ons van ons spirituele zelf bewust te worden.
2.1.5.103Onze spirituele zoektocht komt pas ten einde wanneer we de ongesluierde Waarheid durven te zien, niet enkel gedurende kortstondige glimpen, maar zonder onderbreking, voor de rest van ons leven.
2.1.5.106Bewustzijn van het Overzelf moet een continu en voortdurend deel van ons dagelijks leven uitmaken.
2.1.5.107Velen zijn al tevreden met een glimp van het Overzelf, maar voor sommigen geldt dat niet. Zij zoeken een zo intiem mogelijke, waarachtige verbinding met het Overzelf.
2.1.5.109Uiteindelijk is het belangrijkste doel van de zoektocht niet het verbeteren van onze lichamelijke gezondheid, onze geestkracht, karakter of zelfbeheersing – hoe welkom dit allemaal ook is – maar het ontdekken van de waarheid en te leven in goddelijke aanwezigheid.
2.1.5.110Wat wij kiezen aan het begin van onze spirituele zoektocht bepaalt wat wij zullen worden aan het einde. We hebben de keuze tussen een egocentrische vlucht uit de wereld en een onzelfzuchtig handelen ten behoeve van anderen. Beide paden zullen ons grote vrede geven. Beiden staan ons toe trouw te blijven aan onze innerlijke roeping. Maar met de zwaardere van de twee hebben we ook iets te geven aan de lijdende mensheid. Een louter persoonlijke verlossing zal de filosofische zoeker niet tevreden stellen.
2.1.5.116Spirituele ervaringen die optreden tijdens onze adolescentie zijn aanwijzingen dat we mogelijkheden hebben voor het aangaan van de spirituele zoektocht. Maar wij moeten zelf beslissen of we de voorkeur geven aan de meer afwijkende occulte ervaringen of aan de minder drastische, tragere groei van het cultiveren van onze Goddelijke Ziel. Een beginner kan deze twee doelstellingen niet tegelijk nastreven. En we kunnen alleen de hulp van een gevorderd mysticus krijgen als we het hogere doel zoeken.
2.1.5.117Verlichting ligt binnen het bereik van alle mensen, omdat zij in menselijke en niet in dierlijke vorm geïncarneerd zijn. Maar niet alle mensen willen er de prijs van mentale controle en emotionele onderwerping voor betalen.
2.1.5.131Als de lezer zo'n taak te vermoeiend vindt moet hij of zij niet vergeten dat de beloning niets minder dan verlichting is.
2.1.5.132… Het in ieder geval goed om te weten waar de mensheid zo langzaam en onbewust naar op weg is.
2.1.5.134,Een dergelijk doel kan onaantrekkelijk zijn voor de velen die nog vast zitten aan hun gehechtheden, maar het is bekoorlijk en aanlokkelijk voor sommige oude zielen, wier levensvisie is veranderd door de ervaringen van vele aardse levens, en die hun romantische ideeën en illusies hebben opgegeven. Ze voelen zich als zwervers op weg naar huis.
2.1.5.138Het lijkt misschien onmogelijk om dat te bereiken, maar dat is het niet. De beste garantie daarvoor is dat de goddelijke ziel zelf altijd in ons aanwezig is.
2.1.5.145Dat het Overzelf niet alleen maar is, maar ook bereikbaar is, is het uitgangspunt en de belofte van de ware filosofie
2.1.5.154Dat prachtige moment waarop we recht in onszelf kunnen kijken, door het ego heen naar het Overzelf, is de beloning voor onze inspanningen.
2.1.5.157Wat als het doel te ver weg lijkt of de helling er naar toe te stijl? Doe net zoveel of weinig als je kan om dichterbij te komen. Als het je aan de kracht ontbreekt om er helemaal naar toe te gaan, ga dan een deel van de weg. Je spirituele verlangens en daden zullen het wezen van je volgende lichaam beïnvloeden en de omstandigheden van je volgende incarnatie. Niets gaat verloren. Hogere kwaliteiten en gunstigere omstandigheden zullen je ten deel vallen als je ze hebt verdiend. Elke deugd die bewust gecultiveerd wordt leidt naar een plezierigere wedergeboorte. Elke zwakte die overwonnen wordt doet een onplezierige wedergeboorte te niet.
2.1.5.161… de algemene richting van onze gedachten en daden – en niet zozeer die gedachten en daden zelf – alsmede het ideaal dat wij gewoonlijk nastreven, is het belangrijkste en het meest betekenisvolle in ons leven.
2.1.5.165,Als het onmogelijk was om uit deze lichamelijke, tijdsgebonden toestand te komen, dan zou niemand ooit zelfrealisatie hebben bereikt, en zou alles wat religie en filosofie hebben verkondigd nutteloos zijn geweest. Maar uit het verleden en uit biografieën weten we dat een dergelijke verlichting in alle delen van de wereld en in alle eeuwen is ervaren, zodat we de hoop niet mogen opgeven.
2.1.5.170Degene die het licht gezien heeft en de warmte ervan heeft ervaren, zal aan zijn eigen manier van leven de voorkeur geven indien dat de consequentie van zijn verlichting is.
2.1.5.172Innerlijke vrede ligt binnen handbereik in deze wereld: we hoeven niet te wachten tot we naar de volgende zijn overgegaan.
2.1.5.174Laat ons zo langzaam of zo snel vooruit gaan als bij ons past en op precies de wijze die ook weer het best past bij de persoonlijkheid die we gedurende vele reïncarnaties gevormd hebben tot het huidige plaatje, dat we als het uitgangspunt moeten nemen voor het vervolg van onze reis.
2.1.5.194Ieder mens heeft een unieke levensweg. We schieten er mogelijkerwijs niets mee op om ons aan te passen aan methoden die anderen aan ons opdringen of om patronen te volgen waar anderen baat bij hebben. Wat goed is voor iemand op een bepaald ontwikkelingsniveau kan verkeerd zijn voor iemand op een ander niveau.
2.1.5.206Veranderende omstandigheden die onze toekomst onzeker maken zullen ons niet langer angst inboezemen, maar juist onze interesse opwekken. We zullen proberen uit te vinden of ze ons misschien de weg wijzen naar nieuwe ervaringen die noodzakelijk zijn voor onze verdere ontwikkeling.
2.1.5.216Beweringen dat eenvoudige wegen als aanbidding of het herhalen van een mantra tot het doel kunnen leiden zijn zowel waar als onwaar. Want zij leiden naar het filosofische pad, dat op haar beurt gelijk naar het doel leidt.
2.1.5.225… Kort gezegd, laten we zorgen dat we onszelf leren kennen. Dat is misschien een sleutel om allerhande andere zaken te gaan begrijpen, zeker aangaande de betekenis van ons eigen leven.
2.1.5.248,… Niemand hoeft méér te doen dan binnen zijn macht of mogelijkheden ligt… Laat ons om te beginnen een paar leidende principes ter harte nemen die ons bijzonder aanspreken of die voor ons makkelijker te begrijpen zijn. Laat ons een paar keer per week een paar minuten mediteren, indien meer meditatie er niet in zit… Zo zetten we de eerste stap met het creëren van juiste gewoontes…
2.1.5.249,Laat je niet door het verleden en door stoffige herinneringen teneer drukken. Maak van vandaag een verse dag, een nieuw begin.
2.1.5.261We moeten ons niet laten ontmoedigen omdat anderen sneller vooruitgang op het pad hebben geboekt... Het doel dat wij nastreven ligt al binnen ons bereik. Wij zijn het Overzelf waarmee wij ons willen verenigen...
2.1.5.267,Kan iemand, op lange termijn beschouwd, eigenlijk wel echt verloren zijn? Het kan soms een troost zijn om ons te herinneren dat we de Eeuwigheid voor ons hebben, en dat we alleen maar datgene kunnen doen waar we op een zeker ogenblik toe in staat zijn.
2.1.5.283… wij zijn twistziek of proberen dat te overwinnen; we verliezen ons in onze dagelijkse activiteiten of besparen ons dat door middel van een korte dagelijkse meditatie. We laten negatieve gedachten of gevoelens toe in ons hart of proberen ze er uit te verdrijven. Wij betrachten een betere relatie en een vriendelijker houding ten opzichte van iedereen die we in het leven tegenkomen of weigeren in te zien waarom juist zij – en niet heel andere mensen – door de Oneindige Intelligentie op ons pad zijn gebracht. Onze leefomgeving is eigenlijk een plaats waar we getest worden en een leerschool…
2.1.5.285,… de Kosmische Visie – die de aanwezigheid van oneindige intelligentie gedurende het hele leven, in het hele universum en in de hele geschiedenis voor mij openbaarde en die zoveel van de hogere wetten voor mij verklaarde – kwam vreemd genoeg tot mij toen ik in een hotelkamer in Chicago zat…
2.1.5.285,… Vierhonderd jaar geleden schreef Sebastian Franck, een Duitser die volledige spirituele realisatie had bereikt: “We hoeven de zee niet over te steken om Hem te vinden – het Woord is nabij, het bevindt zich in uw hart”.
2.1.5.286,… zodra we gaan zitten in de hoop en het vertrouwen om de diepere krachten in onszelf te ontdekken, worden deze geactiveerd.
2.1.5.287,Aan degenen die naar India of elders willen reizen op zoek naar verlichting, of naar een meester die hen er naar toe zal leiden, moeten we de volgende vraag stellen: “Begrijp je niet dat als je daar naartoe gaat, je nog steeds met hetzelfde ego te maken hebt? Kijk dieper in je eigen hart, want daar bevindt zich écht waar je naar op zoek bent.”
2.1.5.291We kunnen naar het Oosten reizen en er niets mee opschieten. Het is niet zo dat overtrokken emoties tot grote spirituele resultaten leiden, noch het bezoeken van veel ashrams, maar de diepte en concentratie waarmee de waarheid wordt gezien.
2.1.5.295Er is een Indiase formule die drie opeenvolgende stadia van de zoektocht omvat: Horen, Reflectie, Verlichting. Dit betekent: het krijgen van instructie (via goeroe of tekst), het voortdurend overdenken van de leringen tot deze grondig worden opgenomen, en het ervaren van mystieke Glimpen. Met het einde van deze derde fase moet de leerling niet alleen de Glimpen zien te herhalen en te verlengen totdat zijn hele leven van de wijsheid en vrede ervan doordrongen is, maar ook de hoogste en laatste filosofische leerstelling ontvangen en toepassen. Hiermee wordt zijn verlichting ‘natuurlijk’, moeiteloos en zonder onderbrekingen. De verlichting is voortdurend aanwezig bij alles wat hij doet, of hij nu in de wereld bezig is of ondergedompeld in meditatie.
2.1.5.300Gedurende zijn leven zal de leerling van de ene fase van ontwikkeling naar de andere gaan, om zo stap voor stap zijn hele karakter te verrijken en te ontwikkelen.
2.1.5.302Geloof in een ander persoon is ongetwijfeld nuttig voor beginners, mits dit geloof gerechtvaardigd is. Maar dit stadium is hoe dan ook inferieur aan het geloof in de eigen ziel. We stijgen een niveau wanneer we ons naar binnen keren in plaats van naar buiten, en we onze neiging tot uiterlijkheid overwinnen.
2.1.5.308Hoewel de weg naar verlichting in fasen verloopt, komt het werkelijke moment van verlichting abrupt, met een plotseling overstijgen van de duisternis waarin wij normaliter leven.
2.1.5.314Wanneer we vol weten te houden komt er een tijd dat onze geest zich op natuurlijke wijze op de spirituele kant van het leven gaat richten. Dit zal vanzelf gaan, zonder enige tegenwerping van onze kant. Niets in de buitenwereld kan dit proces een halt toeroepen, want om dit mogelijk te maken zal onze geest haar inspanningen klaarblijkelijk verdubbelen. Op de voorgrond verbindt zij zich met de buitenwereld, terwijl zij zich op de achtergrond met het Overzelf verbindt.
2.1.5.315De inwijdingen in geleidelijk toenemend begrip van de waarheid en in groeiend vermogen tot contemplatief bewustzijn komen één voor één tot ons wanneer wij de proeven doorstaan die erheen leiden. Op lager niveau bestaan deze proeven uit de bereidheid om bepaalde gewoonten, hartstochten en verlangens te disciplineren; op een hoger niveau uit de bereidheid datzelfde te doen met gedachten en gevoelens. Al met al leidt dit tot een geleidelijk toenemende onthechting van het dierlijke in ons en van ons ego.
2.1.5.317De tijdelijke glimp van het Overzelf luidt het begin van de spirituele zoektocht in, terwijl de onafgebroken realisatie ervan het sluitstuk vorm.
2.1.5.320Wanneer we de innerlijke vrede en zaligheid beginnen te ervaren die als een heerlijke geur is, een voorbode van het Overzelf, gaan we wellicht inzien hoe reëel het innerlijke leven is, maar paradoxaal genoeg ook hoe onbegrijpelijk, onbeschrijflijk, en immaterieel vergeleken met al het andere dat we meemaken. Het is ‘iets’, en toch niet ‘iets’ wat een vorm gegeven kan worden die voor onze vijf zintuigen waarneembaar is. Maar er is hoe dan ook iets – de Onsterfelijke Ziel.
2.1.5.321De ieder mens dient te groeien en zich te ontwikkelen tot een waarachtig mens. Pas dan bereikt hij de fase waarin het niet langer voorbarig, maar juist veilig is om zich van het ego te ontdoen en de heerschappij ervan te vernietigen. Want op het moment dat we het ego dienen te onderwerpen, wordt het als een tiran ervaren.
2.1.5.322Het is een goed begin om in God te geloven. Het is een bewonderenswaardige stap in de goede richting om door aanbidding te proberen dichterbij God te komen – maar het is niet genoeg. We moeten aan een nog hogere verplichting voldoen, namelijk datgene in ons leren kennen dat de verbinding met God vormt en dat, in tegenstelling tot ons mensen, een goddelijke aard heeft.
2.1.5.326Vooruitgang verloopt van geloof naar kennis, en van daaruit naar liefde voor hetgeen we weten.
2.1.5.327Of we nu door te denken, te lijden of door te geloven tot deze zoektocht zijn aangezet, we zullen – als we doorzetten – uiteindelijk bij liefde uitkomen, liefde voor dat wat we tijdens onze eerste glimp van inzicht beleefden en liefde voor het Overzelf. Het is als het kind dat zijn ouders terugvindt na ze eerst verloren te hebben.
2.1.5.328Het begint met een vaag gevoel van aantrekking tot het Overzelf. Daarna besteden we er meer aandacht aan, denken er vaker aan; na verloop van tijd groeit deze aandacht uit tot concentratie, en dit mondt op zijn beurt uit in absorptie. Tenslotte kunnen we samen met Al Hallaj zeggen “Ik leef niet in mijzelf, alleen in U. Vannacht had ik lief. Deze ochtend ben ik Liefde.”
2.1.5.329Het opdoen van theoretische kennis is gewoonlijk het eerste stadium van de filosofische training. Wanneer daar een goede grondslag voor gelegd is, ontwikkelt zich na een tijd de wens zichzelf te verbeteren en te proberen karakter en gedrag in overeenstemming met het filosofische ideaal te brengen. Dit rijpingsproces is vaak lang en moeilijk. In het derde stadium kunnen we Glimpen van Inzicht beginnen te ervaren. De eerste Glimp heeft verstrekkende gevolgen en wordt vaak geassocieerd met een eerste contact met een spirituele leraar, of met dat wat zo iemand geschreven heeft. Voor sommigen van ons is de volgorde van achtereenvolgende stadia anders. Dan komt er eerst een Glimp, daarna de theoretische studie en vervolgens het streven naar verwerkelijking in het dagelijks leven.
2.1.5.330Dat er voor de mensheid een hogere vorm van bestaan mogelijk is kan een sterke intuïtief gevoel zijn of een diep godsdienstige overtuiging. Het kan zich door middel van mystieke glimpen ontwikkelen tot een persoonlijke realisatie, of – voor langere duur en waarachtiger – door de ervaring van filosofisch inzicht.
2.1.5.332Als wij de zoektocht met ons hele wezen aanvaarden, waarbij we elk aspect onszelf afstemmen op het licht en op de vereiste discipline van de zoektocht, mogen wij vol vertrouwen het volledige inzicht, de volledige transformatie tegemoet zien...
2.1.5.353,Dat de waarheid zich in alle delen van ons wezen verwezenlijkt en het lagere zelf zich overgeeft aan de Ziel: dat is onze eerste beloning. De tweede beloning bestaat uit een volledig bevredigende en vreugdevolle vrede. Een gretig en voortdurend verlangen naar Zielsbewustzijn en de wil ons er innerlijk geheel aan over te geven, zijn echter noodzakelijke voorwaarden.
2.1.5.354Door elk jaar meer ervaring op te doen en door te gaan met het toepassen van wat hij geleerd heeft, zal hij steeds meer de waarheid van deze leer gaan ervaren, en als een gevolg daarvan, er onvermijdelijk steeds meer van houden.
2.1.5.359Hij die enkel op het persoonlijk ego vertrouwt is voortdurend onderworpen aan haar begrenzingen en beperktheid en is dientengevolge nauw verweven met spanningen en angsten. Hij die het ego laat gaan, zichzelf opent en toevlucht zoekt bij zijn Hogere Zelf, vindt het oneindige en grenzeloze en is dientengevolge vervuld van innerlijke vrede.
2.1.5.364De Zoektocht begint vaak met groot verdriet, maar eindigt altijd met groot geluk...
2.1.5.365,Wanneer wij de bron van tegenstrijdige emoties tot rust hebben gebracht, wanneer wij onze gedachten hebben beteugeld, wanneer wij hebben gevochten en we het ego zelf hebben verslagen, komen wij in een toestand van vrede.
2.1.5.368Het geeft een diep bevredigende vreugde om een staat van hoge inspiratie te bereiken, te voelen hoe die ons verrijkt en de boodschap ervan te begrijpen.
2.1.5.369Niemand kan serieus een cursus in de hogere filosofie volgen zonder aan het eind een beter en wijzer mens te zijn dan aan het begin. En dit gebeurt bijna zonder dat we ons er bewust van zijn, beetje bij beetje, door de scheppende kracht van het juiste denken.
2.1.5.376Op deze zoektocht kunnen we niet alleen de diepste gedachten van de menselijke geest tegenkomen, maar ook haar hoogste ervaringen.
2.1.5.378Degene die het Overzelf vindt, wordt bevrijd van de zware last van het ego en haar angst en vertwijfeling.
2.1.5.379Hoe kan de zoektocht onze angsten te niet doen? Doordat het ons vroeger of later duidelijk maakt dat de genadevolle kracht van het Overzelf niet alleen verlicht maar ook beschermd.
2.1.5.380Als hij met zijn innerlijke werk verder gaat zullen zijn fouten en zwakheden langzaam maar zeker van hem afvallen en het altijd stralende betere zelf dat daarachter verstopt is beginnen zich kenbaar te maken.
2.1.5.381Mediteren maakt ons gevoelig en studeren maakt ons invoelend; deze twee eigenschappen gaan goed samen zodat anderen onze voorkomendheid gaan opmerken.
2.1.5.384Er komt een tijd wanneer waarden zullen veranderen, wanneer de rol van ambities, macht, eigendommen en bezittingen gerelativeerd zal worden, wanneer hun tirannie over onze wil en gevoelens ten einde zal komen.
2.1.5.386Degene die de moeite neemt te begrijpen wat dit allemaal betekent en de vereiste oefeningen zo goed mogelijk probeert uit te voeren, zal met toenemende vreugde zijn nieuwe leven in zich voelen openen.
2.1.5.388Wanneer het innerlijke werk voldoende gevorderd is, zullen bepaalde karaktertrekken in kracht toenemen of voor het eerst verschijnen. Daaronder zijn geduld, goede wil, stabiliteit, zelfbeheersing, vreedzaamheid en gelijkmoedigheid.
2.1.5.389Elk mens kan de aanwezigheid van het goddelijke in zichzelf ontdekken, als hij geduldig het traject doorloopt dat door gezaghebbende boeken of een bekwame gids wordt voorgeschreven. Het is niet enkel het voorrecht van spirituele genieën om dit te doen.
2.1.5.399... In plaats van bij een man of vrouw te moeten bedelen om een blijk van genegenheid, kunnen we diep in ons hart een bron vinden, overstromend van liefde, die ons daardoor voortdurend en in ruime mate ter beschikking staat. Dit is de ware liefde die ons nooit in de steek zal laten, de unieke zielsverwant die altijd bij ons zal blijven, de enige tweelingziel die we kunnen zoeken die met absolute zekerheid de onze is.
2.1.5.406,Vanaf de eerste korte glimp van de ziel totdat we ons volledig met haar kunnen verenigen, worden we ertoe gebracht de waarheid te accepteren dat de liefde, waarnaar we verlangen en die we hopen ergens buiten ons te vinden, zich binnenin ons bevindt. De echte geliefde is niet een persoon, maar een aanwezigheid…
2.1.5.406,Wanneer we voldoende bereid zijn het Hogere Doel van ons leven te herkennen, en de moed hebben onze manier van denken te veranderen en te verbeteren – waarbij we negatieve gedachten door positieve vervangen – zullen onze levensomstandigheden zich zeker verbeteren en wordt onze levensvreugde misschien wel groter dan ze nu al is.
2.1.5.415… Zelfs een beperkt aantal jaren filosofiestudie zal het leven van de student duidelijk tot voordeel zijn. Het zal hem hier op aarde onbewust op allerlei manieren helpen en het zal hem zeker na zijn dood van dienst zijn tijdens zijn leven in de volgende bestaanswereld.
2.1.5.416,De Zoektocht aanvaarden is het beste wat we in het leven kunnen doen, ondanks dat de vooruitzichten en ervaringen ervan in wereldse zin misschien niet erg aantrekkelijk lijken.
2.1.5.417De kandidaat heeft zelf misschien al enige innerlijke voordelen van de Zoektocht ontdekt. Vanaf het moment dat het Overzelf is ervaren als een waarneembare levende aanwezigheid in het hart, bewerkstelligt zij dat de grip van egoïstische verlangens – tezamen met de daarbij behorende gemoedswisselingen – op het bewustzijn minder wordt en tilt zij het bewustzijn naar een hoger niveau, waar het zich spoedig van een heerlijke innerlijke vervulling bewust wordt, die kalm en onverstoord blijft ondanks alle uiterlijke omstandigheden die het tegenovergestelde trachten te bewerkstelligen…
2.1.5.419,… Hij moet eerst de verbinding met het Overzelf tot stand brengen, zodat haar kracht en begrip moeiteloos over hem zullen heersen. Vanaf het moment dat deze verbinding tot stand gekomen is zal de kandidaat zich bewust worden van de gevolgen van het feit dat er Goddelijke Genade op hem neergedaald is. Wanneer het gebeurt is onvoorspelbaar, maar, voor degene die volhardt in zijn Zoektocht, is het zeker dat het ééns zal gebeuren.
2.1.5.419,… Ondanks alle tragiek en verschrikkingen van onze tijd kunnen zij die ogen hebben om te zien nog steeds waarnemen hoe het goddelijke ons omarmt. Ondanks alle onaangenaamheden in deze wereld is het Overzelf nog steeds dichtbij – mooi, stralend, welwillend en onverwoestbaar.
2.1.5.421,… Wijd je energie allereerst aan fundamentele arbeid: het bestuderen van filosofie, het verbeteren van je karakter, het disciplineren van gevoelens en het cultiveren van kalmte…
2.1.5.432,… de diepste spirituele ervaring gaat dieper dan ons denken, onze emoties en vooral ons ego. Pas dan komen we in contact met de Oneindige levenskracht die zich achter alles bevindt, en die het ware doel is van onze Zoektocht.
2.1.5.433,
5 jul 2014
5 okt 2023
1 okt 2022
28 jun 2011
12 dec 2018
1 mei 2019
27 okt 2014
29 dec 2018
21 nov 2010
19 dec 2013
7 jul 2017
16 dec 2010
6 dec 2020
14 aug 2017
16 okt 2012
15 sep 2021
30 apr 2015
13 jun 2019
26 jan 2022
20 nov 2024
5 jan 2022
25 aug 2011
28 dec 2021
25 dec 2020
25 dec 2022
3 mei 2021
24 dec 2023
20 feb 2023
11 jan 2018
9 feb 2019
21 jul 2017
19 aug 2011
10 nov 2023
31 mei 2011
17 aug 2012
30 nov 2013
30 jul 2012
25 nov 2013
5 sep 2014
17 jul 2014
4 nov 2013
15 maa 2011
25 jul 2014
23 nov 2013
30 jul 2014
5 nov 2014
9 nov 2013
5 nov 2013
27 dec 2013
24 jul 2013
4 dec 2013
5 maa 2017
2 maa 2014
23 sep 2014
21 dec 2013
18 nov 2013
5 apr 2015
4 dec 2018
1 jul 2017
17 apr 2015
24 feb 2021
9 okt 2018
29 mei 2021
5 mei 2011
20 nov 2021
23 jul 2019
2 jun 2020
15 maa 2015
14 apr 2019
6 mei 2016
4 aug 2020
5 jul 2018
9 jul 2019
16 maa 2020
12 jul 2019
31 aug 2018
8 dec 2020
19 jun 2021
27 okt 2021
16 jan 2020
8 jul 2024
3 sep 2018
10 maa 2024
18 jun 2020
11 okt 2020
16 mei 2020
27 dec 2015
27 sep 2012
18 jul 2016
8 jul 2014
23 dec 2016
7 aug 2022
1 okt 2016
16 nov 2021
26 aug 2012
1 maa 2024
12 aug 2022
22 aug 2011
29 apr 2018
3 sep 2022
22 nov 2010
17 feb 2011
24 jul 2023
22 apr 2019
9 apr 2024
30 mei 2023
14 feb 2012
4 jul 2014
22 jan 2012
31 maa 2011
28 sep 2022
8 feb 2024
28 apr 2012
17 jun 2018
30 jul 2023
23 apr 2016
7 mei 2017
3 maa 2019
7 jun 2011
23 jun 2021
15 apr 2011
16 apr 2011
10 sep 2015
7 sep 2022
26 sep 2022
The notebooks are copyright © 1984-1989 The Paul Brunton Philosophic Foundation
This site is run by Paul Brunton-stiftelsen · info@paulbruntondailynote.se